Micafungine

Stofnaam
Micafungine
Merknaam
Mycamine
ATC code
J02AX05
Eigenschappen - PK data - Registratiestatus
Doseringen

Toedieningsvormen en hulpstoffen
Nierfunctiestoornissen
Soortgelijke geneesmiddelen
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen
Interacties
Referenties
Versiebeheer

Label dosisadvies Kinderformularium

On-label

Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Behandeling invasieve candidiasis:
< 40 kg
: 2 mg/kg/dag
> 40 kg: 100 mg/dag
Bij onvoldoende reactie, bv. indien de kweken positief blijven of de klinische toestand niet verbetert, mag de dosis worden verdubbeld
Profylaxe candida infectie:
< 40 kg
: 1 mg/kg/dag
> 40 kg: 50 mg/dag

Eigenschappen

Echinocandine. Het remt selectief de 1,3–β–D–glucaansynthetase, waardoor de aanmaak van het voor de schimmelcelwand essentiële 1,3–β–D–glucaan wordt geremd. Het heeft een fungicide werking tegen Candida spp. en een fungistatische werking tegen Aspergillus spp. Verder zijn gevoelig: de myceliale vormen van dimorfe fungi zoals Histoplasma capsulatum, Blastomyces dermatitidis en Coccidioides immitis. Ongevoelig zijn: Cryptococcus spp., Pseudo-Allescheria spp., Scedosporium spp., Fusarium spp., Trichosporon spp. en Zygomycetes spp.
 

Farmacokinetiek

Bij kinderen waren de AUC-waarden dosisproportioneel voor het dosisbereik van 0,5-4 mg/kg. De klaring werd beïnvloed door leeftijd. De gemiddelde klaringswaarden bij jongere kinderen (2-11 jaar) waren circa 1,3 zo groot als bij oudere kinderen (12-17 jaar). Oudere kinderen hadden ongeveer dezelfde gemiddelde klaringswaarden als volwassen patiënten. De gemiddelde klaring bij premature zuigelingen (zwangerschapsduur circa 26 weken) is ongeveer 5 keer zo groot als bij volwassenen.

Doseringen

Invasieve candidiasis
  • Intraveneus
    • a terme neonaat
      [1]
      • 4 - 10 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Behandelduur:

        Ten minste 14 dagen. De antifungale behandeling moet ten minste één week worden voortgezet nadat twee opeenvolgende negatieve bloedkweken zijn verkregen en nadat de klinische verschijnselen en symptomen van infectie zijn verdwenen.

    • 1 maand tot 4 maanden
      [1]
      • 4 - 10 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Behandelduur:

        Ten minste 14 dagen. De antifungale behandeling moet ten minste één week worden voortgezet nadat twee opeenvolgende negatieve bloedkweken zijn verkregen en nadat de klinische verschijnselen en symptomen van infectie zijn verdwenen.

    • ≥ 4 maanden en < 40 kg
      [1]
      • 2 mg/kg/dag in 1 dosis. Max: 4 mg/kg/dag.
      • Behandelduur:

        Ten minste 14 dagen. De antifungale behandeling moet ten minste één week worden voortgezet nadat twee opeenvolgende negatieve bloedkweken zijn verkregen en nadat de klinische verschijnselen en symptomen van infectie zijn verdwenen.

      • Indien de kweken positief blijven of de klinische toestand niet verbetert, dan mag de dosis verdubbeld worden naar 4 mg/kg/dag.

    • ≥ 4 maanden en ≥ 40 kg
      [1]
      • 100 mg/dag in 1 dosis. Max: 200 mg/dag.
      • Behandelduur:

        Ten minste 14 dagen. De antifungale behandeling moet ten minste één week worden voortgezet nadat twee opeenvolgende negatieve bloedkweken zijn verkregen en nadat de klinische verschijnselen en symptomen van infectie zijn verdwenen.

      • Indien de kweken positief blijven of de klinische toestand niet verbetert, dan mag de dosis verdubbeld worden naar 200 mg/dag.

Profylaxe van Candida-infectie
  • Intraveneus
    • a terme neonaat
      [1]
      • 2 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Behandelduur:

        ten minste nog één week na herstel van de neutrofielen

    • 1 maand tot 4 maanden
      [1]
      • 2 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Behandelduur:

        ten minste nog één week na herstel van de neutrofielen

    • ≥ 4 maanden en < 40 kg
      [1]
      • 1 mg/kg/dag in 1 dosis
      • Behandelduur:

        ten minste nog één week na herstel van de neutrofielen

    • ≥ 4 maanden en ≥ 40 kg
      [1]
      • 50 mg/dag in 1 dosis
      • Behandelduur:

        Ten minste nog één week na herstel van de neutrofielen.

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Poeder voor infusievloeistof 50 mg, 100 mg. Elke injectieflacon bevat 200 mg lactose.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK

ANTIBIOTICA
J02AA01
TRIAZOOL- EN TETRAZOOLDERIVATEN

Fluconazol

Diflucan
J02AC01

Itraconazol

Trisporal
J02AC02

Posaconazol

Noxafil
J02AC04

Voriconazol

Vfend
J02AC03
OVERIGE ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK
J02AX06

Caspofungine

Cancidas
J02AX04
J02AX01

Bijwerkingen bij kinderen

Thrombocytopenie, tachycardie, hypertensie, hypotensie, hyperbilirubinemie, hepatomegalie, acuut nierfalen, verhoogd bloedureum.
Kinderen < 1 jaar toonden circa 2x zo vaak een verhoogde ALAT, ASAT en alkalinefosfatase dan oudere kinderen
 

Bijwerkingen algemeen

Vaak (1-10%): flebitis. Koorts, koude rillingen. Hoofdpijn. Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Leukopenie, neutropenie, anemie. Hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, hypocalciëmie. Verhoogd bloedalkalinefosfatase, ASAT, ALAT en bilirubine in het bloed, afwijkende leverfunctietest. Huiduitslag. Soms (0,1-1%): op de infusieplaats: pijn, ontsteking, trombose. Pancytopenie, trombocytopenie, eosinofilie. Anafylactische/anafylactoïde reactie. Urticaria, erytheem, jeuk. Hyperhidrose. Hyponatriëmie, hyperkaliëmie, hypofosfatemie, anorexie. Slapeloosheid, angst, verwardheid, slaperigheid, tremor, duizeligheid, dysgeusie. Tachycardie, palpitaties, bradycardie, bloeddrukveranderingen, blozen. Perifeer oedeem. Dyspneu. Dyspepsie, obstipatie. Leverinsufficiëntie, geelzucht, hepatitis. Verhoogd bloedcreatinine, bloedureum, (verergering) nierinsufficiëntie. Verhoogd lactaatdehydrogenase. Zelden (0,01-0,1%): hemolytische anemie, hemolyse. Verder zijn gemeld: shock, hepatocellulaire schade inclusief leverceldood, leverfalen (waaronder met dodelijke afloop), gedissemineerde intravasale stolling, gestoorde nierfunctie, acuut nierfalen, erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse.

 

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Alleen voorschrijven na overleg met een infectioloog/microbioloog. Micafunginetherapie is geassocieerd met significante leverfunctiestoornissen (stijging ALT/AST of totaal bilirubine > 3 maal ULN bij zowel gezonde vrijwilligers als bij patiënten. Bij sommige patiënten werden ernstiger gevallen van hepatische dysfunctie, hepatitis of leverfalen, waaronder met dodelijke afloop, gemeld. Kinderen < 1 jaar zijn mogelijk meer vatbaar voor leverletsel.
De leverfunctie en nierfunctie dient zorgvuldig te worden gecontroleerd tijdens behandeling met micafungine.
 

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen

De leverfunctie zorgvuldig controleren tijdens behandeling met micafungine. Om het risico van adaptieve regeneratie en mogelijk daaropvolgende levertumorvorming te minimaliseren, wordt vroegtijdig staken aanbevolen indien significante en persisterende verhoging van ALAT/ASAT optreedt. Het gebruik wordt niet aanbevolen bij patiënten met ernstig gestoorde leverfunctie of chronische leverziekten die paraneoplastische aandoeningen vertegenwoordigen, zoals gevorderde leverfibrose, cirrose, virale hepatitis, neonatale leverziekte of congenitale enzymdefecten, of bij het tegelijkertijd ondergaan van een behandeling met hepatotoxische en/of genotoxische eigenschappen. Kinderen < 1 jaar zijn mogelijk meer vatbaar voor leverletsel. Tijdens de behandeling met micafungine is nauwlettende controle op achteruitgang van de nierfunctie vereist. Bij optreden van huidlaesies deze observeren; bij verergering de behandeling staken. Bij optreden van hemolyse een risico-batenanalyse uitvoeren.

 

Interacties

Niet relevant: het verhoogt de AUC van amfotericine B, itraconazol, nifedipine en sirolimus.

Niet beoordeeld: de blootstellig aan amfotericine B-desoxycholaat neemt toe met ong. 30%; de fabrikant adviseert voorzichtigheid en scherpe controle op mogelijke toxiciteit van amfotericine B-desoxycholaat .

Referenties

  1. Astellas Pharma Europe B.V., SPC Mycamine (EU/1/08/448/002 ) 20-07-2016, www.emea.europa.eu
  2. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 05 nov 2014
  3. Informatorium Medicamentorum., (Interacties), Geraadpleegd 05 nov 2014

Wijzigingen

  • 30 augustus 2016 14:02: Doseeradvies voor kinderen < 4 maanden toegevoegd
  • 30 augustus 2016 13:57: aanpassing lft obv SmPC, doseeradvies voor kinderen < 4 maanden toegevoegd

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering