Het actieve deel is zink, dat de intestinale absorptie van koper uit het voedsel en van endogeen uitgescheiden koper blokkeert. Zink induceert de productie van metallothioneïne in de enterocyt. Dit eiwit bindt koper waardoor dit niet in bloed terechtkomt. Het gebonden koper wordt via de feces geëlimineerd.
Absorptie: in de dunne darm, wordt vertraagd door veel bestanddelen uit voedsel. Biologische beschikbaarheid = ca. 7%. Opslag met name in de lever. Eliminatie: voornamelijk via de feces, verder voor een klein deel via urine en transpiratie.
T1/2 = ca. 1 uur.
Capsule (als acetaatdihydraat) 25 mg en 50 mg.
M. Wilson |
---|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Vaak (1-10%): Maagirritatie (vooral bij de eerste ochtenddosis, verdwijnt na een aantal behandeldagen), verhoging van amylase, lipase en alkalische fosfatase.
Soms (0,1-1%): sideroblastaire anemie, leukopenie. Onderscheid moet worden gemaakt met hemolytische anemie die gewoonlijk optreedt bij een ongecontroleerde ziekte van Wilson.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Bij kinderen die geen capsules kunnen doorslikken, dienen zij geopend en de inhoud in wat water opgelost te worden (mogelijk met suiker of siroop gezoet water).
Wilzin moet tenminste 1 uur vóór, of 2-3 uur na het eten op een lege maag worden ingenomen. In het geval van gastrische intolerantie die vaak optreedt bij de ochtenddosis, kan deze dosis worden uitgesteld tot halverwege de ochtend, tussen ontbijt en lunch. Het is ook mogelijk Wilzin met wat proteïne te nemen, zoals vlees
De behandeling beginnen onder toezicht van een arts die ervaring heeft met het behandelen van de ziekte van Wilson. Zinkacetaat wordt afgeraden als aanvangstherapie van symptomatische patiënten vanwege de aanvankelijk trage werking; begin met een chelatiemiddel, eventueel in combinatie met zinkacetaat. Zodra de koperspiegels onder de toxische drempels zijn en de patiënt klinisch stabiel is kan onderhoudsbehandeling met zinkacetaat worden overwogen. In het begin van de behandeling kan klinische verslechtering optreden, net als bij chelatiemiddelen. Dan wordt verandering van therapie geadviseerd.
Wees voorzichtig bij het overschakelen van een chelatiemiddel bij patiënten met portale hypertensie; leverdecompensatie en geavanceerde portale hypertensie kunnen het gevolg zijn.
Bij overbehandeling kan koperdeficiëntie, met als vroege verschijnselen anemie en/of leukopenie, optreden en verlaging van de HDL-cholesterolspiegel. Met name bij kinderen en zwangere vrouwen kan koperdeficiëntie schadelijk zijn, de urinekoperniveau's dienen bij deze patiënten iets boven de bovenlimiet van normaal of in het hoge normale bereik te liggen. Bij sensorische en motorische verschijnselen bedacht zijn op myeloneuropathie als gevolg van koperdeficiëntie.
Relevant: de absorptie van chinolonen, eltrombopag en tetracyclines kan afnemen bij gelijktijdig oraal gebruik. Het chinolon moet ten minste 4 uur vóór het zinkzout worden ingenomen, eltrombopag ten minste 2 uur ervoor of 4 uur erna, het tetracycline ten minste 2 uur ervoor of 4 uur erna.
Niet beoordeeld: de absorptie van zink kan afnemen door calcium en fosforbevattende verbindingen.
Bij combinatie van zink met ijzer kan de absorptie van beide stoffen afnemen.
Chelatoren, zoals penicillamine en triëntine, binden zink in geringe mate, waardoor de effectiviteit van beide stoffen enigszins afneemt. Hierdoor neemt de uitscheiding van koper met de feces af en neemt de uitscheiding met de urine toe. Aanbevolen wordt de middelen met een tussenpoos van ten minste 1 uur in te nemen.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
AMINOZUREN EN AFGELEIDE VERBINDINGEN | ||
---|---|---|
Cystadane, Amversio
|
A16AA06 | |
Carbaglu, Ucedane
|
A16AA05 | |
Carnitene
|
A16AA01 | |
Cystagon
|
A16AA04 |
ENZYMEN | ||
---|---|---|
Replagal
|
A16AB03 | |
Fabrazyme
|
A16AB04 | |
Myozyme
|
A16AB07 | |
Strensiq
|
A16AB13 | |
Brineura
|
A16AB17 | |
Naglazyme
|
A16AB08 | |
Elaprase
|
A16AB09 | |
Cerezyme
|
A16AB02 | |
Aldurazyme
|
A16AB05 | |
Kanuma
|
A16AB14 | |
Vpriv
|
A16AB10 |
DIVERSE MAAGDARMKANAAL- EN METABOLISMEPRODUCTEN | ||
---|---|---|
Ammonaps, Pheburane
|
A16AX03 | |
Ravicti
|
A16AX09 | |
Oxlumo
|
A16AX18 | |
Zavesca
|
A16AX06 | |
A16AX | ||
Orfadin
|
A16AX04 | |
Kuvan
|
A16AX07 | |
Revestive
|
A16AX08 | |
Cuprior; Cufence
|
A16AX12 |