Tocilizumab

Stofnaam
Tocilizumab
Merknaam
RoActemra, Tyenne
ATC code
L04AC07
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Tocilizumab is een interleukine-antagonist. Het is een recombinant gehumaniseerd monoklonaal antilichaam van de IgG1-subklasse en bindt specifiek aan oplosbare en membraangebonden IL-6-receptoren (sIL-6R en mIL-6R). IL-6 is een pro-inflammatoire cytokine die betrokken is bij verschillende fysiologische processen (zoals T-cel-activatie, inductie van Ig-secretie en hepatische acutefase-eiwitsynthese en stimulering van hematopoëse) en bij de pathogenese van onder andere inflammatoire ziekten, osteoporose en neoplasie.

Farmacokinetiek bij kinderen

De farmacokinetiek van tocilizumab bij sJIA patienten is bepaald met behulp van een farmacokinetische populatieanalyse.

  < 30 kg: 12 mg/kg elke 2 weken  ≥ 30 kg: 8 mg/kg elke 2 weken
Cmax (mcg/ml) 274 ± 63,8 256 ± 60,8
Vd ss (l) 4,01 4,01
Cl (ml/uur) 5,7 5,7
T1/2 16 dagen 16 dagen

De farmacokinetiek van tocilizumab bij pJIA patienten is bepaald met behulp van een farmacokinetische populatieanalyse.

  < 30 kg: 10 mg/kg elke 2 weken  ≥ 30 kg: 8 mg/kg elke 2 weken
Cmax (mcg/ml) 168 ± 24,8 183 ± 42,3
T1/2 16 dagen 16 dagen

Label dosisadvies Kinderformularium

Covid-19: off-label

Andere indicaties: On-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Systemische JIA met onvoldoende respons op eerdere behandeling 
> 2 jaar: Intraveneus
< 30 kg:
12 mg/kg eenmaal per 2 weken
> 30 kg
: 8 mg/kg eenmaal per 2 weken 

> 1 jaar:  Subcutaan
< 30 kg: 162 mg 1 x per 2 weken
> 30 kg: 162 mg 1 x per week

Polyarticulaire JIA met onvoldoende respons op eerdere behandeling
> 2 jaar:
< 30 kg
: IV 10 mg/kg eenmaal per 4 weken of subcutaan 162 mg 1 x per 3 weken
> 30 kg: IV 8 mg/kg eenmaal per 4 weken of subcutaan 162 mg 1 x per 2 weken

Cytokine-release syndroom:
> 2 jaar:
< 30 kg: IV 
12 mg/kg/dosis in 60 min, max 800 mg/dosis
> 30 kg: IV
 8 mg/kg/dosis in 60 min, max 800 mg/dosis
Maximaal 3 maal herhalen, minimaal doseerinterval 8 uur. 
 

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Conc. voor infusieopl. 20 mg/ml
Inj.vlst. 180 mg/ml 

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Ga snel naar:

Systemische Juveniele Idiopathische Arthritis (sJIA)
  • Intraveneus
    • 2 jaar tot 18 jaar en < 30 kg
      [1]
      • 12 mg/kg/dosis elke 2 weken.
        • Uitsluitend bij patienten met een ontoereikende respons op eerdere behandeling met NSAID's en systemische corticosteroïden.
        • Als monotherapie (in geval van onverdraagbaarheid van MTX of wanneer behandeling met MTX niet geschikt is) of in combinatie met MTX.
        • Voorschrift door een behandelaar die ervaring heeft met diagnose en behandeling van JIA.
        ...lees verder
    • 2 jaar tot 18 jaar en ≥ 30 kg
      [1]
      • 8 mg/kg/dosis elke 2 weken. Maximale dosering per gift: 800 mg/dosis.
        • Uitsluitend bij patienten met een ontoereikende respons op eerdere behandeling met NSAID's en systemische corticosteroïden.
        • Als monotherapie (in geval van onverdraagbaarheid van MTX of wanneer behandeling met MTX niet geschikt is) of in combinatie met MTX.
        • Voorschrift door een behandelaar die ervaring heeft met diagnose en behandeling van JIA.
        ...lees verder
  • Subcutaan
    • 1 jaar tot 18 jaar en 10 tot 30 kg
      [2]
      • 162 mg/dosis 1 x per 2 weken.
        • Uitsluitend bij patienten met een ontoereikende respons op eerdere behandeling met NSAID's en systemische corticosteroïden.
        • Als monotherapie (in geval van onverdraagbaarheid van MTX of wanneer behandeling met MTX niet geschikt is) of in combinatie met MTX.
        • Voorschrift door een behandelaar die ervaring heeft met diagnose en behandeling van JIA.
        ...lees verder
    • 1 jaar tot 18 jaar en ≥ 30 kg
      [2]
      • 162 mg/dosis 1 x per week.
        • Uitsluitend bij patienten met een ontoereikende respons op eerdere behandeling met NSAID's en systemische corticosteroïden.
        • Als monotherapie (in geval van onverdraagbaarheid van MTX of wanneer behandeling met MTX niet geschikt is) of in combinatie met MTX.
        • Voorschrift door een behandelaar die ervaring heeft met diagnose en behandeling van JIA.
        ...lees verder
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis (pJIA)
  • Intraveneus
    • 2 jaar tot 18 jaar en < 30 kg
      [1]
      • 10 mg/kg/dosis elke 4 weken.
        • Uitsluitend bij patienten met een ontoereikende respons op eerdere behandeling met MTX.
        • Als monotherapie (in geval van onverdraagbaarheid van MTX of wanneer behandeling met MTX niet geschikt is) of in combinatie met MTX.
        • Voorschrift door een behandelaar die ervaring heeft met diagnose en behandeling van JIA.
        ...lees verder
    • 2 jaar tot 18 jaar en ≥ 30 kg
      [1]
      • 8 mg/kg/dosis elke 4 weken. Maximale dosering per gift: 800 mg/dosis.
        • Uitsluitend bij patienten met een ontoereikende respons op eerdere behandeling met MTX.
        • Als monotherapie (in geval van onverdraagbaarheid van MTX of wanneer behandeling met MTX niet geschikt is) of in combinatie met MTX.
        • Voorschrift door een behandelaar die ervaring heeft met diagnose en behandeling van JIA.
        ...lees verder
  • Subcutaan
    • 2 jaar tot 18 jaar en < 30 kg
      [2]
      • 162 mg/dosis elke 3 weken.
        • Uitsluitend bij patienten met een ontoereikende respons op eerdere behandeling met MTX.
        • Als monotherapie (in geval van onverdraagbaarheid van MTX of wanneer behandeling met MTX niet geschikt is) of in combinatie met MTX.
        • Voorschrift door een behandelaar die ervaring heeft met diagnose en behandeling van JIA.
        ...lees verder
    • 2 jaar tot 18 jaar en ≥ 30 kg
      [2]
      • 162 mg/dosis elke 2 weken.
        • Uitsluitend bij patienten met een ontoereikende respons op eerdere behandeling met MTX.
        • Als monotherapie (in geval van onverdraagbaarheid van MTX of wanneer behandeling met MTX niet geschikt is) of in combinatie met MTX.
        • Voorschrift door een behandelaar die ervaring heeft met diagnose en behandeling van JIA.
        ...lees verder
Cytokine Release Syndroom (CRS)
  • Intraveneus
    • ≥ 2 jaar en < 30 kg
      [1]
      • 12 mg/kg/dosis, zo nodig max 3 x herhalen met een dosis interval van 8 uur. Max: 800 mg/dosis.
    • ≥ 2 jaar en ≥ 30 kg
      [1]
      • 8 mg/kg/dosis, zo nodig max 3 x herhalen met een dosis interval van 8 uur. Max: 800 mg/dosis.
Behandeling van matig ernstig tot ernstige symptomen van COVID-19
  • Intraveneus
    • 12 jaar tot 18 jaar
      [3]
      • 600 mg/dosis, éénmalig.
      • Bij een (dreigend) ernstig tekort aan IL-6 remmers kan een alternatieve, lagere dosering van tocilizumab worden overwogen (eenmalig 400 mg i.v. of een begindosis van 200 mg i.v. gevolgd door een 2e dosis van 200 mg na 7 dagen).

        Er zijn (nog geen) wetenschappelijke studies voor de toepassing van tocilizumab bij adolescenten met COVID-19. De dosering is afgeleid van de volwassen dosering. Zie voor meer informatie de richtlijn medicamenteuze behandeling bij Covid-19. 

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Bijwerkingen bij kinderen

Zeer vaak: bovenste luchtweginfecties, nasofaryngitis, hoofdpijn, verlaagd aantal neutrofielen

Vaak: Misselijkheid, diarree, infusiegerelateerde reacties. Verhoging van levertransaminases. Verlaging van het aantal trombocyten. Verhoogd cholesterol.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Zeer vaak (> 10%): reacties op de injectieplaats bij subcutane toediening (o.a. erytheem, zwelling, hematoom, pijn, jeuk), bovenste luchtweginfectie, hypercholesterolemie.

Vaak (1-10%): cellulitis, pneumonie, orale herpes simplex, herpes zoster, ulceraties in de mond, buikpijn, gastritis, infusiereacties tijdens of binnen 24 uur na infusie (huiduitslag, jeuk, urticaria, hoofdpijn), duizeligheid, stijging van leverenzymwaarden, stijging totaal bilirubine, gewichtstoename, overgevoeligheidsreacties (veelal bij de tweede tot de vijfde infusie), hypertensie, leukopenie, neutropenie, hypofibrinogenemie, perifeer oedeem, conjunctivitis, hoesten, dyspneu. Bij toepassing bij COVID-19: urineweginfecties, misselijkheid, obstipatie, diarree, angst, slapeloosheid, hypertensie, hypokaliëmie en stijging van ALAT en ASAT.

Soms (0,1-1%): diverticulitis, stomatitis, maagulcus, hypertriglyceridemie, nefrolithiase, hypothyroïdie.

Zelden (0,01-0,1%): anafylaxie (fataal), Stevens-Johnsonsyndroom, leverschade, hepatitis, geelzucht.

Zeer zelden (< 0,01%): pancytopenie, leverfalen.

Verder zijn gemeld: opportunistische infecties, sepsis, bacteriële artritis, complicatie van diverticulitis (peritonitis, lagere gastro-intestinale perforatie, fistel, abces).

Bepaalde bijwerkingen zijn bij patiënten sJIA of pJIA vaker gemeld dan bij volwassenen, zoals hoofdpijn, nasofaryngitis en daling van het aantal neutrofielen; minder vaak stijging van de cholesterolconcentratie.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contraindicaties bij kinderen

Actieve, ernstige infecties

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

  • actieve, ernstige infecties met uitzondering van COVID-19.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Patiënten < 30kg: aseptisch verdunnen tot 50 ml met NaCl 0,9%. Patiënten ≥ 30 kg: aseptisch verdunnen tot 100 ml met NaCl 0,9%. Infuus in 1 uur in laten lopen.

Het macrofaagactivatiesyndroom (MAS) is een ernstige levensbedreigende aandoening die zich bij sJIA-patiënten kan ontwikkelen. Bij klinische studies is tocilizumab niet bestudeerd bij patiënten tijdens een episode van actief MAS.

Tocilizumab is een interleukineremmer, gericht tegen IL-6. Wanneer een infectie optreedt bij gebruik van tocilizumab, zal tocilizumab de geproduceerde IL-6 wegvangen, waardoor het CRP niet of minder zal stijgen. CRP bepaling, en in mindere mate de bezinking, zal daarom minder betrouwbaar zijn bij patiënten die tocilizumab gebruiken.

Controleer de ALAT- en ASAT-spiegels elke 4-8 weken gedurende de eerste 6 maanden en daarna elke 12 weken. Bij een ALAT- of ASAT-stijging > 3-5 x ULN, moet de behandeling met tocilizumab onderbroken worden.

Aanbevolen wordt om het aantal neutrofielen en trombocyten te bepalen vóór het starten van de behandeling en bij de tweede toediening en daarna periodiek. Bij een leverfunctiestoornis de dosering aanpassen.

Bepaal lipidenparameters bij RA-, sJIA- en pJIA patiënten 4–8 weken na aanvang van de behandeling.

 

 

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Bij RA, pJIA en sJIA

  • Infecties: niet toedienen bij een actieve, ernstige infectie. Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van terugkerende of chronische infecties of bij onderliggende aandoeningen die predisponerend kunnen zijn voor infecties (bv. diverticulitis, diabetes en interstitiële longziekte).
  • Tuberculose: voor aanvang van de behandeling, screenen op tuberculose; latente tuberculose eerst behandelen voordat behandeling met tocilizumab kan worden begonnen. Instrueer patiënt om medisch advies te vragen als gedurende of na de behandeling klachten optreden (bv. aanhoudende hoest, gewichtsverlies, lichte koorts) die kunnen wijzen op een tuberculose-infectie.
  • Bij ontwikkeling van sepsis of vermoeden van acute tuberculose, anafylactische reacties, ernstige overgevoeligheidsreacties of ernstige infusiegerelateerde reacties de behandeling staken. Bij symptomen van een allergische reactie na subcutane toediening dient de patiënt of ouder/voogd onmiddellijk medische hulp te zoeken. Bij optreden van ernstige infecties de behandeling onderbreken totdat de infectie onder controle is.
  • Wees voorzichtig bij een actieve leveraandoening of -insufficiëntie, en bij een voorgeschiedenis van chronische of recidiverende infecties, of aandoeningen die predisponeren voor infecties (bv. diverticulitis of intestinale ulcera, diabetes of astma).
  • Levertoxiciteit: voorbijgaande of intermitterende lichte en matige stijgingen van levertransaminasen zijn vaak gemeld. Ernstig geneesmiddel-geïnduceerde leverschade, waaronder acuut leverfalen, hepatitis en geelzucht zijn waargenomen, 2 weken tot meer dan 5 jaar na start behandeling. Gevallen van acuut leverfalen zijn gemeld waarbij een levertransplantatie nodig was. Bij symptomen van leverschade dient de patiënt onmiddellijk medische hulp te zoeken. Wees voorzichtig bij starten bij ALAT- of ASAT-waarden > 1,5× ULN. Niet starten bij > 5× ULN. Controleer elke 4–8 weken gedurende de eerste 6 maanden en daarna elke 12 weken.
  • Hematologische afwijkingen: controleer het absolute neutrofielen aantal (ANC) en het aantal trombocyten voor aanvang van de behandeling; start niet bij een ANC < 2 × 10⁹/l. Wees voorzichtig bij aantal trombocyten < 100 × 10⁹/l. Controleer bij RA het aantal neutrofielen ook 4–8 weken na start van de medicatie en daarna zo nodig; bij sJIA en PJIA bij de tweede toediening en daarna periodiek; staak de behandeling bij een ANC < 0,5 × 10⁹/l of bij een aantal van trombocyten < 50 × 10⁹/l. 
  • Bepaal lipidenparameters 4–8 weken na aanvang van de behandeling; stijging van lipideparameters waaronder totaal cholesterol, LDL, HDL en triglyceriden, zijn waargenomen.
  • Gevallen van diverticulaire perforatie als complicatie van diverticulitis zijn soms gemeld. Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van intestinale ulcera of diverticulitis. Laat de patiënt direct contact opnemen bij nieuwe abdominale symptomen zoals aanhoudende pijn met koorts.
  • Bij een sJIA-patiënt kan zich het macrofaagactivatiesyndroom (MAS) ontwikkelen; tocilizumab is niet onderzocht bij patiënten tijdens een episode van een actief MAS.
  • Virale reactivatie (bv. hepatitis B-virus) kan optreden bij behandeling met een biological.
  • Tijdens de behandeling kunnen zich antilichamen tegen tocilizumab ontwikkelen.
  • Het risico op maligniteiten is verhoogd bij patiënten met RA. Immunomodulerende geneesmiddelen, zoals tocilizumab, vermeerderen de kans op maligniteiten.
  • Gebruik als monotherapie bij acute relapsen van GCA is niet toegestaan; de werkzaamheid is niet vastgesteld.

Bij COVID-19

  • Niet toedienen aan COVID-19-patiënten die geen systemische corticosteroïden krijgen, omdat een toename van overlijden in deze subgroep niet kan worden uitgesloten.
  • Infecties: niet toedienen bij een andere gelijktijdige actieve, ernstige infectie. Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van terugkerende of chronische infecties of bij onderliggende aandoeningen die predisponerend kunnen zijn voor infecties (bv. diverticulitis, diabetes en interstitiële longziekte).
  • Levertoxiciteit: Controleer ALAT-/ASAT-waarden. Niet toedienen bij verhoogde ALAT- of ASAT-waarden boven 10× ULN.
  • Hematologische afwijkingen: Controleer aantal neutrofielen en trombocyten. Niet toedienen bij ANC < 1 × 10⁹/l of een aantal trombocyten van < 50 × 10⁹/l.
  • De werkzaamheid is niet vastgesteld bij patiënten die geen verhoogde CRP-waarden hebben.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Niet relevant:
De concentratie van omeprazol en simvastatine daalt.

Interacties immunomodulantia algemeen:

Relevant
Levende vaccins :
bij middelen met immunosuppressieve werking* kan vaccinatie met levende micro-organismen een gegeneraliseerde infectie veroorzaken. De NVR-richtlijn Biologicals ontraadt vaccinatie met levende micro-organismen tijdens gebruik van deze middelen. Bij sommige middelen adviseert de fabrikant het middel een bepaalde termijn voorafgaand aan de vaccinatie te staken, bijvoorbeeld bij abatacept en canakinumab 3 maanden, en bij ustekinumab 15 weken.

De fabrikant van infliximab ontraadt vaccinatie met levende micro-organismen bij neonaten tot 12 maanden na de laatste toediening van infliximab aan de moeder. Bij neonaten is tot 12 maanden na de geboorte infliximab in serum gedetecteerd, waardoor de normale immuunreactie van de neonaat aangetast zou kunnen worden. De fabrikant van golimumab en ustekinumab ontraadt vaccinatie met levende micro-organismen bij neonaten tot 6 maanden na de laatste toediening van golimumab of ustekinumab aan de moeder. De fabrikant van adalimumab hanteert een termijn van 5 maanden, die van etanercept 16 weken.

Niet-levende vaccins:
tijdens gebruik van middelen met immunosuppressieve werking* kunnen vaccinaties met gedode verwekker of afgeleid antigeen minder effectief zijn door een verminderde immuunrespons. In sommige gevallen kan het vaccin herhaald worden of kan een titerbepaling worden gedaan. Zie ook de LCI-richtlijn Vaccinatie bij chronisch inflammatoire aandoeningen.

Immunocyanine: de werking van immunocyanine kan worden verminderd door middelen met een immunosuppressieve werking*.

*De volgende immunomodulantia hebben een immunosuppressieve werking: Immunomodulantia bij transplantatie (azathioprine, basiliximab, belatacept, ciclosporine, everolimus, imlifidase, mycofenolzuur, sirolimus, tacrolimus, thymocytenimmunoglobuline); Immunomodulantia tegen lymfocyten (abatacept, alemtuzumab, belimumab, leflunomide, lymfocytenimmunoglobuline, natalizumab, ocrelizumab, ofatumumab, teriflunomide); Interleukineremmers (anakinra, bimekizumab, brodalumab, canakinumab, guselkumab, ixekizumab, mirikizumab, risankizumab, sarilumab, satralizumab, secukinumab, spesolimab, tildrakizumab, tocilizumab, tralokinumab, ustekinumab); JAK-remmers (abrocitinib, baricitinib, deucravacitinib, filgotinib, tofacitinib, upadacitinib); Sfingosine-1-fosfaat-receptormodulatoren (fingolimod, ozanimod, ponesimod, siponimod); TNF-alfa-antagonisten (adalimumab, certolizumab pegol, etanercept, golimumab, infliximab); Overige Immunomodulantia (anifrolumab, apremilast, avacopan, diroximelfumaraat, eculizumab, pirfenidon, ravulizumab, sutimlimab, temsirolimus, voclosporine).

Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met allergenen.

 

IMMUNOSUPPRESSIVA

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA

Abatacept

Orencia
L04AA24

Eculizumab

Soliris, Epysqli
L04AA25

Leflunomide

Arava
L04AA13

Mycofenolaatmofetil

Cellcept, Myfenax
L04AA06
L04AA04

Upadacitinib

Rinvoq
L04AA44
OVERIGE IMMUNOSUPPRESSIVA

Azathioprine

Imuran
L04AX01

Methotrexaat

Emthexate, Metoject, Injexate
L04AX03
TUMORNECROSEFACTOR-ALFA-ANTAGONISTEN

Adalimumab

Humira, Amgevita, Hyrimoz, Idacio, Imraldi, Yuflyma
L04AB04

Etanercept

Enbrel
L04AB01

Golimumab

Simponi
L04AB06

Infliximab

Remicade, Inflectra, Flixabi, Remsima, Zessly
L04AB02
INTERLEUKINEREMMERS

Anakinra

Kineret
L04AC03

Basiliximab

Simulect
L04AC02

Canakinumab

Ilaris
L04AC08

ixekizumab

Taltz
L04AC13

Satralizumab

Enspryng
L04AC19

Secukinumab

Cosentyx
L04AC10

Ustekinumab

Stelara
L04AC05
CALCINEURINEREMMERS

Ciclosporine

Neoral, Sandimmune
L04AD01

Tacrolimus

Prograft, Modigraf, Adport, Tacni, Advagraf, , Envarsus, Conferoport, Dailiport, Tacforius
L04AD02

Referenties

  1. Roche Registration GmHb, SmPC RoActemra (EU/1/08/492/001-006) Rev 44; 26-06-2024, www.ema.europe.eu
  2. Roche Registration GmbH, SmPC RoActemra SC (EU/1/08/492/009-010) Rev 44; 26-06-2024, www.ema.europa.eu
  3. SWAB in samenwerking met het CIB, NVZA, NVMM, NVII, NVIC, NVK en NVALT. , Medicamenteuze behandelopties bij patiënten met COVID-19 (infecties met SARS-CoV-2), 1 dec 2021
  4. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen)., Geraadpleegd 14-9-2024
  5. InformatoriumMedicamentorum, Interacties, Geraadpleegd 14-9-2024

Wijzigingen

  • 28 oktober 2024 14:54: Update van de monografie obv de SmPC: PK gegevens toegevoegd, rubriek bijwerkingen bijgewerkt
  • 11 mei 2021 15:26: Indicatie Cytokine release syndroom toegevoegd obv SmPC
  • 11 mei 2021 15:26: Advies voor subcutane toediening voor sJIA en pJIA toegevoegd gebaseerd op SmPC
  • 11 mei 2021 15:26: Maximum dosering toegevoegd voor CRS op basis van SmPC

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering