On-label
Toon SmPC tekstAnti-epilepticum. Het verhoogt de GABA-activiteit. Het versterkt de werking van andere anti-epileptica via farmacokinetische interacties die hoofdzakelijk zijn gebaseerd op de metabole remming van CYP3A4 en CYP2C19.
De volgende PK data zijn gevonden in een pop PK studie bij kinderen (n=35, mediane leeftijd: 7,3 jaar (range: 1 - 17,6 jaar) die een mediane dagelijkse dosis van 45,4 mg/kg/dag (range: 27,1 to 89,3 mg/kg/dag) in 2-3 doses kregen in combinatie met valproaat en clobazam [EPAR Diacomit]
10 kg | 60 kg | |
T½ (uur) | 8,5 | 23,5 |
Cl (l/uur) | 2,6 | 5,65 |
Vd (l) | 32 | 191,8 |
(Adjuvant treatment for) epilepsy |
---|
|
Capsule 250 mg, 500 mg
Poeder voor orale susp. 250 mg, 500 mg
Aanpassingen als volgt:
BARBITURATEN EN VERWANTE VERBINDINGEN | ||
---|---|---|
N03AA02 | ||
Mysoline
|
N03AA03 |
HYDANTOINEDERIVATEN | ||
---|---|---|
Diphantoine, Epanutin
|
N03AB02 |
SUCCINIMIDEDERIVATEN | ||
---|---|---|
Ethymal, Suxilep, Petnidan, Petnimid
|
N03AD01 |
BENZODIAZEPINEDERIVATEN | ||
---|---|---|
Rivotril
|
N03AE01 |
CARBOXAMIDEDERIVATEN | ||
---|---|---|
Tegretol
|
N03AF01 | |
Trileptal
|
N03AF02 | |
Inovelon
|
N03AF03 |
VETZUURDERIVATEN | ||
---|---|---|
Depakine, Orfiril
|
N03AG01 | |
Sabril
|
N03AG04 |
OVERIGE ANTI-EPILEPTICA | ||
---|---|---|
Briviact
|
N03AX23 | |
Epidyolex
|
N03AX24 | |
Taloxa
|
N03AX10 | |
Neurontin
|
N03AX12 | |
Vimpat
|
N03AX18 | |
Lamictal
|
N03AX09 | |
Keppra, Kevesy, Matever
|
N03AX14 | |
Fycompa
|
N03AX22 | |
Lyrica
|
N03AX16 | |
Ospolot
|
N03AX03 | |
Topamax
|
N03AX11 | |
Zonegran
|
N03AX15 |
Zeer vaak (> 10%): anorexie, vermindering van eetlust, gewichtsverlies, slapeloosheid, slaperigheid, ataxie, hypotonie, dystonie.
Vaak (1-10%): neutropenie, agressie, prikkelbaarheid, gedragsstoornissen, hyperkinesie, misselijkheid, braken, verhoogd γ-GT.
Soms (0,1-1%): dubbelzien, fotosensibilisatie, uitslag, huidallergie, netelroos, vermoeidheid.
Zelden (0,01-0,1%): trombocytopenie, stijging van leverenzymwaarden.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
voorgeschiedenis van delirium.
Toedienen onder toezicht van een kinderarts of -neuroloog met ervaring in diagnosticeren van epilepsie bij zuigelingen en kinderen. Tijdens gebruik de groei van de kinderen vervolgen, vanwege de gastro-intestinale bijwerkingen. Controleer voor en tijdens de behandeling elke zes maanden de leverfunctie en, vanwege het risico van neutropenie, het aantal bloedcellen. Het gebruik is niet aan te bevelen bij een verminderde lever- en/of nierfunctie vanwege het ontbreken van klinische gegevens. De belangrijkste klinische beoordeling was bij kinderen van 3 jaar en ouder. Bij kinderen jonger dan 12 maanden is er een beperkte hoeveelheid gegevens beschikbaar. Bij volwassenen van 18 jaar en ouder zijn er onvoldoende gegevens om het behoud van werkzaamheid bij deze leeftijdsgroep te bevestigen.
Het remt CYP2C19, CYP3A4 en CYP2D6.
Relevant: de plasmaconcentratie van carbamazepine kan stijgen, en die van carbamazepine-epoxide kan dalen.
De plasmaconcentratie van clobazam, N-desmethylclobazam, fenobarbital en fenytoïne kan stijgen.
Stiripentol en valproïnezuur beïnvloeden elkaar: de plasmaconcentratie van valproïnezuur kan stijgen en de plasmaconcentratie van stiripentol kan dalen.