Pregabaline

Stofnaam
Pregabaline
Merknaam
Lyrica
ATC code
N03AX16
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Anti-epilepticum dat analogon is van de neurotransmitter GABA. Het grijpt niet aan op GABA-receptoren en wordt niet omgezet in een GABA-agonist. Hoewel het exacte werkingsmechanisme niet duidelijk is, vermindert het de neuronale gevoeligheid via binding aan een auxiliaire subeenheid (α2-δ) van spanningsafhankelijke calciumkanalen op centrale neuronen. Verder vermindert het de afgifte van verschillende neurotransmitters, zoals glutamaat, noradrenaline en substance-P.

Farmacokinetiek bij kinderen

Er is geen informatrie over farmacokinetische parameters bij kinderen.

Label dosisadvies Kinderformularium

Off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Niet geregistreerd voor kinderen.

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Capsule 25 mg, 75 mg, 150 mg, 300 mg
Drank 20mg/ml

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Neuropathische pijn
  • Oraal
    • 1 jaar tot 12 jaar
      [1] [2] [3] [4]
      • Startdosering: 2,5 mg/kg/dag in 1 - 2 doses.
      • Onderhoudsdosering: zo nodig om de 2-3 dagen verhogen tot max 15 mg/kg/dag in 2 - 3 doses. Max: 600 mg/dag.
      • Bij staken afbouwen zoals ook is opgehoogd.

    • 12 jaar tot 18 jaar
      [1] [2] [3] [4]
      • Startdosering: 75 mg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: zo nodig om de 2-3 dagen verhogen in stappen van 75 mg/dag tot max 10 mg/kg/dag in 2 - 3 doses. Max: 600 mg/dag.
      • Bij staken afbouwen zoals ook is opgehoogd.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

Aanpassingen als volgt:

GFR 50-80 ml/min/1.73 m2
Geen dosisaanpassing nodig
GFR 30-50 ml/min/1.73 m2
50 % van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 8 tot 12 uur
GFR 10-30 ml/min/1.73 m2
25 % van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 8 tot 12 uur
GFR < 10 ml/min/1.73 m2
Een algemene aanbeveling kan niet gegeven worden.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Zeer vaak (> 10%): duizeligheid, hoofdpijn. Slaperigheid.

Vaak (1-10%): nasofaryngitis. Toegenomen eetlust, gewichtstoename, vermoeidheid, lethargie, (perifeer) oedeem. Euforie, verwarring, agitatie, desoriëntatie, slapeloosheid. Afgenomen libido, erectiestoornis. Ataxie, abnormale gang, vallen, dronken gevoel, tremor (waaronder intentietremor), dysartrie, amnesie, concentratiestoornis, paresthesie, hypo-esthesie, sedatie, evenwichtsstoornis. Wazig zien (vaak voorbijgaand), diplopie. Braken, misselijkheid, obstipatie, diarree, flatulentie, opgezette buik, droge mond. Spierkramp, gewrichtspijn, rugpijn, pijnlijke ledematen, cervicaal spasme.

Soms (0,1-1%): neutropenie, afname van het aantal trombocyten, verhoogd CK, hyperglykemie, hypoglykemie, verhoogd creatinine, hypokaliëmie. Overgevoeligheid, pijn op de borst, gewichtsafname. Koorts, koude rillingen. Hyperacusis, epistaxis, rinitis, snurken, droge neus. Papuleuze huiduitslag, urticaria, jeuk, hyperhidrose, gezichtsoedeem. Dyspneu, hoesten. Tachycardie, eerstegraads AV-blok, sinusbradycardie, congestief hartfalen, hypotensie, hypertensie, opvliegers, blozen, koude gevoel. Anorexie, dorst, gastro-oesofageale reflux, toegenomen speekselproductie, verhoogd ASAT en ALAT. Urine-incontinentie, dysmenorroe, dysurie, seksuele disfunctie, vertraagde ejaculatie, toegenomen libido, anorgasmie. Zwelling van gewrichten, spierpijn, spiercontracties, nekpijn, stijve spieren. Moeilijk op woorden kunnen komen, abnormale dromen, myoclonus, psychomotorische hyperactiviteit, dyskinesie, posturale duizeligheid, nystagmus, cognitieve functiestoornis, syncope, spraakstoornis, hyporeflexie, hyperesthesie, orale hypo-esthesie, brandend gevoel, ageusie. Oogzwelling, gezichtsvelddefecten, verminderde gezichtsscherpte (vaak voorbijgaand), oogpijn, asthenopie, fotopsie, droge ogen, toegenomen traanvorming, oogirritatie. Hallucinaties, paniekaanvallen, rusteloosheid, depressie, neerslachtigheid, opgewekte stemming, agressie, stemmingswisselingen, depersonalisatie, apathie, stupor. Malaise, asthenie.

Zelden (0,01-0,1%): angio-oedeem, allergische reactie, gezwollen tong. Afname van het aantal leukocyten. Longoedeem, toegeknepen keel. Toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens-Johnson-syndroom (SJS). Ascites, pancreatitis, geelzucht, dysfagie. QT-verlenging, sinustachycardie, sinus-aritmie. Nierfalen, oligurie, urineretentie, amenorroe, galactorroe, grotere borsten, gynaecomastie. Rabdomyolyse. Disinhibitie, toevallen, parosmie, hypokinesie, dysgrafie, parkinsonisme. Verlies van het gezichtsvermogen, oscillopsie, afwijkende visuele diepteperceptie, mydriase, strabisme, visuele helderheid, keratitis. Suïcidaal gedrag, suïcidale ideatie.

