Het natriumzout van fenylboterzuur (natriumfenylbutyraat) is een pro-drug en wordt na inname snel gemetaboliseerd tot fenylacetaat. Conjugatie van fenylacetaat aan glutamine leidt tot de vorming van fenylacetylglutamine dat wordt uitgescheiden met de urine. Fenylacetylglutamine is op molair vlak vergelijkbaar met ureum, beide bevatten twee stikstofatomen. Op deze manier wordt een alternatieve route voor stikstofuitscheiding geboden.
Geen informatie
Orphan drug status.
Tablet 500 mg
Granulaat (Na-zout) 483 mg/g; 940 mg/g
Capsule 500 mg
Hyperammoniëmie |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Zeer vaak (> 10%): amenorroe, onregelmatige menstruatiecyclus. Vaak (1-10%): buikpijn, braken, misselijkheid, obstipatie, dysgeusie, afname eetlust, gewichtstoename. Depressie, prikkelbaarheid. Syncope, hoofdpijn, oedeem. Huiduitslag, abnormale lichaamsgeur. Anemie, trombocytopenie, leukopenie, leukocytose, trombocytemie. Metabole acidose, alkalose, renale tubulaire acidose, verlaagd: bloedkalium, albumine, totaal eiwit en fosfaat. Verhoogd: alkalische fosfatase, transaminase, bilirubine, urinezuur, chloride, fosfaat en natrium. Soms (0,1-1%): pancreatitis, maagzweer, gastritis, rectale hemorragie. Aritmie. Aplastische anemie, ecchymose.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
De smaak van phenylbutyraat oraal is erg slecht, waardoor inname tijdens de maaltijd moeilijk is. Daarom bij voorkeur direct na de maaltijd innemen.
Fenylboterzuur dient te worden gecombineerd met een eiwitarm dieet en, in sommige gevallen, aangevuld met essentiële aminozuren en carnitine. Tijdens de behandeling dienen de plasmaspiegels van ammonia, arginine, essentiële aminozuren (vooral de vertakte keten aminozuren), carnitine en eiwitserum binnen normale grenzen te blijven; het plasmaglutamineniveau < 1000 micromol/l houden.
In verband met mogelijke oesofageale ulceratie dienen tabletten niet te worden ingenomen door patiënten met dysfagie.
Vanwege het natriumgehalte is voorzichtigheid geboden bij congestief hartfalen, ernstige nierinsufficiëntie en in andere klinische situaties die natriumretentie en oedeem inhouden. Ook is voorzichtigheid geboden bij leverinsufficiëntie. Serumkalium tijdens de behandeling nauwkeurig controleren, aangezien renale uitscheiding van fenylacetylglutamine kaliumverlies kan induceren.
Tijdens de behandeling kan acute hyperammoniëmie voorkomen: dan de behandeling met fenylboterzuur staken.
Niet beoordeeld: corticosteroïden kunnen de afbraak van lichaamseiwitten bevorderen en zodoende de ammoniakconcentratie verhogen.
Gevallen van hyperammoniëmie na toediening van haloperidol en valproïnezuur zijn gemeld.
Probenecide kan de uitscheiding van het conjugatieproduct van fenylboterzuur remmen.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
AMINOZUREN EN AFGELEIDE VERBINDINGEN | ||
---|---|---|
Cystadane, Amversio
|
A16AA06 | |
Carbaglu, Ucedane
|
A16AA05 | |
Carnitene
|
A16AA01 | |
Cystagon
|
A16AA04 |
ENZYMEN | ||
---|---|---|
Replagal
|
A16AB03 | |
Fabrazyme
|
A16AB04 | |
Myozyme
|
A16AB07 | |
Strensiq
|
A16AB13 | |
Brineura
|
A16AB17 | |
Naglazyme
|
A16AB08 | |
Elaprase
|
A16AB09 | |
Cerezyme
|
A16AB02 | |
Aldurazyme
|
A16AB05 | |
Kanuma
|
A16AB14 | |
Vpriv
|
A16AB10 |
DIVERSE MAAGDARMKANAAL- EN METABOLISMEPRODUCTEN | ||
---|---|---|
Ravicti
|
A16AX09 | |
Oxlumo
|
A16AX18 | |
Zavesca
|
A16AX06 | |
A16AX | ||
Orfadin
|
A16AX04 | |
Kuvan
|
A16AX07 | |
Revestive
|
A16AX08 | |
Cuprior; Cufence
|
A16AX12 | |
Wilzin
|
A16AX05 |