Zanamivir is een selectieve remmer van neuraminidase (= sialidase), een enzymatisch actieve oppervlakteglycoproteïne die essentieel is voor de replicatie van zowel het influenza A- als B-virus. Viraal neuraminidase bevordert de afgifte van nieuwgevormde virusdeeltjes vanaf het plasmamembraan van geïnfecteerde cellen; bovendien kan het de virale penetratie in epitheelcellen van de luchtwegen bevorderen. De werking van zanamivir is extracellulair en berust op een verminderde vermenigvuldiging van influenza A- en B-virussen, door remming van de afgifte van infectieuze influenzavirionen die in de epitheelcellen van de luchtwegen worden geproduceerd.
Resistentieselectie tijdens de behandeling met zanamivir is zeldzaam. Een verminderde gevoeligheid voor zanamivir gaat gepaard met mutaties in het virale neuraminidase of hemagglutinine of beide. Kruisresistentie tussen zanamivir en oseltamivir is waargenomen.
Inhalatie:
De farmacokinetiek van zanamivir werd onderzocht in een open-label studie met enkelvoudige dosis bij 16 pediatrische patiënten, in de leeftijd van 6 tot 12 jaar, na inhalatie van droog poeder (10 mg) met inhalator (Diskhaler). De systemische blootstelling bij kinderen was vergelijkbaar met die van 10 mg geïnhaleerd poeder bij volwassenen, maar de variabiliteit was in alle leeftijdsgroepen groot, en meer uitgesproken bij de jongste kinderen.
Intraveneus:
Leeftijd | Dosis | N | Cmax gemiddeld (mcg/ml) | Cmax variatie coefficient (%) | T1/2 gemiddeld (uur) | T1/2 variatie coefficient (%) |
6 mnd tot 1 jaar | 14 mg/kg | 7 | 36,2 | 21 | 1,84 | 19 |
1tot 2 jaar | 14 mg/kg | 6 | 37,8 | 24 | 2,49 | 118 |
2 tot 6 jaar | 14 mg/kg | 12 | 41,5 | 23 | 1,60 | 34 |
6 tot 13 jaar | 12 mg/kg | 16 | 44,2 | 47 | 2,57 | 55 |
13 tot 18 jaar | 600 mg | 13 | 34,5 | 27 | 2,06 | 47 |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Inhalatiepoeder 5 mg/do
Infvlst 10mg/ml
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Behandeling influenza A en B |
---|
|
Preventie Influenza A en B (post expositie) |
---|
|
Behandeling van gecompliceerde en mogelijk levensbedreigende influenza A- of B- virusinfectie |
---|
Seizoensprofylaxe tijdens een influenza-uitbraak |
---|
|
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
BIJ INTRAVENEUZE TOEDIENING:
Kinderen 6 mnd tot 6 jaar en < 42,8 kg
Kinderen 6 mnd tot 6 jaar en ≥ 42,8 kg
Kinderen 6 tot 18 jaar en < 50 kg
Kinderen vanaf 6 jaar en ≥ 50 kg
BIJ INHALATIE:
Geen aanpassing van de dosering nodig.
Bij verminderde nierfunctie nemen AUC en halfwaardetijd van zanamivir toe. Hierdoor is het risico op bijwerkingen verhoogd.
Klinische gevolgen:
Parenteraal: In een studie met eenmalige dosis met 100 mg zanamivir intraveneus nam de AUC zanamivir toe met 56% bij ClCr 50-80 ml/min, 153% bij 30-50 ml/min en 427% bij <30 ml/min.
Per inhalatie: In een studie met intraveneuze toediening van zanamivir blijkt bij verminderde nierfunctie de farmacokinetiek van zanamivir gewijzigd, maar gezien de beperkte absorptie na toediening per inhalatie en het feit dat veel hogere blootstellingen goed werden verdragen, wordt dit niet klinisch relevant geacht.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Inhalatie
Convulsies en psychiatrische bijwerkingen, zoals verminderd bewustzijn, abnormaal gedrag, hallucinaties en delirium.
Infusie
Bijwerkingen profiel bij kinderen is gelijk aan het profiel bij volwassenen.
Inhalatie
Vaak (1-10%): huiduitslag.
Soms (0,1-1%): allergische reacties zoals orofaryngeaal oedeem, vasovagaalachtige reacties zoals koorts en uitdroging. Bronchospasmen, dyspneu, constrictie van de keel. Urticaria.
Zelden (0,01-0,1%): anafylactische of anafylactoïde reacties, gezichtsoedeem. Erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN).
Verder zijn gemeld: convulsies en psychiatrische bijwerkingen, zoals verminderd bewustzijn, abnormaal gedrag, hallucinaties en delier, vooral bij kinderen en adolescenten.
Infusie
Vaak (1-10%): diarree. Huiduitslag. Verhoogde waarde ASAT en/of ALAT, hepatocellulair letsel.
Soms (0,1-1%): urticaria. Verhoogde waarde alkalische fosfatase.
Verder zijn gemeld: anafylactische/anafylactoïde reacties, orofaryngeaal oedeem, gezichtsoedeem. Convulsies, verminderd bewustzijn. Abnormaal gedrag, hallucinaties, delier. Erythema multiforme, SJS, TEN.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Neuropsychiatrische bijwerkingen zijn gemeld gedurende de behandeling met zanamivir bij patiënten met influenza, vooral bij kinderen en adolescenten. Daarom moeten patiënten nauwkeurig worden gecontroleerd op gedragsveranderingen en moeten de voordelen en risico’s bij het voortzetten van de behandeling bij iedere patiënt nauwkeurig worden afgewogen.
Zanamivir verzwakt de beschermende immuunrespons op een (influenza)vaccinatie niet.
Inhalatie
Bij optreden van bronchospasmen en/of afname van de longfunctie de toediening stoppen. Patiënten met astma of COPD dienen bij gebruik van zanamivir een bronchusverwijder bij de hand te hebben. Geïnhaleerde geneesmiddelen (bv. astmamedicatie) toedienen vóórdat zanamivir wordt toegediend.
Onderzoeksgegevens: De effectiviteit is niet vastgesteld bij: patiënten met een vergroot risico, zoals bij astma of andere chronische luchtwegaandoeningen, instabiele chronische aandoeningen of immuungecompromitteerde patiënten.
Infusie
Nierfunctie: Controleer bij alle patiënten voorafgaand aan en regelmatig tijdens de behandeling de nierfunctie; reduceer de dosis bij een verminderde nierfunctie.
Ernstige overgevoeligheidsreactie: anafylactische reacties en ernstige huidreacties zijn gemeld, wanneer deze optreden tijdens de infusie de behandeling direct staken en een passende behandeling instellen.
Risico op bacteriële complicaties: niet aangetoond is of de kans afneemt op bacteriële complicaties die gepaard gaan met een influenza-infectie.
Resistentie bij immuungecompromitteerden: resistentie-ontwikkeling door de behandeling komt zelden voor (zie Eigenschappen). Bij immuungecompromitteerden is de kans op selectie van influenzavirussen die resistent zijn tegen zanamivir groter na behandeling met antivirale geneesmiddelen (incl. zanamivir). Controleer daarom op resistentie en stap zo nodig over op behandeling met een alternatief geneesmiddel.
Neuropsychiatrische reacties zijn gemeld bij behandeling met zanamivir bij patiënten met influenza, vooral bij kinderen. Influenza zelf kan ook gepaard gaan met uiteenlopende neurologische en gedragssymptomen. Controleer patiënten op gedragsveranderingen en beoordeel het voortzetten van de behandeling bij optreden hiervan.
Onderzoeksgegevens: De werkzaamheid en veiligheid zijn niet onderzocht bij kinderen < 6 maanden of bij patiënten met nierfalen (eindstadium nierziekte; 'ESRD'). Er zijn relatief weinig gegevens beschikbaar over de blootstelling aan zanamivir tijdens continue nierfunctievervangende therapie en dialyse.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Geen
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
NUCLEOSIDEN EN NUCLEOTIDEN (EXCL. REVERSE-TRANSCR-REMMERS) | ||
---|---|---|
Zovirax
|
J05AB01 | |
J05AB12 | ||
Cymevene
|
J05AB06 | |
Veklury
|
J05AB16 | |
Zelitrex
|
J05AB11 | |
Valcyte
|
J05AB14 |
FOSFONZUURDERIVATEN | ||
---|---|---|
Foscavir
|
J05AD01 |
PROTEASEREMMERS | ||
---|---|---|
Reyataz
|
J05AE08 | |
Prezista
|
J05AE10 | |
Telzir
|
J05AE07 | |
Crixivan
|
J05AE02 | |
Norvir
|
J05AE03 | |
Invirase
|
J05AE01 |
NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE-TRANSCRIPTASEREMMERS | ||
---|---|---|
Ziagen
|
J05AF06 | |
Emtriva
|
J05AF09 | |
Baraclude
|
J05AF10 | |
Epivir 3TC, Zeffix
|
J05AF05 | |
Vemlidy
|
J05AF13 | |
J05AF07 | ||
Retrovir AZT
|
J05AF01 |
NIET-NUCLEOSIDE REVERSE-TRANSCRIPTASEREMMERS | ||
---|---|---|
Pifeltro
|
J05AG06 | |
Stocrin
|
J05AG03 | |
Intelence
|
J05AG04 | |
Viramune
|
J05AG01 | |
Edurant
|
J05AG05 |
NEURAMINIDASEREMMERS | ||
---|---|---|
Tamiflu
|
J05AH02 |
ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR HIVINFECTIE, COMBINATIEPREPARATEN | ||
---|---|---|
Kivexa
|
J05AR02 | |
J05AR20 | ||
J05AR13 | ||
Dovato
|
J05AR25 | |
J05AR18 | ||
J05AR19 | ||
J05AR03 | ||
J05AR09 | ||
Kaletra
|
J05AR10 |
OVERIGE ANTIVIRALE MIDDELEN | ||
---|---|---|
Tivicay
|
J05AX12 | |
Celsentri
|
J05AX09 | |
Isentress
|
J05AX08 | |
J05AX24 |
ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR BEHANDELING VAN HCV-INFECTIES | ||
---|---|---|
Zepatier
|
J05AP54 | |
Maviret
|
J05AP57 | |
Harvoni
|
J05AP51 | |
Copegus
|
J05AP01 | |
Sovaldi
|
J05AP08 | |
Epclusa
|
J05AP55 |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.