Zeer zelden (< 0,01%): leverfalen, hepatitis.

Verder zijn gemeld: encefalopathie, geneesmiddelafhankelijkheid en misbruik. Onderdrukte ademhaling.

Na staken van de behandeling zijn onthoudingsverschijnselen gemeld. De incidentie en de ernst van de onthoudingsverschijnselen na het staken van langdurige behandeling zijn mogelijk dosisgerelateerd.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Bij behandeling van centrale neuropathische pijn door letsel van het ruggenmerg kan een verhoogde incidentie van algemene en centrale bijwerkingen optreden.

Controleer tijdens behandeling op tekenen van suïcidale gedachten en gedrag. Instrueer patiënten (en verzorgers) om tekenen van suïcidaal gedrag te melden. Overweeg staken van de behandeling bij optreden van suïcidale gedachten of suïcidaal gedrag.

Bij diabetici die in gewicht toenemen, kan een aanpassing van de bloedglucoseverlagende medicatie nodig zijn.

Overgevoeligheidsreacties: bij symptomen van angio-oedeem, zoals zwelling in het gezicht, rond de mond of in de bovenste luchtwegen, de behandeling staken.

Vanwege de kans op ernstige cutane bijwerkingen (SCAR's) als levensbedreigende toxische epidermale necrolyse (TEN) en Stevens-Johnsonsyndroom (SJS) is controle op huidreacties aangewezen. Informeer patiënten over de symptomen. Bij optreden van symptomen de behandeling onmiddellijk staken en alternatieve behandeling overwegen.

Evalueer vóór de start van de behandeling het risico op verkeerd gebruik, misbruik of afhankelijkheid. Het risico hierop is groter bij een anamnese van middelenmisbruik. Controleer tijdens behandeling op symptomen van verkeerd gebruik, misbruik of afhankelijkheid, zoals ontwikkeling van tolerantie en gebruik van meer dan de voorgeschreven dosering.

Informeer de patiënt over de kans op onthoudingsverschijnselen (slapeloosheid, hoofdpijn, misselijkheid, angst, diarree, griepachtige klachten, zenuwachtigheid, depressie, suïcidale gedachten, pijn, convulsie, hyperhidrose en duizeligheid) bij stoppen van de behandeling. Het optreden van onthoudingsverschijnselen na staken kan wijzen op geneesmiddelafhankelijkheid. Bij stoppen de dosering geleidelijk afbouwen over minstens een week.

Bij ademhalingsproblemen, neurologische aandoening, nierfunctiestoornis en gelijktijdig gebruik van CZS-onderdrukkende geneesmiddelen is meer kans op ernstig onderdrukte ademhaling en kan dosisaanpassing nodig zijn.

Wees voorzichtig bij (oudere) patiënten met hart- en vaatziekten vanwege het mogelijk optreden van congestief hartfalen.

Informeer vrouwen die zwanger kunnen worden over de risico's van pregabaline voor de foetus tijdens zwangerschap, en de noodzaak van effectieve anticonceptie tijdens de behandeling.

Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Niet beoordeeld:
In combinatie met centraal-depressieve middelen, zoals opioïden, zijn ademhalingsstilstand en coma gemeld (soms fataal).
 

ANTI-EPILEPTICA

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

BARBITURATEN EN VERWANTE VERBINDINGEN
N03AA02

Primidon

Mysoline
N03AA03
HYDANTOINEDERIVATEN

Fenytoine

Diphantoine, Epanutin
N03AB02
SUCCINIMIDEDERIVATEN

Ethosuximide

Ethymal
N03AD01
BENZODIAZEPINEDERIVATEN

Clonazepam

Rivotril
N03AE01
CARBOXAMIDEDERIVATEN

Carbamazepine

Tegretol
N03AF01

Oxcarbazepine

Trileptal
N03AF02

Rufinamide

Inovelon
N03AF03
VETZUURDERIVATEN
N03AG01

Vigabatrine

Sabril
N03AG04
OVERIGE ANTI-EPILEPTICA

Brivaracetam

Briviact
N03AX23

Cannabidiol

Epidyolex
N03AX24

Felbamaat

Taloxa
N03AX10

Fenfluramine

Fintepla
N03AX26

Lacosamide

Vimpat
N03AX18

Lamotrigine

Lamictal
N03AX09

Levetiracetam

Keppra, Kevesy, Matever
N03AX14

Perampanel

Fycompa
N03AX22

Stiripentol

Diacomit
N03AX17

Sultiam

Ospolot
N03AX03

Topiramaat

Topamax
N03AX11

Zonisamide

Zonegran
N03AX15

Referenties

  1. Vondracek P, et al, Efficacy of pregabalin in neuropathic pain in paediatric oncological patients,, Eur J Paediatr Neurol, 2009, Jul;13(4, 332-6
  2. Arnold LM, et al, Safety and efficacy of pregabalin in adolescents with fibromyalgia: a randomized, double-blind, placebo-controlled trial and a 6-month open-label extension study, Pediatr Rheumatol Online J, 2016, Jul 30;14(1), 46
  3. Pedemonte Stalla V, et al, Complex regional pain syndrome type i. An analysis of 7 cases in children, Neurologia, 2015, Jul-Aug;30(6), 347-51
  4. Saltik S, et al, Pregabalin treatment of patient with complex regional pain syndrome, Pediatr Neurol, 2016, Jan;54, 88-90
  5. Informatorium Medicamentorum, Interacties, Geraadpleegd 20-11-2025
  6. Zorginstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, bijwerkingen, waarschuwingen en voorzorgen, contra-indicaties), Geraadpleegd 20-11-2025

Wijzigingen

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering