Triëntine is een chelerend middel met affiniteit voor koper. Het werkingsmechanisme berust op vorming van een stabiel complex met koper, dat via de urine kan worden uitgescheiden. Ook met koper in het maag-darmkanaal wordt een chelaat gevormd, hierdoor wordt de normale koperabsorptie geremd.
Geen specifieke farmacokinetische gegevens bij kinderen beschikbaar.
Tablet (als tetrahydrochloride) 150 mg
Capsule (als dihydrochloride) 200 mg
M. Wilson |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Vaak (1-10%): misselijkheid.
Soms (0,1-1%): huiduitslag, jeuk, erytheem.
Verder zijn gemeld: urticaria. Duodenitis, (ernstige) colitis. Anemie op basis van ijzerdeficiëntie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Bij kinderen kan de koperbehoefte veranderen. Omdat een passende regulering van de koperconcentratie vereist is om een goede groei en ontwikkeling te verzekeren is controle op overbehandeling (koperdeficiëntie) geïndiceerd.
Verergering van klachten: Aan het begin van de chelatietherapie kunnen de klinische klachten verergeren (incl. neurologische verslechtering) door een overmaat van vrij koper in het serum tijdens de initiële respons op de behandeling; controleer nauwlettend en pas de dosering en/of verdere behandeling zo nodig aan.
Controle van de koperconcentratie in serum en urine: Controleer de patiënt regelmatig om de juiste regulering van symptomen en van de koperconcentratie te verkrijgen (de concentratie vrij koper is doorgaans 100–150 microg/l), optimaliseer zo nodig de dosering. De meest betrouwbare indicator voor het controleren van de therapie is de bepaling van vrij koper in het serum. De meting van koperuitscheiding in de urine kan nuttig zijn om de therapietrouw te bepalen. Controleer op manifestaties van overbehandeling (koperdeficiëntie), met name wanneer de koperbehoefte kan veranderen, zoals tijdens de zwangerschap en bij kinderen, omdat een passende regulering van de koperconcentratie vereist is om een goede groei en ontwikkeling te verzekeren.
In geval van nierinsufficiëntie is regelmatige medische controle vereist om de symptomen en koperconcentratie onder controle te houden, controleer ook nauwlettend de nierfunctie.
Triëntine kan de ijzerconcentratie in het serum verlagen. In geval van een ijzergebreksanemie kunnen ijzersupplementen nodig zijn; deze op een ander moment innemen (zie rubriek Interacties).
Relevant:
Absorptie: gelijktijdige toediening van ijzer of antacida vermindert de absorptie door complexvorming. Triëntine moet ten minste 2 uur vóór ijzer (gewoon preparaat) en ten minste 2 uur vóór of 4 uur na het antacidum worden ingenomen.
Niet beoordeeld: de absorptie wordt mogelijk verminderd bij gelijktijdige toediening van andere geneesmiddelen of melkproducten; innemen met 1 uur tussenpoos wordt geadviseerd.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
AMINOZUREN EN AFGELEIDE VERBINDINGEN | ||
---|---|---|
Cystadane, Amversio
|
A16AA06 | |
Carbaglu, Ucedane
|
A16AA05 | |
Carnitene
|
A16AA01 | |
Cystagon
|
A16AA04 |
ENZYMEN | ||
---|---|---|
Replagal
|
A16AB03 | |
Fabrazyme
|
A16AB04 | |
Myozyme
|
A16AB07 | |
Strensiq
|
A16AB13 | |
Brineura
|
A16AB17 | |
Naglazyme
|
A16AB08 | |
Elaprase
|
A16AB09 | |
Cerezyme
|
A16AB02 | |
Aldurazyme
|
A16AB05 | |
Kanuma
|
A16AB14 | |
Vpriv
|
A16AB10 |
DIVERSE MAAGDARMKANAAL- EN METABOLISMEPRODUCTEN | ||
---|---|---|
Ammonaps, Pheburane
|
A16AX03 | |
Ravicti
|
A16AX09 | |
Oxlumo
|
A16AX18 | |
Zavesca
|
A16AX06 | |
A16AX | ||
Orfadin
|
A16AX04 | |
Kuvan
|
A16AX07 | |
Revestive
|
A16AX08 | |
Wilzin
|
A16AX05 |