Off-label
Toon SmPC tekstCapsule 50 mg, 250 mg
Vormt in de darmen een onoplosbaar complex met fosfaat, waardoor het serumgehalte aan anorganisch fosfaat daalt.
Geen informatie
Hyperfosfatemie bij chronische nierinsufficientie |
---|
|
Hyperfosfatemie en hypocalciemie agv chemotherapie |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Hypercalciëmie. Maag-darmklachten zoals misselijkheid, anorexie en obstipatie; deze klachten kunnen ook een uiting zijn van (lichte) hypercalciëmie. Jeuk, waarschijnlijk door een allergische reactie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Ernstige hypercalciëmie. Ernstige hypercalciurie.
In combinatie met algeldraat lager doseren.
Tijdens de behandeling de serumcalcium- en serumfosfaatspiegel regelmatig controleren. Het calciumgehalte vermenigvuldigd met het fosfaatgehalte in serum (Ca × P) mag niet meer zijn dan 4,51 mmol²/l² en de serumfosfor dient < 1,78 mmol/l te zijn. Bij optreden van hypercalciëmie de dosering verlagen of de behandeling tijdelijk staken. Bij optreden van maag-darmklachten kan dosisvermindering de symptomen doen verdwijnen. Later kan de dosis vaak weer worden verhoogd door een zekere mate van gewenning.
Relevant: calciumacetaat en fosfaten gaan elkaars werking tegen.
Interacties calciumzouten algemeen
Relevant: oraal toegediende calciumzouten verminderen de absorptie van de volgende middelen (met aanbevolen gebruiksadvies):
Er zijn incidentele meldingen van calcium-ceftriaxon-neerslagen in de longen en nieren van neonaten, soms met fatale afloop. Ceftriaxon dient niet te worden gemengd of gelijktijdig te worden toegediend met intraveneuze calciumbevattende oplossingen. De oplossingen mogen wel na elkaar worden toegediend als de infusielijn grondig wordt gespoeld. Bij neonaten jonger dan 28 dagen is de combinatie gecontraïndiceerd, ceftriaxon mag niet worden toegediend bij intraveneuze toediening van calciumbevattende oplossingen.
Niet relevant: de absorptie van strontiumranelaat kan afnemen.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met moxifloxacine, (lev)ofloxacine of van hoge intraveneuze doses calcium met digoxine of adrenaline.
Niet beoordeeld: de absorptie van zink kan afnemen.
Bij intraveneuze toediening van calciumzouten kan door antagonisme voor de calciumkanalen de effectiviteit van verapamil en mogelijk ook van andere calciumantagonisten worden verminderd.
Bij gebruik van hoge doses calciumzouten en thiazidediuretica (verminderen calciumuitscheiding) neemt het risico op hypercalciëmie toe.
Citraat verhoogt de absorptie van aluminiumionen, waardoor bij combinatie van calciumcitraat en algeldraat (bij hyperfosfatemie) een risico op aluminiumintoxicatie bestaat. Bij het oplossen van calcium in bruistabletten en bruisgranulaat ontstaat calciumcitraat.