Triazoolderivaat met antimycotische werking. Fluconazol remt de 14α-lanosterol-demethylering, een essentiële stap in de fungale ergosterolbiosynthese.
In vitro zijn gevoelig: Candida albicans, Candida parapsilosis, Candida tropicalis, Cryptococcus neoformans, Cryptococcus gattii, Blastomyces dermatitidis, Coccidioides immitis, Histoplasma capsulatum en Paracoccidioides brasiliensis.
Verminderd gevoelig kan zijn: Candida glabrata (het wildtype is intermediair gevoelig).
(Inherent) resistent zijn: Candida auris en Candida krusei.
Leeftijd prematuur | Cmax (µg/ml) | Tmax (uur) | T½ (uur) | Cl (ml/min/kg) | VD (l/kg) |
---|---|---|---|---|---|
1 dag | 5,5 | 2,2 | 88,6 | 0,18 | 1,18 |
7 dagen | 12,8 | 1,6 | 67,5 | 0,33 | 1,84 |
13 dagen | 10,0 | 1,6 | 55,2 | 0,52 | 2,25 |
T½ = 15-20 uur bij kinderen (> 3 maanden) en het VD is gem. 0,95 l/kg (3 mnd – 12 jaar) en 0,70 l/kg (12 – 16 jaar) [Brammer 1994, Saxén 1993]. Kinderen aan ECMO: VD = 1.5 l/kg, Cl = 0.28 ml/min/kg, t½ = 60 uur [Watt 2012]
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Oplaaddoses alle indicaties: > 6 mg/kg/dag: Off-label
Mucosale candidiasis: onderhoudsdosering > 3 mg/kg/dag: Off-label
Preventie crytokokken meningitis recidieven: onderhoudsdosering < 6 mg/kg: Off-label
Preventie systemische candidiasis: Off-label
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Capsule 50 mg, 150 mg, 200 mg
Infusievlst. 2 mg/ml
Susp. oraal "poeder voor" 10 mg/ml; 40 mg/ml (bevat 2,38 mg/ml natriumbenzoaat).
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Mucosale candidiasis |
---|
|
Systemisch diepe candidiasis, cryptococcen infecties |
---|
|
Profylaxe candidiasis, profylaxe cryptococcen infecties |
---|
|
Profylaxe candidiasis bij kinderen aan ECMO |
---|
|
Vaginale candidiasis |
---|
|
Tinea capitis |
---|
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Aanpassingen als volgt:
Na elke hemodialyse 100% van de aanbevolen dosis geven. Op dagen dat niet gedialyseerd wordt dient een lagere dosis gegeven te worden op basis van de GFR (zie bovenstaand)
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Leverfunctiestoornissen komen frequenter voor bij kinderen. Overgevoeligheid en anemie zijn specifieke bijwerkingen die bij kinderen voorkomen.
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Huiduitslag. Verhoogde waarden van alkalische fosfatase (AF), ASAT, ALAT.
Soms (0,1-1%): (draai)duizeligheid, convulsies, paresthesie, smaakstoornis. Verminderde eetlust. Droge mond, dyspepsie, flatulentie, obstipatie. Cholestase, geelzucht, verhoogd bilirubine. Anemie. Slaperigheid, slapeloosheid, vermoeidheid, asthenie, malaise, koorts. Spierpijn. Jeuk, urticaria, 'fixed drug eruption', toegenomen transpiratie.
Zelden (0,01-0,1%): anafylactische reacties. Exfoliatieve huidafwijkingen zoals Stevens-Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse, exfoliatieve dermatitis, acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP), angio-oedeem, gelaatsoedeem, alopecia. Tremor. Hepatitis, hepatocellulaire schade of necrose, leverfalen. QT-verlenging, 'torsade de pointes'. Leukopenie, neutropenie, agranulocytose, trombocytopenie. Hypokaliëmie. Hypercholesterolemie, hypertriglyceridemie.
Verder is gemeld: huiduitslag met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS–syndroom).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Candidiasis: Onderzoeken laten een stijgende prevalentie zien van infecties met andere Candida species dan C. albicans. Sommige species zijn inherent resistent voor fluconazol, of vertonen een lagere gevoeligheid, zoals bv. C. glabrata, zie ook rubriek Eigenschappen. Voor dergelijke infecties kan een andere behandeling nodig zijn, secundair aan falen van de behandeling. Houd daarom rekening met de prevalentie van resistentie tegen fluconazol bij verschillende Candida species.
