On-label
Toon SmPC tekstDe exacte mechanismen waarbij cannabidiol zijn anticonvulsieve effecten bij mensen uitoefent, zijn onbekend. Cannabidiol oefent zijn anticonvulsieve effecten niet uit door interactie met cannabinoïdereceptoren. Cannabidiol vermindert de neuronale hyperexcitabiliteit door de modulatie van intracellulair calcium via GPR55 en TRPV1-kanalen, evenals de modulatie van adenosine-gemedieerde signalering
door inhibitie van cellulaire opname van adenosine via ENT1.
Leeftijd en lichaamsgewicht hebben geen klinisch relevante effecten op de blootstelling aan cannabidiol.
Adjuvante therapie bij Lennox-Gastaut-syndroom (LGS) of het syndroom van Dravet (DS) |
---|
|
Adjuvante therapie van epileptische aanvallen bij tubereuze sclerosis complex (TSC) |
---|
|
Drank 100 mg/ml
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
BARBITURATEN EN VERWANTE VERBINDINGEN | ||
---|---|---|
N03AA02 | ||
Mysoline
|
N03AA03 |
HYDANTOINEDERIVATEN | ||
---|---|---|
Diphantoine, Epanutin
|
N03AB02 |
SUCCINIMIDEDERIVATEN | ||
---|---|---|
Ethymal, Suxilep, Petnidan, Petnimid
|
N03AD01 |
BENZODIAZEPINEDERIVATEN | ||
---|---|---|
Rivotril
|
N03AE01 |
CARBOXAMIDEDERIVATEN | ||
---|---|---|
Tegretol
|
N03AF01 | |
Trileptal
|
N03AF02 | |
Inovelon
|
N03AF03 |
VETZUURDERIVATEN | ||
---|---|---|
Depakine, Orfiril
|
N03AG01 | |
Sabril
|
N03AG04 |
OVERIGE ANTI-EPILEPTICA | ||
---|---|---|
Briviact
|
N03AX23 | |
Taloxa
|
N03AX10 | |
Neurontin
|
N03AX12 | |
Vimpat
|
N03AX18 | |
Lamictal
|
N03AX09 | |
Keppra, Kevesy, Matever
|
N03AX14 | |
Fycompa
|
N03AX22 | |
Lyrica
|
N03AX16 | |
Diacomit
|
N03AX17 | |
Ospolot
|
N03AX03 | |
Topamax
|
N03AX11 | |
Zonegran
|
N03AX15 |
Zeer vaak (> 10%): Verminderde eetlust, somnolentie, diarree, braken, pyrexie, vermoeidheid
Vaak (1-10%): Pneumonie, urineweginfectie, prikkelbaarheid, agressie, lethargie, aanval, hoesten, misselijkheid; verhoogd ASAT, ALAT en GGT; huiduitslag, gewichtsverlies
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Voorzichtigheid is geboden wanneer kinderen activiteiten zoals fietsen of andere sporten beoefenen, aangezien zij zich slaperig kunnen voelen.
De formulering bevat alcohol (79 mg/ml).
Cannabidiol kan leiden tot verhoging van ASAT en ALAT, meestal in de eerste 2 maanden na start van de behandeling, maar ook later vooral bij gelijtijdig gebruik van valproaat en in mindere mate clobazam. Overweeg dosisaanpassing van clobazam en valproaat of staken van valproaat bij verhoging van de transaminasenwaarden optreedt. Controle van leverwaarden is aangewezen bij start en tijdens de behandeling.
Cannabidiol kan somnolentie en sedatie veroorzaken.
Tijdens de behandeling met cannabidiol een klinisch relevante toename in de frequentie van aanvallen optreden
Bij patiënten die voor verschillende indicaties met AED’s werden behandeld, zijn suïcidaal gedrag en ideatie gemeld. Het mechanisme van dit risico is niet bekend en de beschikbare gegevens sluiten de kans op een verhoogd risico voor
cannabidiol niet uit. Patiënten moeten op verschijnselen van suïcidaal gedrag en ideatie worden gemonitord.
Cannabidiol is substraat voor CYP2C19 en CYP3A4. Het remt CYP1A2, CYP2C19 en P-gp.
Relevant:
Afname cannabidiol: de concentratie daalt door rifampicine.
Niet relevant:
Cannabidiol verhoogt de concentratie van: mTOR-remmers.
Niet beoordeeld:
De concentratie kan dalen door CYP3A4-inductoren (voor rifampicine: zie Relevant) of CYP2C19-inductoren.
Bij combinatie met clobazam neemt de blootstelling aan de actieve metaboliet N-desmethylclobazam met een factor 3-4 toe, waarschijnlijk door CYP2C19-remming; daarnaast neemt de AUC van 7-OH-CBD met ong. 47% toe.
Cannabidiol verhoogt de Cmax van stiripentol bij gezonde vrijwilligers met ong. 28% en de AUC met ong. 55%; bij patiënten neemt de Cmax van stiripentol met ong. 17% toe en de AUC met ong. 30%.
Bij gelijktijdig gebruik van valproïnezuur neemt de incidentie van stijging van de transaminasewaarden toe.
Cannabidiol verhoogt de Cmax van coffeïne met ong. 15% en de AUC met ong. 95%.