Antivirale stof werkzaam tegen herpesvirussen (o.a. cytomegalovirus) en sommige retrovirussen, incl. humaan immunodeficiëntie virus (hiv). De werking berust waarschijnlijk op remming van virale DNA-polymerasen (herpesvirussen) of van het 'reverse transcriptase' (hiv).
Geen informatie
Infusievlst. (tri-Na-zout-6-water) 24 mg/ml
Levens-of orgaanbedreigende infecties cytomegalovirus (CMV) |
---|
|
Vervolgtherapie retinitis op basis van cytomegalovirus (CMV) |
---|
|
Toepassing bij verminderde nierfunctie (creatinineklaring kleiner dan 30 ml/min) is gecontraïndiceerd.
Bij verminderde nierfunctie (creatinineklaring 30-80 ml/min) bij volwassenen: voor het vaststellen van de dosering wordt het advies van de fabrikant gevolgd.
De dosering bij verminderde nierfunctie verschilt per indicatie. De fabrikant geeft de creatinineklaring op in ml/min/kg lich.gewicht. Dit is gebaseerd op de volgende formules: voor mannen (140-leeftijd)/(72 x serumcreatinine); voor vrouwen (140-leeftijd)/72 x serumcreatinine) x 0.85. Leeftijd wordt uitgedrukt in aantal jaren en serumcreatinine in mg/dl; hierbij geldt 1 mg/dl creatinine = 88.4 μmol/l.
CMV-retinitis bij patiënten met HIV-infectie, CMV-ziekte bij patiënten met HST:
CMV-infectie in maagdarmkanaal bij patiënten met HIV-infectie:
CMV-viremie bij patiënten met HST:
Aciclovir-resistente herpes simplex-infectie:
Zeer vaak (> 10%): granulocytopenie. Anorexia; hypokaliëmie; hypomagnesiëmie; hypocalciëmie; hyperfosfatemie; hypofosfatemie. Diarree; misselijkheid; braken. Duizeligheid; hoofdpijn; paresthesieën. Asthenie; rillingen; vermoeidheid; pyrexie. Verhoogde creatininespiegel in bloed; hemoglobine verlaagd. Huiduitslag. Vaak (1-10%): leukopenie; trombocytopenie. Sepsis. Hyponatriëmie; bloedalkalische-fosfatase verhoogd; bloedlactaatdehydrogenase verhoogd. Agressie; agitatie; angst; verwardheid; depressie; nervositeit; onrust. Coördinatie afwijkend; convulsie; hypo-esthesie; onwillekeurige spiercontracties; neuropathie; tremoren. Palpitaties. Hypertensie; hypotensie; tromboflebitis. Buikpijn; obstipatie; dyspepsie. Gestoorde leverfunctie; γ-glutamyltransferase verhoogd; alanine-aminotransferase verhoogd; aspartaataminotransferase verhoogd. Nierfunctiestoornissen; acute nierinsufficiëntie; dysurie; polyurie; uremie. Malaise; oedeem. Genitale irritatie en ulceratie (bij mannen en vrouwen). Creatinineklaring, renaal verlaagd; elektrocardiogram abnormaal. Soms (0,1-1%): acidose. Verder zijn gemeld: anemie; neutropenie. Diabetes insipidus. Elektrocardiogram QT verlengd; ventriculaire aritmieën. Pancreatitis. Overgevoeligheidsreacties; pruritus; toxische epidermale necrolyse. Myalgie; spierzwakte; myopathie; myositis; rabdomyolyse. Renale pijn. Bloedamylase verhoogd; creatinekinasespiegel verhoogd.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Ernstige nierfunctiestoornissen (creatinineklaring < 0,4 ml/kg per min.).
Foscarnet dient gereserveerd te worden tot die kinderen die overgevoelig zijn voor ganciclovir, ernstige beenmergremming als bijwerking hebben, of als ganciclovir-resistentie ernstig vermoed wordt of bewezen is. Quantitatieve monitoring van CMV DNA concentraties in bloed en/of secreta heeft hierbij grote betekenis, zolang een genetische bepaling van GCV resistentie technisch niet mogelijk is
Nefrotoxiciteit kan worden beperkt door adequate hydratie; aangeraden wordt 0,5–0,75 l fysiologisch zout per infuus toe te voegen. Voorzichtigheid is geboden bij gestoorde nierfunctie. De nierfunctie (serumcreatinine), serumcalciumspiegel (in verband met kans op acute hypocalciëmie) en serummagnesiumspiegel dienen nauwkeurig te worden gevolgd; bij inductiebehandeling serumcreatinine om de dag controleren, bij onderhoudsbehandeling eenmaal per week. Om minder kans te hebben op lokale irritatie van de penis, dienen mannelijke patiënten te zorgen voor maatregelen van persoonlijke hygiëne. Bij persisterende immunodeficiëntie komen frequent recidieven voor omdat cytomegalovirus meestal een latente infectie veroorzaakt.
Niet beoordeeld: bij combinatie met intraveneus toegediend pentamidine neemt het risico op nierfunctiestoornis en (soms symptomatische) hypocalciëmie toe. Combinatie met pentamidine wordt ontraden.
Combinatie met nefrotoxische middelen en lisdiuretica dient bij voorkeur te worden vermeden. Bij combinatie met een HIV-proteaseremmer neemt het risico op nierfunctiestoornis toe.
Bij combinatie met ciprofloxacine zijn convulsies gemeld.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
NUCLEOSIDEN EN NUCLEOTIDEN (EXCL. REVERSE-TRANSCR-REMMERS) | ||
---|---|---|
Zovirax
|
J05AB01 | |
J05AB12 | ||
Cymevene
|
J05AB06 | |
Veklury
|
J05AB16 | |
Zelitrex
|
J05AB11 | |
Valcyte
|
J05AB14 |
PROTEASEREMMERS | ||
---|---|---|
Reyataz
|
J05AE08 | |
Prezista
|
J05AE10 | |
Telzir
|
J05AE07 | |
Crixivan
|
J05AE02 | |
Norvir
|
J05AE03 | |
Invirase
|
J05AE01 |
NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE-TRANSCRIPTASEREMMERS | ||
---|---|---|
Ziagen
|
J05AF06 | |
Emtriva
|
J05AF09 | |
Baraclude
|
J05AF10 | |
Epivir 3TC, Zeffix
|
J05AF05 | |
Vemlidy
|
J05AF13 | |
J05AF07 | ||
Retrovir AZT
|
J05AF01 |
NIET-NUCLEOSIDE REVERSE-TRANSCRIPTASEREMMERS | ||
---|---|---|
Pifeltro
|
J05AG06 | |
Stocrin
|
J05AG03 | |
Intelence
|
J05AG04 | |
Viramune
|
J05AG01 | |
Edurant
|
J05AG05 |
NEURAMINIDASEREMMERS | ||
---|---|---|
Tamiflu
|
J05AH02 | |
Relenza, Dectoza
|
J05AH01 |
ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR HIVINFECTIE, COMBINATIEPREPARATEN | ||
---|---|---|
Kivexa
|
J05AR02 | |
J05AR20 | ||
J05AR13 | ||
Dovato
|
J05AR25 | |
J05AR18 | ||
J05AR19 | ||
J05AR03 | ||
J05AR09 | ||
Kaletra
|
J05AR10 |
OVERIGE ANTIVIRALE MIDDELEN | ||
---|---|---|
Tivicay
|
J05AX12 | |
Celsentri
|
J05AX09 | |
Isentress
|
J05AX08 | |
J05AX24 |
ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR BEHANDELING VAN HCV-INFECTIES | ||
---|---|---|
Zepatier
|
J05AP54 | |
Maviret
|
J05AP57 | |
Harvoni
|
J05AP51 | |
Copegus
|
J05AP01 | |
Sovaldi
|
J05AP08 | |
Epclusa
|
J05AP55 |