QT-verlenging: Fluconazol veroorzaakt QT-verlenging via de remming van de rectificerende kaliuminstroom (Ikr). Patiënten met hypokaliëmie en gevorderd hartfalen hebben meer kans op het optreden van levensbedreigende ventriculaire aritmieën en 'torsade de pointes'. Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals bradycardie, hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte (o.a. na een myocardinfarct, hartfalen), comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie ook rubriek Interacties) en congenitale of verworven QT-verlenging, hogere leeftijd en vrouwelijk geslacht. Bij aanwezigheid van niet te behandelen risicofactoren: bepaal regelmatig de elektrolytwaarden en controleer het ECG.
Wees voorzichtig bij verminderde nier- en/of leverfunctie. Zelden is ernstige levertoxiciteit opgetreden, meestal bij patiënten met een ernstige onderliggende ziekte. Er is geen duidelijk verband met de totale dagelijkse dosering, de behandelduur, het geslacht of de leeftijd. De levertoxiciteit is meestal reversibel bij staken van de behandeling. Bij symptomen die duiden op ernstig hepatisch effect (asthenie, anorexie, aanhoudende misselijkheid, braken, geelzucht) en/of significante stijging van leverenzymwaarden de toediening direct staken.
Ernstige huidreacties: een klein aantal patiënten heeft tijdens behandeling met fluconazol een exfoliatieve huidreactie ontwikkeld. Aids-patiënten hebben een sterkere neiging tot het ontwikkelen van dergelijke ernstige huidreacties. Bij de behandeling van oppervlakkige schimmelinfecties de behandeling staken bij het optreden van huidreacties (indien die waarschijnlijk toe te schrijven zijn aan fluconazol). Bij de behandeling van systemische of invasieve schimmelinfecties de behandeling staken indien blaarvorming optreedt of erythema multiforme.
Wees alert op symptomen van bijnierschorsinsufficiëntie (zoals zwakte, vermoeidheid, anorexie, misselijkheid, braken, hypotensie, hypoglykemie, hyponatriëmie en hyperkaliëmie) omdat dit bij patiënten die corticosteroïden gebruikten na het staken van ketoconazol is gemeld en mogelijk ook bij fluconazol kan optreden, hoewel dit zelden is gezien.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Fluconazol remt CYP2C9, CYP2C19 en CYP3A4.
Relevant:
Afname fluconazol: de concentratie daalt door rifampicine.
Fluconazol verhoogt de concentratie van: alprazolam, atorvastatine, avatrombopag, carbamazepine, darifenacine, dihydropyridines, etravirine, fenytoïne, bepaalde immunosuppressiva (ciclosporine, everolimus, sirolimus, tacrolimus), ivacaftor, midazolam, nevirapine, rifabutine, rivaroxaban, ruxolitinib, simvastatine, tofacitinib, venetoclax, vincristine, zanubrutinib en zidovudine. Bij fluconazol 150 mg eenmalig of 150 mg 1x per week is dit niet relevant.
Het effect van VKA's kan worden versterkt. Bij fluconazol 150 mg eenmalig of 150 mg 1x per week is dit niet relevant.
Overig effect: fluconazol kan het QTc-interval verlengen, het risico op ernstige hartritmestoornissen is verhoogd bij combinatie met andere middelen waarbij ernstige hartritmestoornissen zoals torsade de pointes zijn gemeld.
De concentratie van fluconazol kan dalen door lumacaftor. Daarnaast stijgt de concentratie van ivacaftor (in het combinatiepreparaat met lumacaftor, Orkambi®) tijdelijk in de eerste week.
Niet relevant:
Fluconazol verhoogt de concentratie van: avapritinib, celecoxib, cyclofosfamide, eletriptan, fedratinib, gilteritinib, ifosfamide, sulfonylureumderivaten, terbinafine, theofylline, tolterodine (bij CYP2D6 poor metabolisers), vismodegib en vortioxetine.
Tretinoïne remt zijn eigen klaring, fluconazol kan dit remmen. Bij combinatie met tretinoïne is een geval van pseudotumor cerebri gemeld.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met ergotamine of een oraal anticonceptivum.
Niet beoordeeld:
De concentratie stijgt met ong. 40% door hydrochloorthiazide; dosisaanpassing is hierbij veelal niet noodzakelijk.
Het metabolisme van alfentanil, fentanyl, ibuprofen, amitriptyline, nortriptyline, methadon, tolvaptan en vinblastine kan geremd worden.
Het metabolisme van losartan naar zijn actieve metaboliet wordt geremd.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Abelcet; Ambisome
|
J02AA01 |
TRIAZOOL- EN TETRAZOOLDERIVATEN | ||
---|---|---|
Cresemba
|
J02AC05 | |
Trisporal
|
J02AC02 | |
Noxafil
|
J02AC04 | |
Vfend
|
J02AC03 |
OVERIGE ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK | ||
---|---|---|
Ecalta
|
J02AX06 | |
Cancidas
|
J02AX04 | |
J02AX01 | ||
Mycamine
|
J02AX05 |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.