HIV–proteaseremmer. Het werkingsspectrum is beperkt tot HIV type 1 en, zij het in mindere mate, HIV type 2. Het is een selectieve, competitieve, reversibele remmer van HIV-protease, een essentieel viraal enzym in de replicatiecyclus van het HIV en bij de vorming van infectieus virus. Tijdens de replicatiefase splitst HIV-protease virale polypeptideproducten, waardoor essentiële eiwitten en enzymen zoals protease worden gevormd. Door interferentie met dit proces blokkeert saquinavir de rijping van het HIV, waardoor niet-functionele, onrijpe, niet-infectieuze virussen worden gevormd.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Tablet (als mesilaat) 500 mg
Behandeling HIV infectie |
---|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Zeer vaak (> 10%): misselijkheid, diarree. Verlaagd aantal trombocyten, verhoogde waarden ASAT/ALAT, LDL, bloedcholesterol, triglyceriden.
Vaak (1-10%): overgevoeligheidsreactie. Dyspneu. Droge lippen/mond, oprispingen, dyspepsie, braken, opgezette buik, flatulentie, obstipatie, veranderde eetlust, buikpijn. Hoofdpijn, paresthesieën, duizeligheid, perifere neuropathie. Verworven lipodystrofie, lipoatrofie, toename hoeveelheid vetweefsel, alopecia, droge huid, eczeem, jeuk, huiduitslag. Spierspasmen. Asthenie, vermoeidheid, malaise. Verminderd libido, slaapstoornis. Hyperglykemie of (verergering van) diabetes mellitus. Anemie, verlaagd aantal lymfocyten en/of leukocyten. Verhoogde waarden bilirubine, amylase en/of creatinine in het bloed.
Soms (0,1-1%): pancreatitis. Geelzucht, hepatitis. Nieraandoening. Slaperigheid, convulsies. Verminderde visus. Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), bulleuze dermatitis. Mucosale ulceratie. Neutropenie.
Verhoogde waarden creatinekinase, myalgie, myositis en zelden rabdomyolyse zijn gemeld bij proteaseremmers, voornamelijk in combinatie met nucleoside-analoga.
Anti-retrovirale combinatietherapie (cART) is in verband gebracht met een herverdeling van lichaamsvet (lipodystrofie), metabole stoornissen (zoals hypertriglyceridemie, hypercholesterolemie, hyperlactatemie, insulineresistentie, hyperglykemie (soms met ketoacidose), het nieuw ontstaan van of verergering van bestaande diabetes mellitus) en het immuunreconstitutiesyndroom met bv. reactivering van herpesinfecties of auto-immuunziekten (zoals. ziekte van Graves). Ook osteonecrose kan voorkomen, vooral bij gevorderde HIV-infectie of langdurige blootstelling aan combinatietherapie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Er is een aantal mutaties bekend die leiden tot afname van de virologische respons, voor meer informatie zie (rubriek 5.1 van) de productinformatie van de fabrikant.
Controleer extra op veiligheid (cardiale aritmieën) en effectiviteit (virologische respons) bij patiënten met een matige leverfunctiestoornis; hoewel bij deze populatie geen dosisaanpassing noodzakelijk is, is de variabiliteit van de blootstelling wel groter. Bij toepassing van antiretrovirale combinatietherapie bij patiënten met chronische hepatitis B of C is er meer kans op ernstige, potentieel fatale leverbijwerkingen. Bij bestaande leverfunctiestoornis de leverfunctie regelmatig controleren; bij verslechtering de behandeling tijdelijk stopzetten of definitief staken.
Verlenging van het QT- en/of PQ-interval zijn gemeld, vrouwen en ouderen kunnen hiervoor extra gevoelig zijn. Beoordeel daarom vóór beginnen van de behandeling het ECG (start de behandeling niet bij een QT-tijd van > 450 ms) en herhaal deze zo nodig en in elk geval bij optreden van een hartritmestoornis of bij het starten van geneesmiddelen die de blootstelling aan saquinavir kunnen verhogen. Bij een QT-interval < 450 ms het ECG opnieuw beoordelen na 10 dagen van behandelen. Indien het QT-interval > 480 ms is of er een verlenging van > 20 ms aanwezig is, de behandeling (of eventuele comedicatie) staken. Staak de behandeling tevens bij aangetoonde hartritmestoornis; informeer de patiënt ieder verdacht symptoom als hartkloppingen, syncope of bewusteloosheid te melden. Informeer naar plots overlijden van familieleden op jonge leeftijd, omdat dit een indicatie kan zijn van een aangeboren verlengde QT-tijd.
Bij een aantal hemofiliepatiënten die proteaseremmers gebruikten, zijn spontane of toegenomen bloedingen (subcutane of musculaire hematomen, hemartrosen) opgetreden.
Wees voorzichtig bij ernstige immunodeficiëntie omdat er meer kans is op een ontstekingsreactie op asymptomatische of nog aanwezige opportunistische pathogenen die tot ernstige klinische ziektebeelden (zoals CMV-retinitis, focale en/of gegeneraliseerde mycobacteriële infecties en pneumocystes jiroveci pneumonie) kunnen leiden. In dit kader kunnen ook auto-immuunreacties (zoals de ziekte van Graves) optreden, vaak pas vele maanden na aanvang van de behandeling.
Bij het ontstaan van pijnlijke en/of stijve gewrichten controleren op osteonecrose.
Wees voorzichtig bij een ernstige nierfunctiestoornis, vanwege onvoldoende gegevens.
Saquinavir is substraat voor CYP3A4 (hoofdroute); uit in vitro-onderzoek blijkt het ook substraat voor P-gp te zijn.
Relevant:
Afname saquinavir: de concentratie daalt door inductoren. De effectiviteit moet worden gecontroleerd, alsmede de toxiciteit van carbamazepine. Combinatie met hypericum of rifampicine wordt ontraden.
De concentratie daalt door adefovir.
Toename saquinavir: de concentratie stijgt door diltiazem, erytromycine, itraconazol, ketoconazol en verapamil. Bovendien kan van deze middelen de plasmaconcentratie stijgen.
Saquinavir verhoogt de concentratie van: alfentanil, amiodaron, atorvastatine, carbamazepine, clindamycine, clonazepam, colchicine, diazepam, dihydropyridines, doxorubicine, etoposide, finasteride, fosfodiësteraseremmers, fusidinezuur, immunosuppressiva, kinidine, lidocaïne, maraviroc, parenteraal midazolam, propafenon, rifabutine, salmeterol, venlafaxine, vinblastine en vincristine. Combinatie met de volgende middelen wordt ontraden: alfuzosine, alprazolam, ergotamine, oraal midazolam, pimozide, quetiapine, simvastatine en trazodon.
De concentratie van claritromycine stijgt; bovendien kan de concentratie van saquinavir stijgen.
Saquinavir verlaagt de concentratie van: cyclofosfamide, fluvastatine en ifosfamide.
Overig effect: combinatie met atazanavir, bosentan, cobicistat, darunavir of tipranavir wordt ontraden.
De werking van cumarinederivaten wordt beïnvloed.
Niet relevant: het metabolisme van paclitaxel kan worden geremd.
Niet beoordeeld: ritonavir verhoogt de biologische beschikbaarheid; een lage dosis ritonavir wordt toegepast als 'booster' ter verhoging van de concentratie van saquinavir.
Indinavir verhoogt de biologische beschikbaarheid van saquinavir.
De fabrikant ontraadt combinatie van geboost saquinavir met fluticason, omdat ritonavir het metabolisme van fluticason remt.
De fabrikant ontraadt combinatie met middelen die het PR-interval en het QTc-interval verlengen.
Knoflook verlaagt de AUC, Cmax en de Cmin; de fabrikant ontraadt gebruik van knoflookcapsules.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
NUCLEOSIDEN EN NUCLEOTIDEN (EXCL. REVERSE-TRANSCR-REMMERS) | ||
---|---|---|
Zovirax
|
J05AB01 | |
J05AB12 | ||
Cymevene
|
J05AB06 | |
Veklury
|
J05AB16 | |
Zelitrex
|
J05AB11 | |
Valcyte
|
J05AB14 |
FOSFONZUURDERIVATEN | ||
---|---|---|
Foscavir
|
J05AD01 |
PROTEASEREMMERS | ||
---|---|---|
Reyataz
|
J05AE08 | |
Prezista
|
J05AE10 | |
Telzir
|
J05AE07 | |
Crixivan
|
J05AE02 | |
Norvir
|
J05AE03 |
NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE-TRANSCRIPTASEREMMERS | ||
---|---|---|
Ziagen
|
J05AF06 | |
Emtriva
|
J05AF09 | |
Baraclude
|
J05AF10 | |
Epivir 3TC, Zeffix
|
J05AF05 | |
Vemlidy
|
J05AF13 | |
J05AF07 | ||
Retrovir AZT
|
J05AF01 |
NIET-NUCLEOSIDE REVERSE-TRANSCRIPTASEREMMERS | ||
---|---|---|
Pifeltro
|
J05AG06 | |
Stocrin
|
J05AG03 | |
Intelence
|
J05AG04 | |
Viramune
|
J05AG01 | |
Edurant
|
J05AG05 |
NEURAMINIDASEREMMERS | ||
---|---|---|
Tamiflu
|
J05AH02 | |
Relenza, Dectoza
|
J05AH01 |
ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR HIVINFECTIE, COMBINATIEPREPARATEN | ||
---|---|---|
Kivexa
|
J05AR02 | |
J05AR20 | ||
J05AR13 | ||
Dovato
|
J05AR25 | |
J05AR18 | ||
J05AR19 | ||
J05AR03 | ||
J05AR09 | ||
Kaletra
|
J05AR10 |
OVERIGE ANTIVIRALE MIDDELEN | ||
---|---|---|
Tivicay
|
J05AX12 | |
Celsentri
|
J05AX09 | |
Isentress
|
J05AX08 | |
J05AX24 |
ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR BEHANDELING VAN HCV-INFECTIES | ||
---|---|---|
Zepatier
|
J05AP54 | |
Maviret
|
J05AP57 | |
Harvoni
|
J05AP51 | |
Copegus
|
J05AP01 | |
Sovaldi
|
J05AP08 | |
Epclusa
|
J05AP55 |