On-label
Toon SmPC tekstTablet (als Na-zout) 10 mg, 25 mg, 50 mg
Dolutegravir is een anti-HIV-middel. Het remt het enzym integrase in de humane gastheer-T-cel, waardoor het virale DNA niet kan integreren in het DNA van de gastheercel. Dit verhindert de vermenigvuldiging van het virus.
Geen informatie over farmacokinetische parameters bij kinderen
HIV |
---|
Volgens de fabrikant is dosisaanpassing niet noodzakelijk bij ernstig verminderde nierfunctie.
Er zijn geen gegevens over gebruik bij patiënten die dialyse ondergaan.
Zeer vaak (> 10%): misselijkheid, diarree. Hoofdpijn.
Vaak (1–10%): braken, flatulentie, buikpijn. Jeuk, huiduitslag. Vermoeidheid, depressie, duizeligheid, slapeloosheid, abnormale dromen. Stijging ALAT, ASAT en creatinekinase (CK).
Soms (0,1–1%): hepatitis. Suïcidale gedachten of suïcidepoging, in het bijzonder bij een voorgeschiedenis van depressie of psychiatrische ziekte. Overgevoeligheid zoals huiduitslag. Immuunreactiveringssyndroom.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties met orgaandisfunctie, waaronder ernstige leverreacties.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
De werkzaamheid van dolutegravir is aanzienlijk minder bij virale strengen met Q148 én > 2 secundaire mutaties van G140A/C/S, E138A/K/T of L74I; hiermee rekening houden bij bekende resistentie voor integraseremmers.
Bij optreden van eerste symptomen van ernstige huidreacties of overgevoeligheidsreacties (zoals ernstige huiduitslag, huiduitslag met gestegen leverenzymconcentraties, koorts, algehele malaise, vermoeidheid, pijn in spieren en gewrichten, blaren, laesies in de mond, conjunctivitis, faciaal oedeem, angio-oedeem, eosinofilie) de behandeling direct staken en de klinische status inclusief leveraminotransferasen en bilirubine controleren; te laat stoppen met de behandeling kan tot een levensbedreigende reactie leiden. Toepassing van anti-retrovirale therapie bij chronische hepatitis B of C geeft meer kans op (mogelijk fatale) leverafwijkingen, vooral bij patiënten bij wie de anti-hepatitis B-behandeling wordt gestaakt.
Wees voorzichtig bij ernstige immunodeficiëntie omdat er meer kans is op een ontstekingsreactie op asymptomatische of nog aanwezige opportunistische pathogenen die tot ernstige klinische ziektebeelden (zoals CMV-retinitis, focale en/of gegeneraliseerde micobacteriële infecties of een Pneumocystis jiroveci pneumonie) kunnen leiden. In dit kader kunnen ook auto-immuunreacties (zoals M. Graves) optreden, vaak pas vele maanden na aanvang van de behandeling.
Hoewel de oorzaak multifactorieel wordt geacht, zijn er gevallen van osteonecrose gemeld bij patiënten met gevorderde HIV-ziekte en/of langdurig gebruik van anti-retrovirale combinatietherapie; bij optreden van pijn en stijfheid in de gewrichten of van moeilijker bewegen, de patiënt hierop controleren.
Er zijn geen gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij ernstig gestoorde leverfunctie, bij dialysepatiënten en bij kinderen < 12 jaar of met een lichaamsgewicht < 40 kg. Er zijn weinig gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij een leeftijd ≥ 65 jaar.
Dolutegravir is substraat voor UGT1A1 (hoofdroute) en voor een klein deel voor CYP3A. Het is in vitro ook substraat voor P-gp. Het remt OCT2.
Relevant:
Absorptie: de absorptie wordt verminderd door gelijktijdige inname met antacida, calciumzouten, magnesiumzouten, sucralfaat en ijzerzouten. Dolutegravir moet ten minste 2 uur vóór of na het andere middel worden ingenomen.
Afname dolutegravir: de concentratie daalt door inductoren; bij combinatie met inductoren moet de dosering worden aangepast Combinatie met etravirine of hypericum wordt ontraden.
De concentratie daalt door valproïnezuur, bij combinatie moet de effectiviteit van dolutegravir worden gemonitord.
Dolutegravir verhoogt de concentratie van: metformine.
Niet beoordeeld: bij combinatie met fosamprenavir geboost met ritonavir bij geen resistentie is dosisaanpassing van dolutegravir niet nodig; bij (vermoede) resistentie wordt combinatie met geboost fosamprenavir ontraden.