Ritonavir

Stofnaam
Ritonavir
Merknaam
Norvir
ATC code
J05AE03
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Ritonavir is een antiretroviraal middel, behorend tot de HIV-proteaseremmers. Het werkingsspectrum is beperkt tot HIV-type 1 en, zij het in mindere mate, HIV-type 2. Het is een selectieve, competitieve, reversibele remmer van HIV-protease. De remming van HIV-protease leidt tot de productie van onrijpe niet-infectieuze HIV-deeltjes. Vanwege metabolisme-remmende eigenschappen (ritonavir is ook een sterke CYP3A4-remmer), wordt het vooral gebruikt als farmacokinetische versterker van andere proteaseremmers.

Farmacokinetiek bij kinderen

Geen informatie

Label dosisadvies Kinderformularium

< 2 jaar: Off-label
> 2 jaar: On-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

> 2 jaar:  350 mg/m² tweemaal daags oraal, max 1200 mg/dag in 2 doses.  Norvir dient te worden gestart met 250 mg/m² en te worden verhoogd met intervallen van 2 tot 3 dagen met 50 mg/m² tweemaal daags.


 

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Drank 80 mg/ml
Tablet 100 mg

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Als booster bij andere HIV middelen
  • Oraal
    • 1 maand tot 18 jaar
      [4]
      • Ritonavir wordt gebruikt als PK booster van andere protease inhibitors. De dosering van ritonavir varieert en is afhankelijk van de betreffende protease inhibitor. De dosering ritonavir wordt bij de betreffende protease inhibitor vermeld.

      •  

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Ritonavir als farmacokinetische versterker: de bijwerkingen zijn afhankelijk van de andere HIV-proteaseremmer die wordt gebruikt.

Ritonavir als antiretroviraal middel: Zeer vaak (> 10%): smaakstoornissen, circumorale en perifere paresthesie, hoofdpijn, duizeligheid, perifere neuropathie. Vermoeidheid, asthenie, overmatig blozen, warmtebeleving. Faryngitis, orofaryngeale pijn, hoesten. Buikpijn, misselijkheid, (soms ernstige) diarree, braken, dyspepsie. Gewrichtspijn, rugpijn. Jeuk, (erythemateuze en maculopapuleuze) huiduitslag.

Vaak (1-10%): allergische reacties zoals urticaria en faciaal oedeem. Hypertensie, (orthostatische) hypotensie, perifere kou. Mondzweren, anorexie, gastro-oesofageale refluxziekte, gastro-intestinale bloedingen, flatulentie. Pancreatitis. Hepatitis en verhoogd bilirubine (met icterus), ALAT, ASAT, γ-GT. Slapeloosheid, angst, verwardheid, aandachtsstoornis, syncope. Wazig zien. Toename mictiefrequentie, verslechtering nierfunctie (oligurie, verhoogd creatinine). Menorragie. Dehydratie, (perifeer) oedeem. Acne. Myositis, rabdomyolyse, spierpijn, myopathie. Koorts, gewichtsverlies. Verhoogde waarden van aantal eosinofielen, triglyceriden, cholesterol, CK, amylase en urinezuur. Verlaagde waarden van kalium, vrij en totaal thyroxine, hemoglobinegehalte, aantal witte bloedcellen en neutrofielen. Trombocytopenie.

Soms (0,1-1%): myocardinfarct. Acuut nierfalen. Ontwikkeling of verergering van diabetes mellitus. Verhoogd aantal witte bloedcellen en neutrofielen, verhoogde waarden van glucose, magnesium en alkalische fosfatase.

Zelden (0,01-0,1%): anafylaxie, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN).

cART: Antiretrovirale combinatietherapie (cART) is in verband gebracht met gewichtstoename en metabole stoornissen, zoals hypertriglyceridemie, hypercholesterolemie, insulineresistentie en hyperglykemie. Ook osteonecrose kan voorkomen, vooral bij gevorderde HIV-infectie of langdurige blootstelling aan cART; wees hierop bedacht bij het optreden van pijnlijke en/of stijf worden van gewrichten.

Verder zijn gemeld: nefrolithiase, een kleine verlenging van QTc en PQ-tijden wordt gezien, zonder dat de 500 ms voor de QTc tijd wordt overschreden, of dat tweede- of derdegraads AV-blok wordt gezien.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

  • Gedecompenseerde leverziekte.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Ritonavirdrank bevat 43% alcohol, ritonavircapsules bevatten 12% alcohol.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Leveraandoeningen/functie: Wees voorzichtig bij een bestaande leverziekte (o.a. actieve chronische hepatitis B of C) of leverenzymafwijkingen. Bij toepassing van antiretrovirale combinatietherapie bij patiënten met chronische hepatitis B of C is er meer kans op ernstige, potentieel fatale leverbijwerkingen. Bij bestaande leverfunctiestoornis de leverfunctie regelmatig controleren; bij verslechtering de behandeling tijdelijk stopzetten of definitief staken. Ritonavir niet toepassen bij gedecompenseerde leverziekte (zie Contra-indicaties), ook niet als farmacokinetische versterker. Er zijn geen onderzoeksgegevens over toepassing bij patiënten met een stabiele ernstige leverfunctiestoornis zonder decompensatie; ritonavir dan met voorzichtigheid gebruiken, omdat verhoogde spiegels van de gelijktijdig toegediende HIV-proteaseremmer kunnen optreden; specifieke aanbevelingen zijn afhankelijk van welke HIV-proteaseremmer gelijktijdig wordt toegediend, zie de betreffende geneesmiddeltekst.

Immuun reconstitutie inflammatoir syndroom (IRIS) is gemeld, vooral bij ernstige immuundeficiëntie bij aanvang van de behandeling. Wees hierbij voorzichtig, in verband met meer kans op ontstekingsreacties op latent aanwezige opportunistische infecties, met ernstige klinische ziektebeelden tot gevolg, zoals CMV-retinitis, focale en/of gegeneraliseerde mycobacteriële infecties of een Pneumocystis jiroveci-pneumonie. In dit kader kunnen ook auto-immuunziekten optreden door immuunreactivering, zoals de ziekte van Graves, auto-immuunhepatitis, polymyositis en het Guillain-Barré-syndroom. De tijd tot optreden van deze ziekten is variabel, echter vaak pas vele maanden na aanvang van de behandeling.

Gewicht, serumlipiden en bloedglucosespiegels kunnen toenemen tijdens de behandeling met cART.

Pancreatitis: bij optreden van aanhoudende buikpijn de diagnose pancreatitis overwegen; bij vaststelling van pancreatitis de behandeling staken. Pancreatitis wordt onder andere waargenomen wanneer zich een hypertriglyceridemie ontwikkelt. In een gevorderd stadium van de HIV-ziekte is er meer kans op verhoogde triglyceridenwaarden en pancreatitis.

Ernstig aanhoudend braken en/of diarree samenhangend met het gebruik van ritonavir kan de nierfunctie en absorptie en werkzaamheid van ritonavir en andere geneesmiddelen verminderen.

Wees voorzichtig bij een bestaande nierfunctiestoornis.

Bij een aantal hemofiliepatiënten die HIV-proteaseremmers gebruikten zijn spontane of toegenomen bloedingen opgetreden (subcutane of musculaire hematomen, hemartrosen).

Interacties Bron: KNMP Kennisbank

Ritonavir remt CYP3A4, CYP2D6 en P-gp, en is substraat voor CYP3A4 en CYP2D6; het induceert CYP1A2, CYP2B6, CYP2C8, CYP2C9, CYP2C19 en UGT.

Relevant:
Afname ritonavir: de concentratie daalt door bepaalde inductoren (carbamazepine, enzalutamide, fenobarbital, fenytoïne, hypericum, mitotaan, primidon, rifampicine, dexamethason, bosentan). Andersom kan de concentratie van fenytoïne dalen, en kan de concentratie van carbamazepine stijgen door ritonavir. De effectiviteit moet worden gecontroleerd, alsmede de effectiviteit van fenytoïne en de toxiciteit van carbamazepine. Combinatie met bosentan wordt ontraden.

Ritonavir verhoogt de concentratie van: CYP3A4-remmers en bij P-gp-remmers, en van afatinib, alfentanil, bepaalde antipsychotica (aripiprazol, haloperidol, perfenazine, risperidon, sertindol), apixaban, atomoxetine, chloorpromazine, chloordiazepoxide, (hydroxy)chloroquine, clindamycine, clonazepam, bepaalde corticosteroïden (deflazacort, fluticason, prednis(ol)on, methylprednisolon, triamcinolon, triamcinolonacetonide, triamcinolonhexacetonide), domperidon, doxazosine, doxorubicine, erytromycine, ethosuximide, etoposide, fentanyl, finasteride, fluoxetine, fusidinezuur, bepaalde HCV-middelen (ledipasvir, Elbasvir/Grazoprevir, Glecaprevir/Pibrentasvir), isotretinoïne, itraconazol, ivermectine, ketoconazol, kinine, lidocaïne, lomitapide, metoprolol, prazepam, promethazine, propranolol, pyrimethamine, rifabutine (bovendien kan de concentratie van ritonavir dalen door rifabutine, rivaroxaban, rosuvastatine, salmeterol, sertraline, silodosine, sulfonylureumderivaten, tamsulosine, tenofovir alafenamide, tetrabenazine, thalidomide, tolvaptan, tricyclische antidepressiva, venlafaxine en vortioxetine.

Combinatie met de volgende middelen wordt ontraden: alfuzosine, amfetaminen, amiodaron, clorazepinezuur, diazepam, flecaïnide, pethidine, piroxicam, propafenon, repaglinide en trazodon.

De concentratie van claritromycine stijgt; bovendien kan de ritonavirconcentratie stijgen.

Ritonavir verlaagt de concentratie van: albendazol, atovaquon, bupropion, clozapine, cyclofosfamide, eltrombopag, fluvastatine, ifosfamide, lamotrigine, levothyroxine, mebendazol, methadon, morfine, olanzapine, pravastatine, (de actieve metaboliet van) tamoxifen, theofylline, valproïnezuur en voriconazol (ontraden).

De concentratie van ethinylestradiol daalt; de betrouwbaarheid van orale anticonceptiva, de vaginale ring en de pleister kan afnemen. Een andere vorm van anticonceptie wordt aanbevolen.

Overig effect: het trombocytenaggregatieremmend effect van clopidogrel wordt mogelijk verminderd.

De werking van VKA's wordt beïnvloed.

Ritonavircapsules bevatten ethanol 12% g/g. Bij combinatie met disulfiram of metronidazol kunnen ernstige bijwerkingen optreden. De capsule mag niet worden gebruikt. Alternatief: ritonavir tablet.

Niet relevant:
Ritonavir verhoogt de concentratie van: CYP3A4-remmers, en van ciclesonide, dabigatran, docetaxel, duloxetine, galantamine, riociguat, selexipag en trastuzumab deruxtecan.

De AUC van docetaxel en paclitaxel kan toenemen na orale toediening van de intraveneuze vorm van docetaxel of paclitaxel.

Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met daunorubicine.

Niet beoordeeld:
Ritonavir verhoogt de biologische beschikbaarheid van HIV-proteaseremmers. Lage doses ritonavir wordt toegepast als 'booster' ter verhoging van de plasmaconcentratie van de HIV-proteaseremmer, en niet vanwege de antiretrovirale werking.

De biologische beschikbaarheid van efavirenz kan toenemen, en die van raltegravir en zidovudine kan afnemen. Dosisaanpassing is in het algemeen niet nodig.

DIRECT WERKENDE ANTIVIRALE MIDDELEN

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

NUCLEOSIDEN EN NUCLEOTIDEN (EXCL. REVERSE-TRANSCR-REMMERS)
J05AB01
J05AB12

Ganciclovir

Cymevene
J05AB06

Remdesivir

Veklury
J05AB16

Valaciclovir

Zelitrex
J05AB11

Valganciclovir

Valcyte
J05AB14
FOSFONZUURDERIVATEN

Foscarnet

Foscavir
J05AD01
PROTEASEREMMERS

Atazanavir

Reyataz
J05AE08

Darunavir

Prezista
J05AE10

Fosamprenavir

Telzir
J05AE07

Indinavir

Crixivan
J05AE02

Saquinavir

Invirase
J05AE01
NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE-TRANSCRIPTASEREMMERS

Abacavir

Ziagen
J05AF06

Emtricitabine

Emtriva
J05AF09

Entecavir

Baraclude
J05AF10

Lamivudine

Epivir 3TC, Zeffix
J05AF05
J05AF13
J05AF07

Zidovudine

Retrovir AZT
J05AF01
NIET-NUCLEOSIDE REVERSE-TRANSCRIPTASEREMMERS

Doravirine

Pifeltro
J05AG06

Efavirenz

Stocrin
J05AG03

Etravirine

Intelence
J05AG04

Nevirapine

Viramune
J05AG01

Rilpivirine

Edurant
J05AG05
NEURAMINIDASEREMMERS

Oseltamivir

Tamiflu
J05AH02

Zanamivir

Relenza, Dectoza
J05AH01
ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR HIVINFECTIE, COMBINATIEPREPARATEN
J05AR02
J05AR20
J05AR13
J05AR25
J05AR18
J05AR19
J05AR03
J05AR09
J05AR10
OVERIGE ANTIVIRALE MIDDELEN

Dolutegravir

Tivicay
J05AX12

Enfuvirtide

Fuzeon
J05AX07

Maraviroc

Celsentri
J05AX09

Raltegravir

Isentress
J05AX08
J05AX24
ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR BEHANDELING VAN HCV-INFECTIES
J05AP54
J05AP57
J05AP51

Ribavirine

Copegus, Rebetol
J05AP01

Sofosbuvir

Sovaldi
J05AP08
J05AP55

Referenties

  1. CBO, Richtlijn antiretrovirale therapie, www.cbo.nl, herziene versie december 2007
  2. ZorgInstituut Nederand, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 16-4-2023
  3. Informatorium Medicamentorum, Interacties, Geraadpleegd 9-7-2023
  4. Panel on Antiretroviral Therapy and Medical Management of HIV-Infected Children., Guidelines for the Use of Antiretroviral Agents in Pediatric HIV Infection, Available at www.aidsinfo.nih.gov, Updated April 11, 2022

Wijzigingen

  • 20 november 2017 09:32: Doseeradvies verwijderd, ritonavir wordt uitsluitend in combinatie met andere middelen gebruikt.

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering