On-label
Toon SmPC tekstEchinocandine. Het remt selectief de 1,3–β–D–glucaansynthetase, waardoor de aanmaak van het voor de schimmelcelwand essentiële 1,3–β–D–glucaan wordt geremd. Het heeft een fungicide werking tegen Candida spp. en een fungistatische werking tegen Aspergillus spp. Verder zijn gevoelig: de myceliale vormen van dimorfe fungi zoals Histoplasma capsulatum, Blastomyces dermatitidis en Coccidioides immitis. Ongevoelig zijn: Cryptococcus spp., Pseudo-Allescheria spp., Scedosporium spp., Fusarium spp., Trichosporon spp. en Zygomycetes spp.
Bij kinderen waren de AUC-waarden dosisproportioneel voor het dosisbereik van 0,5-4 mg/kg. De klaring werd beïnvloed door leeftijd. De gemiddelde klaringswaarden bij jongere kinderen (2-11 jaar) waren circa 1,3 zo groot als bij oudere kinderen (12-17 jaar). Oudere kinderen hadden ongeveer dezelfde gemiddelde klaringswaarden als volwassen patiënten. De gemiddelde klaring bij premature zuigelingen (zwangerschapsduur circa 26 weken) is ongeveer 5 keer zo groot als bij volwassenen.
Invasieve candidiasis |
---|
|
Profylaxe van Candida-infectie |
---|
|
Poeder voor infusievloeistof 50 mg, 100 mg. Elke injectieflacon bevat 200 mg lactose.
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Abelcet; Ambisome
|
J02AA01 |
TRIAZOOL- EN TETRAZOOLDERIVATEN | ||
---|---|---|
Diflucan
|
J02AC01 | |
Trisporal
|
J02AC02 | |
Noxafil
|
J02AC04 | |
Vfend
|
J02AC03 |
OVERIGE ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK | ||
---|---|---|
Ecalta
|
J02AX06 | |
Cancidas
|
J02AX04 | |
J02AX01 |
Thrombocytopenie, tachycardie, hypertensie, hypotensie, hyperbilirubinemie, hepatomegalie, acuut nierfalen, verhoogd bloedureum.
Kinderen < 1 jaar toonden circa 2x zo vaak een verhoogde ALAT, ASAT en alkalinefosfatase dan oudere kinderen
Vaak (1-10%): flebitis. Koorts, koude rillingen. Hoofdpijn. Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Leukopenie, neutropenie, anemie. Hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, hypocalciëmie. Verhoogd bloedalkalinefosfatase, ASAT, ALAT en bilirubine in het bloed, afwijkende leverfunctietest. Huiduitslag. Soms (0,1-1%): op de infusieplaats: pijn, ontsteking, trombose. Pancytopenie, trombocytopenie, eosinofilie. Anafylactische/anafylactoïde reactie. Urticaria, erytheem, jeuk. Hyperhidrose. Hyponatriëmie, hyperkaliëmie, hypofosfatemie, anorexie. Slapeloosheid, angst, verwardheid, slaperigheid, tremor, duizeligheid, dysgeusie. Tachycardie, palpitaties, bradycardie, bloeddrukveranderingen, blozen. Perifeer oedeem. Dyspneu. Dyspepsie, obstipatie. Leverinsufficiëntie, geelzucht, hepatitis. Verhoogd bloedcreatinine, bloedureum, (verergering) nierinsufficiëntie. Verhoogd lactaatdehydrogenase. Zelden (0,01-0,1%): hemolytische anemie, hemolyse. Verder zijn gemeld: shock, hepatocellulaire schade inclusief leverceldood, leverfalen (waaronder met dodelijke afloop), gedissemineerde intravasale stolling, gestoorde nierfunctie, acuut nierfalen, erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Alleen voorschrijven na overleg met een infectioloog/microbioloog. Micafunginetherapie is geassocieerd met significante leverfunctiestoornissen (stijging ALT/AST of totaal bilirubine > 3 maal ULN bij zowel gezonde vrijwilligers als bij patiënten. Bij sommige patiënten werden ernstiger gevallen van hepatische dysfunctie, hepatitis of leverfalen, waaronder met dodelijke afloop, gemeld. Kinderen < 1 jaar zijn mogelijk meer vatbaar voor leverletsel.
De leverfunctie en nierfunctie dient zorgvuldig te worden gecontroleerd tijdens behandeling met micafungine.
De leverfunctie zorgvuldig controleren tijdens behandeling met micafungine. Om het risico van adaptieve regeneratie en mogelijk daaropvolgende levertumorvorming te minimaliseren, wordt vroegtijdig staken aanbevolen indien significante en persisterende verhoging van ALAT/ASAT optreedt. Het gebruik wordt niet aanbevolen bij patiënten met ernstig gestoorde leverfunctie of chronische leverziekten die paraneoplastische aandoeningen vertegenwoordigen, zoals gevorderde leverfibrose, cirrose, virale hepatitis, neonatale leverziekte of congenitale enzymdefecten, of bij het tegelijkertijd ondergaan van een behandeling met hepatotoxische en/of genotoxische eigenschappen. Kinderen < 1 jaar zijn mogelijk meer vatbaar voor leverletsel. Tijdens de behandeling met micafungine is nauwlettende controle op achteruitgang van de nierfunctie vereist. Bij optreden van huidlaesies deze observeren; bij verergering de behandeling staken. Bij optreden van hemolyse een risico-batenanalyse uitvoeren.
Niet relevant: het verhoogt de AUC van amfotericine B, itraconazol, nifedipine en sirolimus.
Niet beoordeeld: de blootstellig aan amfotericine B-desoxycholaat neemt toe met ong. 30%; de fabrikant adviseert voorzichtigheid en scherpe controle op mogelijke toxiciteit van amfotericine B-desoxycholaat .