Foscarnet

Stofnaam
Foscarnet
Merknaam
Foscavir
ATC code
J05AD01
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Antivirale stof werkzaam tegen herpesvirussen (o.a. cytomegalovirus) en sommige retrovirussen, incl. humaan immunodeficiëntie virus (hiv). De werking berust waarschijnlijk op remming van virale DNA-polymerasen (herpesvirussen) of van het 'reverse transcriptase' (hiv).

Farmacokinetiek bij kinderen

Geen informatie

Label dosisadvies Kinderformularium

Off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Niet geregistreerd voor kinderen.

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Infusievlst. (tri-Na-zout-6-water) 24 mg/ml

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Levens-of orgaanbedreigende infecties cytomegalovirus (CMV)
  • Intraveneus
    • 1 maand tot 18 jaar
      [1] [2]
      • 180 mg/kg/dag in 2 doses.
      • Bij toediening via perifere aderen een verdunde oplossing (tot 12 mg/ml) gebruiken in verband met tromboflebitis. Bij toediening via centraal veneuze catheter is dit niet nodig (dan 24 mg/ml).
        Dosis bij nierinsufficientie aanpassen volgens bijsluiter.

Vervolgtherapie retinitis op basis van cytomegalovirus (CMV)
  • Intraveneus
    • 1 maand tot 18 jaar
      [1] [2]
      • 90 - 120 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Bij toediening via perifere aderen een verdunde oplossing (tot 12 mg/ml) gebruiken in verband met tromboflebitis. Bij toediening via centraal veneuze catheter is dit niet nodig (dan 24 mg/ml).
        Dosis bij nierinsufficientie aanpassen volgens bijsluiter.

         

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

Toepassing bij verminderde nierfunctie (creatinineklaring kleiner dan 30 ml/min) is gecontraïndiceerd.

Bij verminderde nierfunctie (creatinineklaring 30-80 ml/min) bij volwassenen: voor het vaststellen van de dosering wordt het advies van de fabrikant gevolgd.

De dosering bij verminderde nierfunctie verschilt per indicatie. De fabrikant geeft de creatinineklaring op in ml/min/kg lich.gewicht. Dit is gebaseerd op de volgende formules: voor mannen (140-leeftijd)/(72 x serumcreatinine); voor vrouwen (140-leeftijd)/72 x serumcreatinine) x 0.85. Leeftijd wordt uitgedrukt in aantal jaren en serumcreatinine in mg/dl; hierbij geldt 1 mg/dl creatinine = 88.4 μmol/l.

CMV-retinitis bij patiënten met HIV-infectie, CMV-ziekte bij patiënten met HST:

  • creatinineklaring 1.0-1.4 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 135 mg/kg/dag in 3 doses  of 140 mg/kg/dag in 2; onderhoud 70-90 mg/kg/dag in 1 dosis;

  • creatinineklaring 0.8-1.0 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 105 mg/kg/dag in 3  doses of 100 mg/kg/dag in 2 doses; onderhoud 50-65 mg/kg/dag in 1 dosis;

  • creatinineklaring 0.6-0.8 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 80 mg/kg/dag in 1-2 doses; onderhoud 80-105 mg/kg elke 48 uur;

  • creatinineklaring 0.5-0.6 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 60 mg/kg/dag in 1-2 doses ; onderhoud 60-80 mg/kg elke 48 uur;
  • creatinineklaring 0.4-0.5 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 50 mg/kg/dag in 1-2 doses ; onderhoud 50-65 mg/kg lich.gewicht elke 48 uur;
  • creatinineklaring kleiner dan 0.4 ml/min/kg lich.gewicht: behandeling met foscarnet wordt niet aanbevolen;
  • hemodialyse: behandeling met foscarnet wordt niet aanbevolen.


CMV-infectie in maagdarmkanaal bij patiënten met HIV-infectie:

  • creatinineklaring 1.0-1.4 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 140 mg/kg/dag in 2 doses;
  • creatinineklaring 0.8-1.0 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 100 mg/kg/dag in 2 doses;
  • creatinineklaring 0.6-0.8 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 80 mg/kg/dag in 1 dosis;
  • creatinineklaring 0.5-0.6 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 60 mg/kg/dag in 1 dosis;
  • creatinineklaring 0.4-0.5 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 50 mg/kg/dag in 1 dosis;
  • creatinineklaring kleiner dan 0.4 ml/min/kg lich.gewicht: behandeling met foscarnet wordt niet aanbevolen;
  • hemodialyse: behandeling met foscarnet wordt niet aanbevolen.


CMV-viremie bij patiënten met HST:

  • creatinineklaring 1.0-1.4 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 90 mg/kg/dag in 2; onderhoud 70-90 mg/kg/dag in 1 dosis;
  • creatinineklaring 0.8-1.0 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 70 mg/kg/dag in 2; onderhoud 50-65 mg/kg/dag in 1 dosis 
  • creatinineklaring 0.6-0.8 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 50 mg/kg/dag in 2; onderhoud 80-105 mg/kg elke 48 uur;
  • creatinineklaring 0.5-0.6 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 40 mg/kg/dag in 2; onderhoud 60-80 mg/kg elke 48 uur;
  • creatinineklaring 0.4-0.5 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 30 mg/kg/dag in 2; onderhoud 50-65 mg/kg elke 48 uur;
  • creatinineklaring kleiner dan 0.4 ml/min/kg lich.gewicht: behandeling met foscarnet wordt niet aanbevolen;
  • hemodialyse: behandeling met foscarnet wordt niet aanbevolen.


Aciclovir-resistente herpes simplex-infectie:

  • creatinineklaring 1.0-1.4 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 90 mg/kg/dag in 3 doses;
  • creatinineklaring 0.8-1.0 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 60 mg/kg/dag in 3 doses;
  • creatinineklaring 0.6-0.8 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 50 mg/kg/dag in 2 doses;
  • creatinineklaring 0.5-0.6 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 40 mg/kg/dag in 2 doses;
  • creatinineklaring 0.4-0.5 ml/min/kg lich.gewicht: inductie 30 mg/kg/dag in 2 doses;
  • creatinineklaring kleiner dan 0.4 ml/min/kg lich.gewicht: behandeling met foscarnet wordt niet aanbevolen;
  • hemodialyse: behandeling met foscarnet wordt niet aanbevolen.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Zeer vaak (> 10%): granulocytopenie. Anorexia; hypokaliëmie; hypomagnesiëmie; hypocalciëmie; hyperfosfatemie; hypofosfatemie. Diarree; misselijkheid; braken. Duizeligheid; hoofdpijn; paresthesieën. Asthenie; rillingen; vermoeidheid; pyrexie. Verhoogde creatininespiegel in bloed; hemoglobine verlaagd. Huiduitslag. Vaak (1-10%): leukopenie; trombocytopenie. Sepsis. Hyponatriëmie; bloedalkalische-fosfatase verhoogd; bloedlactaatdehydrogenase verhoogd. Agressie; agitatie; angst; verwardheid; depressie; nervositeit; onrust. Coördinatie afwijkend; convulsie; hypo-esthesie; onwillekeurige spiercontracties; neuropathie; tremoren. Palpitaties. Hypertensie; hypotensie; tromboflebitis. Buikpijn; obstipatie; dyspepsie. Gestoorde leverfunctie; γ-glutamyltransferase verhoogd; alanine-aminotransferase verhoogd; aspartaataminotransferase verhoogd. Nierfunctiestoornissen; acute nierinsufficiëntie; dysurie; polyurie; uremie. Malaise; oedeem. Genitale irritatie en ulceratie (bij mannen en vrouwen). Creatinineklaring, renaal verlaagd; elektrocardiogram abnormaal. Soms (0,1-1%): acidose. Verder zijn gemeld: anemie; neutropenie. Diabetes insipidus. Elektrocardiogram QT verlengd; ventriculaire aritmieën. Pancreatitis. Overgevoeligheidsreacties; pruritus; toxische epidermale necrolyse. Myalgie; spierzwakte; myopathie; myositis; rabdomyolyse. Renale pijn. Bloedamylase verhoogd; creatinekinasespiegel verhoogd.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Ernstige nierfunctiestoornissen (creatinineklaring < 0,4 ml/kg per min.).

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Foscarnet dient gereserveerd te worden tot die kinderen die overgevoelig zijn voor ganciclovir, ernstige beenmergremming als bijwerking hebben, of als ganciclovir-resistentie ernstig vermoed wordt of bewezen is. Quantitatieve monitoring van CMV DNA concentraties in bloed en/of secreta heeft hierbij grote betekenis, zolang een genetische bepaling van GCV resistentie technisch niet mogelijk is

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Nefrotoxiciteit kan worden beperkt door adequate hydratie; aangeraden wordt 0,5–0,75 l fysiologisch zout per infuus toe te voegen. Voorzichtigheid is geboden bij gestoorde nierfunctie. De nierfunctie (serumcreatinine), serumcalciumspiegel (in verband met kans op acute hypocalciëmie) en serummagnesiumspiegel dienen nauwkeurig te worden gevolgd; bij inductiebehandeling serumcreatinine om de dag controleren, bij onderhoudsbehandeling eenmaal per week. Om minder kans te hebben op lokale irritatie van de penis, dienen mannelijke patiënten te zorgen voor maatregelen van persoonlijke hygiëne. Bij persisterende immunodeficiëntie komen frequent recidieven voor omdat cytomegalovirus meestal een latente infectie veroorzaakt.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Niet beoordeeld: bij combinatie met intraveneus toegediend pentamidine neemt het risico op nierfunctiestoornis en (soms symptomatische) hypocalciëmie toe. Combinatie met pentamidine wordt ontraden.

Combinatie met nefrotoxische middelen en lisdiuretica dient bij voorkeur te worden vermeden. Bij combinatie met een HIV-proteaseremmer neemt het risico op nierfunctiestoornis toe.

Bij combinatie met ciprofloxacine zijn convulsies gemeld.

DIRECT WERKENDE ANTIVIRALE MIDDELEN

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

NUCLEOSIDEN EN NUCLEOTIDEN (EXCL. REVERSE-TRANSCR-REMMERS)
J05AB01
J05AB12

Ganciclovir

Cymevene
J05AB06

Remdesivir

Veklury
J05AB16

Valaciclovir

Zelitrex
J05AB11

Valganciclovir

Valcyte
J05AB14
PROTEASEREMMERS

Atazanavir

Reyataz
J05AE08

Darunavir

Prezista
J05AE10

Fosamprenavir

Telzir
J05AE07

Indinavir

Crixivan
J05AE02

Ritonavir

Norvir
J05AE03

Saquinavir

Invirase
J05AE01
NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE-TRANSCRIPTASEREMMERS

Abacavir

Ziagen
J05AF06

Emtricitabine

Emtriva
J05AF09

Entecavir

Baraclude
J05AF10

Lamivudine

Epivir 3TC, Zeffix
J05AF05
J05AF13
J05AF07

Zidovudine

Retrovir AZT
J05AF01
NIET-NUCLEOSIDE REVERSE-TRANSCRIPTASEREMMERS

Doravirine

Pifeltro
J05AG06

Efavirenz

Stocrin
J05AG03

Etravirine

Intelence
J05AG04

Nevirapine

Viramune
J05AG01

Rilpivirine

Edurant
J05AG05
NEURAMINIDASEREMMERS

Oseltamivir

Tamiflu
J05AH02

Zanamivir

Relenza, Dectoza
J05AH01
ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR HIVINFECTIE, COMBINATIEPREPARATEN
J05AR02
J05AR20
J05AR13
J05AR25
J05AR18
J05AR19
J05AR03
J05AR09
J05AR10
OVERIGE ANTIVIRALE MIDDELEN

Dolutegravir

Tivicay
J05AX12

Maraviroc

Celsentri
J05AX09

Raltegravir

Isentress
J05AX08
J05AX24
ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR BEHANDELING VAN HCV-INFECTIES
J05AP54
J05AP57
J05AP51

Ribavirine

Copegus
J05AP01

Sofosbuvir

Sovaldi
J05AP08
J05AP55

Referenties

  1. Rademaker C.M.A. et al, Geneesmiddelen-Formularium voor Kinderen, 2007
  2. Furth van AM et al, Werkboek Infectieziekten bij Kinderen, VU Uitgeverij, 1999
  3. ZorgInstituut Nederand, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 23 okt 2014
  4. Informatorium Medicamentorum, (Interacties), Geraadpleegd 23 okt 2014

Wijzigingen

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering