Fluconazol

Stofnaam
Fluconazol
Merknaam
Diflucan
ATC code
J02AC01
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties

Voor ouders op Apotheek.nl
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Triazoolderivaat met antimycotische werking. Fluconazol remt de 14α-lanosterol-demethylering, een essentiële stap in de fungale ergosterolbiosynthese.

In vitro zijn gevoelig: Candida albicans, Candida parapsilosis, Candida tropicalis, Cryptococcus neoformans, Cryptococcus gattii, Blastomyces dermatitidis, Coccidioides immitis, Histoplasma capsulatum en Paracoccidioides brasiliensis.

Verminderd gevoelig kan zijn: Candida glabrata (het wildtype is intermediair gevoelig).

(Inherent) resistent zijn: Candida auris en Candida krusei.

Farmacokinetiek bij kinderen

Leeftijd prematuurCmax (µg/ml)Tmax (uur)T½ (uur)Cl (ml/min/kg)VD (l/kg)
1 dag 5,5 2,2 88,6 0,18 1,18
7 dagen 12,8 1,6 67,5 0,33 1,84
13 dagen 10,0 1,6 55,2 0,52 2,25

T½ = 15-20 uur bij kinderen (> 3 maanden) en het VD is gem. 0,95 l/kg (3 mnd – 12 jaar) en 0,70 l/kg (12 – 16 jaar) [Brammer 1994, Saxén 1993]. Kinderen aan ECMO: VD = 1.5 l/kg, Cl = 0.28 ml/min/kg, t½ = 60 uur [Watt 2012]

Label dosisadvies Kinderformularium

Oplaaddoses alle indicaties: > 6 mg/kg/dag: Off-label

Mucosale candidiasis: onderhoudsdosering > 3 mg/kg/dag: Off-label
Preventie crytokokken meningitis recidieven: onderhoudsdosering < 6 mg/kg: Off-label
Preventie systemische candidiasis: Off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Kinderen ≥ 4 weken:
Bij mucosale candidiasis: 3 mg/kg/dag met een oplaaddosis van 6 mg/kg.
Bij systemische Candida-infecties en cryptokokkeninfecties: 6-12 mg/kg/dag, afhankelijk van de ernst van de ziekte.
Voor de preventie van recidief van cryptokokkeninfecties: 6 mg/kg/dag
Voor de preventie van schimmelinfecties bij immuungecompromitteerde patiënten: 3-12 mg/kg/dag.
Kinderen < 4 weken:
Dezelfde dosis als bij oudere kinderen, maar dan elke 72 uur toegediend in de eerste 2 levensweken en elke 48 uur in de 3e en 4e levensweek. Max dagdosis van 12 mg/kg/72 uur mag niet worden overschreden bij kinderen gedurende de eerste 2 levensweken. Tussen de 3e en 4e week is dat max 12 mg/kg/48 uur.

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Capsule 50 mg, 150 mg, 200 mg
Infusievlst. 2 mg/ml
Susp. oraal "poeder voor" 10 mg/ml; 40 mg/ml (bevat 2,38 mg/ml natriumbenzoaat).

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Ga snel naar:

Mucosale candidiasis
  • Oraal
    • Neonaten 0 dagen tot 14 dagen
      • Startdosering: Eénmalig op dag 1 6 - 12 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: (=halve startdosering) 3 - 6 mg/kg per 72 uren in 1 dosis
      • Behandelduur:

        De behandelduur is gebaseerd op de klinische en mycologische respons. 

         

    • Neonaten 14 dagen tot 28 dagen
      • Startdosering: Eénmalig op dag 1: 6 - 12 mg/kg/dag in 1 dosis    .
      • Onderhoudsdosering: (=halve startdosering) 3 - 6 mg/kg per 48 uren in 1 dosis
      • Behandelduur:

        De behandelduur is gebaseerd op de klinische en de mycologische respons.

    • 1 maand tot 12 jaar
      • Startdosering: Eénmalig op dag 1: 6 - 12 mg/kg/dag in 1 dosis. Max: 800 mg/dag.
      • Onderhoudsdosering: (=halve startdosering) 3 - 6 mg/kg/dag in 1 dosis. Max: 400 mg/dag.
      • Behandelduur:

        De behandelduur is gebaseerd op de klinische en de mycologische respons.

    • 12 jaar tot 18 jaar
      • Startdosering: 400 mg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: 200 - 400 mg/dag in 1 dosis Onderhoudsdosering afhankelijk van de klinische respons verhogen tot 400 mg/dag.  .
      • Behandelduur:

        De behandelduur is gebaseerd op de klinische en de mycologische respons.

      • Uitsluitend in uitzonderlijke gevallen en bij zeer ernstige infecties: tot 20 mg/kg/dag in 1 dosis, maximaal 1600 mg/dag.

         

  • Intraveneus
    • Neonaten 0 dagen tot 14 dagen
      • Startdosering: Eénmalig op dag 1: 6 - 12 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: (=halve startdosering) 3 - 6 mg/kg per 72 uren in 1 dosis
      • Behandelduur:

        De behandelduur is gebaseerd op de klinische en de mycologische respons.

    • Neonaten 14 dagen tot 28 dagen
      • Startdosering: Eénmalig op dag 1: 6 - 12 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: (=halve startdosering) 3 - 6 mg/kg per 48 uren in 1 dosis
      • Behandelduur:

        De behandelduur is gebaseerd op de klinische en de mycologische respons.

    • 1 maand tot 12 jaar
      • Startdosering: Eénmalig op dag 1: 6 - 12 mg/kg/dag in 1 dosis. Max: 800 mg/dag.
      • Onderhoudsdosering: (=halve startdosering) 3 - 6 mg/kg/dag in 1 dosis. Max: 400 mg/dag.
      • Behandelduur:

        De behandelduur is gebaseerd op de klinische en de mycologische respons.

    • 12 jaar tot 18 jaar
      • Startdosering: 400 mg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: 200 - 400 mg/dag in 1 dosis Onderhoudsdosering afhankelijk van de klinische respons verhogen tot 400 mg per dag..
      • Behandelduur:

        De behandelduur is gebaseerd op de klinische en de mycologische respons.

      • Uitsluitend in uitzonderlijke gevallen en bij zeer ernstige infecties: tot 20 mg/kg/dag in 1 dosis, maximaal 1600 mg/dag.

Systemisch diepe candidiasis, cryptococcen infecties
  • Oraal
    • Premature neonaten Zwangerschapsduur < 30 weken
      [22] [28] [29] [30] [31] [35]
      • Startdosering: Eénmalig op dag 1: 25 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: 12 mg/kg/dag in 1 dosis
    • Premature neonaten Zwangerschapsduur ≥ 30 weken
      [22] [28] [29] [30] [31] [35]
      • Startdosering: Eénmalig op dag 1: 25 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: 12 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Bij ernstige infecties kan de onderhoudsdosering opgehoogd worden tot 20 mg/kg/dag. 

    • a terme neonaat
      [22] [28] [29] [30] [31] [35]
      • Startdosering: Eénmalig op dag 1: 25 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: 12 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Bij ernstige infecties kan de onderhoudsdosering opgehoogd worden tot 20 mg/kg/dag. 

    • 1 maand tot 12 jaar
      • Startdosering: Eénmalig op dag 1: 25 mg/kg/dag in 1 dosis. Max: 800 mg/dag.
      • Onderhoudsdosering: 12 mg/kg/dag in 1 dosis. Max: 400 mg/dag.
      • Behandelduur:

        De behandelingsduur is gebaseerd op de klinische en de mycologische respons.

    • 12 jaar tot 18 jaar
      • Startdosering: 800 mg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: 400 mg/dag in 1 dosis Onderhoudsdosering afhankelijk van de klinische respons verlagen tot 200 mg/dag..
      • Behandelduur:

        De behandelingsduur is gebaseerd op de klinische en de mycologische respons.

      • Uitsluitend in uitzonderlijke gevallen en bij zeer ernstige infecties: tot 20 mg/kg/dag in 1 dosis, maximaal 1600 mg/dag.

  • Intraveneus
    • Premature neonaten Zwangerschapsduur < 30 weken
      [22] [28] [29] [30] [31] [35]
      • Startdosering: Eénmalig op dag 1: 25 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: 12 mg/kg/dag in 1 dosis
    • Premature neonaten Zwangerschapsduur ≥ 30 weken
      [22] [28] [29] [30] [31] [35]
      • Startdosering: Eénmalig op dag 1: 25 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: 12 mg/kg/dag in 1 dosis
      • BIj ernstige infecties kan de dosering worden opgehoogd tot 20 mg/kg/dag.

    • a terme neonaat
      [22] [28] [29] [30] [31] [35]
      • Startdosering: Eénmalig op dag 1: 25 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: 12 mg/kg/dag in 1 dosis
      • BIj ernstige infecties kan de dosering worden opgehoogd tot 20 mg/kg/dag.

    • 1 maand tot 12 jaar
      • Startdosering: Eénmalig op dag 1: 25 mg/kg/dag in 1 dosis. Max: 800 mg/dag.
      • Onderhoudsdosering: 12 mg/kg/dag in 1 dosis. Max: 400 mg/dag.
      • Behandelduur:

        De behandelingsduur is gebaseerd op de klinische en de mycologische respons.

    • 12 jaar tot 18 jaar
      • Startdosering: 800 mg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: 400 mg/dag in 1 dosis Onderhoudsdosering afhankelijk van de klinische respons verlagen tot 200 mg/dag..
      • Behandelduur:

        De behandelingsduur is gebaseerd op de klinische en de mycologische respons.

      • Uitsluitend in uitzonderlijke gevallen en bij zeer ernstige infecties: tot 20 mg/kg/dag in 1 dosis, maximaal 1600 mg/dag.

Profylaxe candidiasis, profylaxe cryptococcen infecties
  • Oraal
    • VLBW premature neonaten Zwangerschapsduur < 37 weken en < 1000 gr
      [8] [11] [13] [14] [15] [16] [22] [25] [32] [34] [36]
      • 6 mg/kg/dosis elke 3 dagen.
      • Behandelduur:

        Profylaxe is geindiceerd zolang een intraveneuze toedieningsweg aanwezig is.

    • A terme neonaten 0 dagen tot 14 dagen
      • 6 mg/kg per 72 uren in 1 dosis
    • A terme neonaten 14 dagen tot 28 dagen
      • 6 mg/kg per 48 uren in 1 dosis
    • 1 maand tot 12 jaar
      • 3 - 6 mg/kg/dag in 1 dosis. Max: 200 mg/dag.
    • 12 jaar tot 18 jaar
      • 200 - 400 mg/dag in 1 dosis
  • Intraveneus
    • VLBW premature neonaten Zwangerschapsduur < 37 weken en < 1000 gr
      [8] [11] [13] [14] [15] [16] [22] [25] [32] [34] [36]
      • 6 mg/kg/dosis elke 3 dagen.
      • Behandelduur:

        Profylaxe is geindiceerd zolang een intraveneuze toedieningsweg aanwezig is.

    • A terme neonaten 0 dagen tot 14 dagen
      • 6 mg/kg per 72 uren in 1 dosis
    • A terme neonaten 14 dagen tot 28 dagen
      • 6 mg/kg per 48 uren in 1 dosis
    • 1 maand tot 12 jaar
      • 3 - 6 mg/kg/dag in 1 dosis. Max: 200 mg/dag.
    • 12 jaar tot 18 jaar
      • 200 - 400 mg/dag in 1 dosis
Profylaxe candidiasis bij kinderen aan ECMO
  • Intraveneus
    • a terme neonaat
      [23] [24]
      • Startdosering: Eénmalig op dag 1: 12 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: 6 mg/kg/dag in 1 dosis
    • 1 maand tot 18 jaar
      [23] [24]
      • Startdosering: Eénmalig op dag 1: 12 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: 6 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Dit dosisadvies met voorzichtigheid toepassen bij kinderen >2 jaar; hier is nog zeer weinig onderzoek naar gedaan.

Vaginale candidiasis
  • Oraal
    • 12 jaar tot 18 jaar
      [10]
      • 150 mg/dosis, éénmalig.
      • Bij recidieven (> 4 episodes per jaar): 150 mg/week in 1 dosis gedurende 6 maanden

         

Tinea capitis
  • Oraal
    • a terme neonaat
      [26]
      • 6 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Behandelduur:

        4-8 weken

    • 1 maand tot 18 jaar
      [26]
      • 6 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Behandelduur:

        4-8 weken

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

Aanpassingen als volgt:

GFR 50-80 ml/min/1.73 m2
Aanpassing niet nodig
GFR 30-50 ml/min/1.73 m2
Dag 1: 100% van de normale dosis. Dag 2 en volgende: 50% van de normale dosis, interval tussen twee dosering behoeft geen aanpassing
Bij vaginale candidiasis (eenmalige toediening of toediening van 150 mg 1x per week) is aanpassing van de dosering niet noodzakelijk.
GFR 10-30 ml/min/1.73 m2
Dag 1: 100% van de normale dosis. Dag 2 en volgende: 50% van de normale dosis, interval tussen twee dosering behoeft geen aanpassing
Bij vaginale candidiasis (eenmalige toediening of toediening van 150 mg 1x per week) is aanpassing van de dosering niet noodzakelijk.
GFR < 10 ml/min/1.73 m2
Dag 1: 100% van de normale dosis. Dag 2 en volgende: 50% van de normale dosis, interval tussen twee dosering behoeft geen aanpassing
Bij vaginale candidiasis (eenmalige toediening of toediening van 150 mg 1x per week) is aanpassing van de dosering niet noodzakelijk.
Bij Dialyse

Na elke hemodialyse 100% van de aanbevolen dosis geven. Op dagen dat niet gedialyseerd wordt dient een lagere dosis gegeven te worden op basis van de GFR (zie bovenstaand)

Bijwerkingen bij kinderen

Leverfunctiestoornissen komen frequenter voor bij kinderen. Overgevoeligheid en anemie zijn specifieke bijwerkingen die bij kinderen voorkomen.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Vaak (1-10%): hoofdpijn. Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Huiduitslag. Verhoogde waarden van alkalische fosfatase (AF), ASAT, ALAT.

Soms (0,1-1%): (draai)duizeligheid, convulsies, paresthesie, smaakstoornis. Verminderde eetlust. Droge mond, dyspepsie, flatulentie, obstipatie. Cholestase, geelzucht, verhoogd bilirubine. Anemie. Slaperigheid, slapeloosheid, vermoeidheid, asthenie, malaise, koorts. Spierpijn. Jeuk, urticaria, 'fixed drug eruption', toegenomen transpiratie.

Zelden (0,01-0,1%): anafylactische reacties. Exfoliatieve huidafwijkingen zoals Stevens-Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse, exfoliatieve dermatitis, acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP), angio-oedeem, gelaatsoedeem, alopecia. Tremor. Hepatitis, hepatocellulaire schade of necrose, leverfalen. QT-verlenging, 'torsade de pointes'. Leukopenie, neutropenie, agranulocytose, trombocytopenie. Hypokaliëmie. Hypercholesterolemie, hypertriglyceridemie.

Verder is gemeld: huiduitslag met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS–syndroom).

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

  • Overgevoeligheid voor azoolverbindingen.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Candidiasis: Onderzoeken laten een stijgende prevalentie zien van infecties met andere Candida species dan C. albicans. Sommige species zijn inherent resistent voor fluconazol, of vertonen een lagere gevoeligheid, zoals bv. C. glabrata, zie ook rubriek Eigenschappen. Voor dergelijke infecties kan een andere behandeling nodig zijn, secundair aan falen van de behandeling. Houd daarom rekening met de prevalentie van resistentie tegen fluconazol bij verschillende Candida species.

QT-verlenging: Fluconazol veroorzaakt QT-verlenging via de remming van de rectificerende kaliuminstroom (Ikr). Patiënten met hypokaliëmie en gevorderd hartfalen hebben meer kans op het optreden van levensbedreigende ventriculaire aritmieën en 'torsade de pointes'. Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals bradycardie, hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte (o.a. na een myocardinfarct, hartfalen), comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie ook rubriek Interacties) en congenitale of verworven QT-verlenging, hogere leeftijd en vrouwelijk geslacht. Bij aanwezigheid van niet te behandelen risicofactoren: bepaal regelmatig de elektrolytwaarden en controleer het ECG.

Wees voorzichtig bij verminderde nier- en/of leverfunctie. Zelden is ernstige levertoxiciteit opgetreden, meestal bij patiënten met een ernstige onderliggende ziekte. Er is geen duidelijk verband met de totale dagelijkse dosering, de behandelduur, het geslacht of de leeftijd. De levertoxiciteit is meestal reversibel bij staken van de behandeling. Bij symptomen die duiden op ernstig hepatisch effect (asthenie, anorexie, aanhoudende misselijkheid, braken, geelzucht) en/of significante stijging van leverenzymwaarden de toediening direct staken.

Ernstige huidreacties: een klein aantal patiënten heeft tijdens behandeling met fluconazol een exfoliatieve huidreactie ontwikkeld. Aids-patiënten hebben een sterkere neiging tot het ontwikkelen van dergelijke ernstige huidreacties. Bij de behandeling van oppervlakkige schimmelinfecties de behandeling staken bij het optreden van huidreacties (indien die waarschijnlijk toe te schrijven zijn aan fluconazol). Bij de behandeling van systemische of invasieve schimmelinfecties de behandeling staken indien blaarvorming optreedt of erythema multiforme.

Wees alert op symptomen van bijnierschorsinsufficiëntie (zoals zwakte, vermoeidheid, anorexie, misselijkheid, braken, hypotensie, hypoglykemie, hyponatriëmie en hyperkaliëmie) omdat dit bij patiënten die corticosteroïden gebruikten na het staken van ketoconazol is gemeld en mogelijk ook bij fluconazol kan optreden, hoewel dit zelden is gezien.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Fluconazol remt CYP2C9, CYP2C19 en CYP3A4.

Relevant:
Afname fluconazol: de concentratie daalt door rifampicine.

Fluconazol verhoogt de concentratie van: alprazolam, atorvastatine, avatrombopag, carbamazepine, darifenacine, dihydropyridines, etravirine, fenytoïne, bepaalde immunosuppressiva (ciclosporine, everolimus, sirolimus, tacrolimus), ivacaftor, midazolam, nevirapine, rifabutine, rivaroxaban, ruxolitinib, simvastatine, tofacitinib, venetoclax, vincristine, zanubrutinib en zidovudine. Bij fluconazol 150 mg eenmalig of 150 mg 1x per week is dit niet relevant.

Het effect van VKA's kan worden versterkt. Bij fluconazol 150 mg eenmalig of 150 mg 1x per week is dit niet relevant.

Overig effect: fluconazol kan het QTc-interval verlengen, het risico op ernstige hartritmestoornissen is verhoogd bij combinatie met andere middelen waarbij ernstige hartritmestoornissen zoals torsade de pointes zijn gemeld.

De concentratie van fluconazol kan dalen door lumacaftor. Daarnaast stijgt de concentratie van ivacaftor (in het combinatiepreparaat met lumacaftor, Orkambi®) tijdelijk in de eerste week.

Niet relevant:
Fluconazol verhoogt de concentratie van: avapritinib, celecoxib, cyclofosfamide, eletriptan, fedratinib, gilteritinib, ifosfamide, sulfonylureumderivaten, terbinafine, theofylline, tolterodine (bij CYP2D6 poor metabolisers), vismodegib en vortioxetine.

Tretinoïne remt zijn eigen klaring, fluconazol kan dit remmen. Bij combinatie met tretinoïne is een geval van pseudotumor cerebri gemeld.

Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met ergotamine of een oraal anticonceptivum.

Niet beoordeeld:
De concentratie stijgt met ong. 40% door hydrochloorthiazide; dosisaanpassing is hierbij veelal niet noodzakelijk.

Het metabolisme van alfentanil, fentanyl, ibuprofen, amitriptyline, nortriptyline, methadon, tolvaptan en vinblastine kan geremd worden.

Het metabolisme van losartan naar zijn actieve metaboliet wordt geremd.

ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

ANTIBIOTICA
J02AA01
TRIAZOOL- EN TETRAZOOLDERIVATEN

Isavuconazol

Cresemba
J02AC05

Itraconazol

Trisporal
J02AC02

Posaconazol

Noxafil
J02AC04

Voriconazol

Vfend
J02AC03
OVERIGE ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK
J02AX06

Caspofungine

Cancidas
J02AX04
J02AX01

Micafungine

Mycamine
J02AX05

Referenties

  1. Long SS, et al, Reducing Candida infections during neonatal intensive care: management choices, infection control, and fluconazole prophylaxis, J Pediatr, 2005, 147, 135-41
  2. Clerihew L, et al, Systemic antifungal drugs for invasive fungal infection in preterm infants., Cochrane Database Syst Rev., 2004;, CD003953.
  3. Kaufman D., Strategies for prevention of neonatal invasive candidiasis, Semin Perinatol, 2003, 27, 414-24
  4. Martínez Sesmero JM, et al, Fungal chemoprophylaxis with fluconazole in preterm infants, Pharm World Sci, 2005, 27, 475-7
  5. Manzoni P, et al, A multicenter, randomized trial of prophylactic fluconazole in preterm neonates, N Engl J Med, 2007, 14, 2483-95
  6. Novelli V, et al, Safety and tolerability of fluconazole in children, Antimicrob Agents Chemother, 1999, 43, 1955 –1960
  7. Schwarze R, et al, Administration of fluconazole in children below 1 year of age, Mycoses, 1999, 42, 3-16
  8. Aziz M et al, Efficacy of fluconazole prophylaxis for prevention of invasive fungal infection in extremely low birth weight infants., Pediatr Infect Dis J, 2010, 29, 352-6
  9. Brammer KW et al., Pharmacokinetics of fluconazole in pediatric patients., Eur J Clin Microbiol Infect Dis, 1994, Apr;13(4), 325-9
  10. Hacimustafaoglu M et al. , Candida infections in non-neutropenic children after the neonatal period., Expert Rev Anti Infect Ther. , 2011, Oct;9(10), 923-40
  11. Healy CM et al, Fluconazole prophylaxis in the neonatal intensive care unit. , Pediatr Infect Dis J , 2009, 28, 49-52
  12. Hope WW et al. , ESCMID guideline for the diagnosis and management of Candida diseases 2012: prevention and management of invasive infections in neonates and children caused by Candida spp., Clin Microbiol Infect , 2012, 18 (suppl 7), 38-52
  13. Kaufman DA, Fluconazole prophylaxis: can we eliminate invasive Candida infections in the neonatal ICU?, Curr Opin Pediatr , 2008, 20, 332-40
  14. Kaufman DA, Why prevent invasive Candida infections?, J. Perinatol , 2008, 28, 385-8
  15. Kaufman DA, Prevention of invasive Candida infections in preterm infants: the time is now., Expert Rev Anti Infect Ther , 2008, 6, 393-9
  16. Kaufman DA, "Getting to Zero": preventing invasive Candida infections and eliminating infection-related mortality and morbidity in extremely preterm infants. , Early Hum Dev., 2012, May;88 Suppl 2, S45-9
  17. Leibovitz E. , Strategies for the prevention of neonatal candidiasis., Pediatr Neonatol. , 2012, Apr;53(2), 83-9
  18. PfizerBV, SmPC Diflucan 30-10-2012, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  19. Piper L et al. , Fluconazole loading dose pharmacokinetics and safety in infants., Pediatr Infect Dis J., 2011, May;30(5), 375-8
  20. Saxén H, et al., Pharmacokinetics of fluconazole in very low birth weight infants during the first two weeks of life., Clin Pharmacol Ther. , 1993, Sep;54(3), 269-77
  21. Turner K et al, Fluconazole pharmacokinetics and safety in premature infants. , Curr Med Chem., 2012, 19 (27), 4617-20
  22. Wade KC et al. , Fluconazole dosing for the prevention or treatment of invasive candidiasis in young infants. , Pediatr Infect Dis J , 2009, 28, 717-23
  23. Watt KM et al. , . Pharmacokinetics and safety of fluconazole in young infants supported with extracorporeal membrane oxygenation., Pediatr Infect Dis J., 2012, Oct;31(10), 1042-7
  24. Watt KM et al., Fluconazole Population Pharmacokinetics and Dosing for Prevention and Treatment of Invasive Candidiasis in Children Supported with Extracorporeal Membrane Oxygenation. , Antimicrob Agents Chemother. , 2015, Jul;59(7), 3935-43
  25. Weitkamp JH et al. , Fluconazole prophylaxis for prevention of invasive fungal infections in targeted highest risk preterm infants limits drug exposure. , J. Perinatol , 2008, 28, 405-11
  26. Mekkes JR, Tinea capitis (schimmel van het behaarde hoofd, hoofdschimmel). 26-5-2012, www.huidziekten.nl
  27. Pfizer BV. , SmPC Diflucan (Rvg 15758) dd 15-11-2017, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  28. Gerhart, J.G. et al., Physiologically-Based Pharmacokinetic Modeling of Fluconazole Using Plasma and Cerebrospinal Fluid Samples From Preterm and Term Infants., CPT Pharmacometrics Syst Pharmacol , 2019, 8(7), 500-10
  29. Leroux, S. et al., Pharmacokinetics and safety of fluconazole and micafungin in neonates with systemic candidiasis: a randomized, open-label clinical trial., Br J Clin Pharmacol , 2018, 84(9), 1989-99
  30. Pappas, P.G. et al., Clinical Practice Guideline for the Management of Candidiasis: 2016 Update by the Infectious Diseases Society of America., Clin Infect Dis , 2016, 62(4), e1-50
  31. Wade, K.C. et al., Population pharmacokinetics of fluconazole in young infants, Antimicrob Agents Chemother, 2008, 52(11), 4043-9
  32. Momper, J.D. et al., Population Pharmacokinetics of Fluconazole in Premature Infants with Birth Weights Less than 750 Grams., Antimicrob Agents Chemother , 2016, 60(9), 5539-45
  33. Watt, K.M. et al., Physiologically Based Pharmacokinetic Approach to Determine Dosing on Extracorporeal Life Support: Fluconazole in Children on ECMO., CPT Pharmacometrics Syst Pharmacol , 2018, 7(10), 629-37
  34. Robati Anaraki M, et al., Fluconazole prophylaxis against invasive candidiasis in very low and extremely low birth weight preterm neonates: a systematic review and meta-analysis., Clin Exp Pediatr., 2021, Apr;64(4), 172-9.
  35. Engbers AGJ, et al., Optimisation of fluconazole therapy for the treatment of invasive candidiasis in preterm infants, Arch Dis Child, 2022, Apr;107(4), 400-6
  36. Leonart LP, et al., Fluconazole Doses Used for Prophylaxis of Invasive Fungal Infection in Neonatal Intensive Care Units: A Network Meta-Analysis., J Pediatr., 2017, Jun;185, 129-35
  37. Informatorium Medicamentorum, Interacties, Geraadpleegd 1-3-2024
  38. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 15-1-2022

Wijzigingen

  • 16 december 2022 09:57: De beschikbare wetenschappelijke literatuur over de toepassing van fluconazol bij premature neonaten is opnieuw beoordeeld. Dit heeft geleid tot de toevoeging van een doseeradvies voor premature neonaten bij behandeling en profylaxe van oor de behandeling en profylaxe van systemisch diepe candidiasis en cryptococcen infecties. Tevens een doseeradvies toegevoegd voor behandeling van systemische infecties bij kinderen aan ECMO.
  • 10 april 2018 16:41: Info over hemodialyse toegevoegd obv SmPC Diflucan RVG 15758
  • 30 november 2015 10:10: De wetenschappelijke literatuur over de toepassing van fluconazol bij kinderen is opnieuw beoordeeld. Dit heeft geleid tot de toevoeging van farmacokinetische informatie en wijzging van de indicaties en doseeradviezen.
  • 17 februari 2015 11:39: In het orale doseeradvies voor kinderen 12-18 jaar stond vermeld mg/kg/dag ipv mg/dag. Dit is gecorrigeerd.

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering