Imiglucerase is een op macrofagen gericht recombinant β-glucocerebrosidase. Het katalyseert de hydrolytische splitsing van het glucolipide glucocerebroside in glucose en ceramide, de normale weg voor afbraak van membraanlipiden in de lysosomen. Glucocerebroside ontstaat hoofdzakelijk bij de omzet van hematopoëtische cellen. Chronische toediening van imiglucerase bij de ziekte van Gaucher type I geeft vermindering van de spleno- en hepatomegalie en de hematologische deficiënties. Door verbetering van de mineralisatie in het bot verminderen botbreuken en botpijn.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Infusiepoeder 400 E
Enzymvervangingstherapie bij ziekte van Gaucher type 1 en 3 |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Vaak (1-10%): overgevoeligheidsverschijnselen zoals jeuk, uitslag, urticaria, angio-oedeem, dyspneu en hoest.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsverschijnselen zoals beklemd gevoel op de borst, hypotensie, tachycardie, blozen, cyanose, paresthesie en rugpijn. Duizeligheid, hoofdpijn. Misselijkheid, braken, diarree, buikkramp. Gewrichtspijn. Koorts, rillingen, vermoeidheid. Ongemak, brandend gevoel, zwelling of steriel abces op de infusieplaats.
Zelden (0,01–0,1%): anafylactoïde reacties.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Overgevoeligheid: vóór starten van de therapie een baseline serummonster afnemen, dat in de evaluatie van een positieve uitslag van specifieke IgG-antistoffen kan worden meegenomen, dergelijke specifieke IgG-antistoffen verhogen de kans op overgevoeligheidsreacties. Bij een overgevoeligheidsreactie de infusie onmiddellijk staken en binnen twee uur een bloedmonster nemen voor bepaling van complement en tryptase, imiglucerase-antistoffen testen en de uitslag hiervan vergelijken met de eerste controletest; meestal kan de behandeling worden voortgezet na voorbehandeling met antihistaminica en/of corticosteroïden en na verlaging van de dosis of de infusiesnelheid. Met name voorzichtig zijn tijdens het eerste jaar (vnl. de eerste 6 mnd.) van de behandeling; 15% van de patiënten vormt dan antistoffen. Tevens voorzichtig zijn bij patiënten die eerder antistoffen of overgevoeligheidsreacties hebben ontwikkeld tegen alglucerase.
De werkzaamheid van imiglucerase op neurologische symptomen van patiënten met de chronische neuronopathische vorm van de ziekte van Gaucher is niet vastgesteld.
Toediening thuis onder medisch toezicht kan worden overwogen indien de infusies gedurende enkele maanden goed zijn verdragen. Wanneer bijwerkingen optreden, dient de patiënt te stoppen en de arts te raadplegen.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
AMINOZUREN EN AFGELEIDE VERBINDINGEN | ||
---|---|---|
Cystadane, Amversio
|
A16AA06 | |
Carbaglu, Ucedane
|
A16AA05 | |
Carnitene
|
A16AA01 | |
Cystagon
|
A16AA04 |
ENZYMEN | ||
---|---|---|
Replagal
|
A16AB03 | |
Fabrazyme
|
A16AB04 | |
Myozyme
|
A16AB07 | |
Strensiq
|
A16AB13 | |
Brineura
|
A16AB17 | |
Naglazyme
|
A16AB08 | |
Elaprase
|
A16AB09 | |
Aldurazyme
|
A16AB05 | |
Kanuma
|
A16AB14 | |
Vpriv
|
A16AB10 |
DIVERSE MAAGDARMKANAAL- EN METABOLISMEPRODUCTEN | ||
---|---|---|
Ammonaps, Pheburane
|
A16AX03 | |
Ravicti
|
A16AX09 | |
Oxlumo
|
A16AX18 | |
Zavesca
|
A16AX06 | |
A16AX | ||
Orfadin
|
A16AX04 | |
Kuvan
|
A16AX07 | |
Revestive
|
A16AX08 | |
Cuprior; Cufence
|
A16AX12 | |
Wilzin
|
A16AX05 |