Fungistatisch en (vooral bij hoge concentraties en afhankelijk van de gevoeligheid van de schimmel) fungicide werkend polyeenantibioticum, verkregen uit een stam van Streptomyces nodosus. Bindt aan sterolen in de celmembraan van de schimmel, waardoor de permeabiliteit van de celmembraan wordt verhoogd en kalium en andere celbestanddelen verloren gaan. De zoogdiercelmembraan bevat ook sterolen; celbeschadigingen bij de mens treden waarschijnlijk via eenzelfde mechanisme op.
Amfotericine B is vooral werkzaam tegen Candida-soorten, Cryptococcus neoformans, Histoplasma capsulatum, Coccidioides immitis, Aspergillus fumigatus, Blastomyces dermatitidis, Mucor mucedo, Rhodotorula en Sporothrix schenckii.
Verminderd gevoelig zijn: dermatofyten, sommige andere Aspergillus-soorten, de parasiet Leishmania brasiliensis is ook in beperkte mate gevoelig.
Resistent is: Pseudallescheria boydii.
Amfotericine is niet werkzaam tegen bacteriën, Rickettsiae en virussen.
Wanneer amfotericine, dankzij een lipofiel gedeelte, is geïncorporeerd in de lipiden-dubbellaag van liposomen (Ambisome) of gekoppeld aan fosfolipiden (Abelcet) kunnen met name in relatie tot de toxiciteit waarschijnlijk hogere doses worden gegeven dan van conventioneel amfotericine B.
LIPOSOMAAL AMFOTERICINE B
Na toediening van 2,5-10 mg/kg Ambisome aan kinderen van 1-17 jaar zijn de volgende kinetische parameters gevonden:
Cmax: 15-68 µg/ml
Cl: 38-60 ml/kg/uur; Clsteady state: 13 ml/kg/uur
t½: 10 uur
Ernstige mycosen, Viscerale leishmaniasis: neutropenie
> 1 mnd:On-label
Inhalatie: off-label
Toon SmPC tekst Toon SmPC tekstConc. voor infusieopl. (lipidencomplex) 5 mg/ml
Poeder voor infusieopl. (liposomaal) 50 mg
Gebruik van conventioneel amfotericine B bij kinderen is in Nederland obsoleet vanwege het ongunstige bijwerkingen profiel van conventioneel amfotericine B ten opzichte van amfotericine B in lipidencomplex of liposomaal amfotericine B.
Systemische mycosen |
---|
|
Viscerale Leishmaniasis |
---|
|
Pulmirespiratoire mycosen |
---|
|
Aanpassingen als volgt:
Bij kinderen komt het bijwerkingenprofiel overeen met dat van volwassenen.
LIPOSOMAAL AMFOTERICINE B
Bij gebruik van liposomaal amfotericine B lijken bijwerkingen minder frequent voor te komen dan bij conventioneel amfotericine B. Tot de meest bekende bijwerkingen van amfotericine B behoren hemolyse, voorbijgaande vermindering van de nierfunctie (renale tubulaire acidose), bot- en spierpijn, anorexie, leukopenie, agranulocytose en eosinofilie. Hogere doseringen van AmBisome kunnen leiden tot meer renale bijwerkingen met een hogere incidentie van hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, verhoogd serumcreatinine en nierfalen.
Zeer vaak (> 10%) koorts, rigor. Misselijkheid, braken. Hypokaliëmie.
Vaak (1-10%): hoofdpijn, buikpijn, diarree, rugpijn, pijn op de borst. Dyspneu, tachycardie, hypotensie, vasodilatatie, voorbijgaande roodheid van gelaat en hals. Verhoogd alkalisch fosfatase, hyperbilirubinemie, abnormale leverfunctiewaarden. Verhoogde creatinine en ureumspiegels, hypomagnesiëmie, hypocalciëmie, hyperglykemie, hyponatriëmie. Huiduitslag.
Soms (0,1-1%): anafylactoïde reactie. Convulsies. Bronchospasmen. Trombocytopenie. Flebitis.
Verder zijn gemeld: hartstilstand, ritmestoornis, cardiomyopathie. Anafylactische reactie, angio-oedeem, overgevoeligheid. Nierfalen, nierinsufficiëntie, hyperkaliëmie. Anemie. Rabdomyolyse. Gewrichtspijn.
AMFOTERICINE B IN LIPIDEN COMPLEX
Amfotericine B lipidencomplex blijkt minder nefrotoxisch te zijn dan conventioneel amfotericine B.
Zeer vaak (> 10%): rillingen, koorts. Verhoogde waarden creatinine in bloed.
Vaak (1–10%): tachycardie, aritmie, hypertensie, hypotensie, pijn op de borst. Dyspneu, astma, hyperventilatie, hypoxie. Hoofdpijn, tremor, verwarde toestand. Rugpijn. Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Anorexie. Trombocytopenie. Nierinsufficiëntie incl. nierfalen. Huiduitslag. Hypokaliëmie, hyperkaliëmie, hypomagnesiëmie. Abnormale leverfunctietestuitslagen, verhoging alkalische fosfatase, hyperbilirubinemie, verhoogd bloedureum.
Soms (0,1–1%): anafylactische reactie. Hartstilstand, shock. Convulsies, perifere neuropathie. Respiratoir falen. Artralgie, myalgie. Jeuk. Reactie op de toedieningsplaats.
Verder zijn gemeld: encefalopathie, bronchospasmen, dermatitis exfoliativa, hypostenurie, nefrogene diabetes insipidus en renale tubulaire acidose. Afname van de zuurstofsaturatie, cyanose.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Gebruik van conventioneel amfotericine B bij kinderen is in Nederland obsoleet vanwege het ongunstige bijwerkingen profiel van conventioneel amfotericine B ten opzichte van amfotericine B in lipidencomplex of liposomaal amfotericine B.
Amfotericine B in liposomen
Controles/nierfunctie: Wees voorzichtig bij nierfunctiestoornissen, het effect van een pre-existente nierfunctiestoornis op de klaring van amfotericine B in liposomen is niet onderzocht. Indien de toepassing noodzakelijk is dan slechts onder zeer nauwkeurige controle behandelen. Tijdens behandeling dagelijks de nierfunctie controleren. Ook wordt aanbevolen de leverfunctie en het serumelektrolytengehalte (m.n. kalium en magnesium) te meten en de normale bloedtellingen uit te voeren.
Bij progressieve lever- of nierfunctiestoornissen dosisverlaging, onderbreking of staken van de behandeling overwegen.
Acute longtoxiciteit is gemeld bij patiënten die amfotericine B (als natriumdeoxycholaatcomplex) tijdens of kort na leukocytentransfusies toegediend kregen; houd een zo lang mogelijke periode tussen toediening van beide en observeer de longfunctie.
De kans op recidiveren van viscerale leishmaniasis bij immuungecompromitteerde patiënten (m.n. met HIV-infectie) is zeer hoog.
Fout-positieve verhogingen van serumfosfaat zijn gemeld wanneer een monster geanalyseerd is met de PHOSm-test (bv. in een Beckman-Coulter-analyseapparaat).
Onderzoeksgegevens: Er zijn geen gegevens beschikbaar om een dosisaanbeveling bij een leverfunctiestoornis op te baseren.
Amfotericine B in lipidencomplex
De ervaring met de behandeling van systemische mycosen veroorzaakt door andere pathogenen dan Candida en Aspergillus is beperkt.
Controles: Voorzichtig bij nierfunctiestoornissen; dan slechts onder zeer nauwkeurige controle behandelen. Tijdens behandeling dagelijks de nierfunctie controleren. Ook wordt aanbevolen de leverfunctie en het serumelektrolytengehalte (m.n. kalium en magnesium) te meten en de standaard bloedtellingen uit te voeren.
Onderzoeksgegevens: de werking en veiligheid zijn niet vastgesteld bij prematuren met een Aspergillus-infectie.
Conventioneel amfotericine B
Controles: Het serumcreatinine tijdens de acute fase dagelijks en vervolgens ten minste om de 2 weken controleren bij patiënten zonder reeds bestaande nierinsufficiëntie (vaker indien wel pre-existente nierfunctiestoornis); ook de leverfunctie en het elektrolytengehalte (m.n magnesium en kalium) controleren en de normale bloedtellingen uitvoeren.
Nierfunctie: Wees voorzichtig bij nierfunctiestoornissen, bij dergelijke patiënten tijdens acute episoden dagelijks het serumcreatinine bepalen. Bij dergelijke patiënten is het optreden van ritmestoornissen, waaronder ventrikelfibrilleren, beschreven, waarbij na de infusie sprake was van een passagère maar ernstige hyperkaliëmie. Bij een serumcreatininegehalte > 265 micromol/l de behandeling gedurende 24–48 uur staken. Indien nefrocalcinose optreedt is meestal sprake van een passagère nierfunctiestoornis, toegenomen kalium- en magnesiumverlies kan echter nog weken na staken van de behandeling persisteren. Een blijvende verslechtering van de nierfunctie treedt doorgaans op bij hoge cumulatieve doses (> 5 g). Het gebruik van diuretica predisponeert voor vermindering van de nierfunctie, terwijl natriumsuppletie mogelijk het optreden van deze nefrotoxiciteit kan verminderen.
Om cardiorespiratoire collaps te voorkomen de productnaam en dosering vóór de toediening controleren.
Relevant: de nefrotoxiciteit van ciclosporine en cisplatine kan worden versterkt. Het risico op nefrotoxiciteit kan tot 6 maanden na staken van cisplatine aanwezig zijn.
Niet relevant: de AUC kan toenemen door micafungine.
De nefrotoxiciteit kan toenemen bij combinatie met aminoglycosiden.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met methotrexaat.
Niet beoordeeld: de werking van spierrelaxantia kan toenemen door kaliumdepletie en het risico op digoxine toxiciteit kan toenemen
Combinatie met flucytosine kan het klinische effect verhogen, maar ook de toxiciteit van flucytosine, mogelijk doordat de door amfotericine B veroorzaakte nierfunctiestoornis de klaring van flucytosine door de nier kan verminderen.
Corticosteroïden en diuretica kunnen de kaliumdepletie door amfotericine B verhogen.
Er treedt antagonisme op tussen amfotericine en imidazoolderivaten.
Bij toediening van amfotericine B tijdens of kort na leukocytentransfusie zijn in sommige gevallen pulmonale reacties (acute longtoxiciteit) gemeld.
Oncolytica kunnen het risico op nefrotoxiciteit, bronchospasme en hypotensie verhogen.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
TRIAZOOL- EN TETRAZOOLDERIVATEN | ||
---|---|---|
Diflucan
|
J02AC01 | |
Cresemba
|
J02AC05 | |
Trisporal
|
J02AC02 | |
Noxafil
|
J02AC04 | |
Vfend
|
J02AC03 |
OVERIGE ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK | ||
---|---|---|
Ecalta
|
J02AX06 | |
Cancidas
|
J02AX04 | |
J02AX01 | ||
Mycamine
|
J02AX05 |