Tocilizumab is een interleukine-antagonist. Het is een recombinant gehumaniseerd monoklonaal antilichaam van de IgG1-subklasse en bindt specifiek aan oplosbare en membraangebonden IL-6-receptoren (sIL-6R en mIL-6R). IL-6 is een pro-inflammatoire cytokine die betrokken is bij verschillende fysiologische processen (zoals T-cel-activatie, inductie van Ig-secretie en hepatische acutefase-eiwitsynthese en stimulering van hematopoëse) en bij de pathogenese van onder andere inflammatoire ziekten, osteoporose en neoplasie.
De farmacokinetiek van tocilizumab bij sJIA patienten is bepaald met behulp van een farmacokinetische populatieanalyse.
< 30 kg: 12 mg/kg elke 2 weken | ≥ 30 kg: 8 mg/kg elke 2 weken | |
Cmax (mcg/ml) | 274 ± 63,8 | 256 ± 60,8 |
Vd ss (l) | 4,01 | 4,01 |
Cl (ml/uur) | 5,7 | 5,7 |
T1/2 | 16 dagen | 16 dagen |
De farmacokinetiek van tocilizumab bij pJIA patienten is bepaald met behulp van een farmacokinetische populatieanalyse.
< 30 kg: 10 mg/kg elke 2 weken | ≥ 30 kg: 8 mg/kg elke 2 weken | |
Cmax (mcg/ml) | 168 ± 24,8 | 183 ± 42,3 |
T1/2 | 16 dagen | 16 dagen |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Covid-19: off-label
Andere indicaties: On-label
Toon SmPC tekst Toon SmPC tekstNog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Conc. voor infusieopl. 20 mg/ml
Inj.vlst. 180 mg/ml
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Systemische Juveniele Idiopathische Arthritis (sJIA) |
---|
|
Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis (pJIA) |
---|
|
Cytokine Release Syndroom (CRS) |
---|
Behandeling van matig ernstig tot ernstige symptomen van COVID-19 |
---|
|
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Zeer vaak: bovenste luchtweginfecties, nasofaryngitis, hoofdpijn, verlaagd aantal neutrofielen
Vaak: Misselijkheid, diarree, infusiegerelateerde reacties. Verhoging van levertransaminases. Verlaging van het aantal trombocyten. Verhoogd cholesterol.
Zeer vaak (> 10%): reacties op de injectieplaats bij subcutane toediening (o.a. erytheem, zwelling, hematoom, pijn, jeuk), bovenste luchtweginfectie, hypercholesterolemie.
Vaak (1-10%): cellulitis, pneumonie, orale herpes simplex, herpes zoster, ulceraties in de mond, buikpijn, gastritis, infusiereacties tijdens of binnen 24 uur na infusie (huiduitslag, jeuk, urticaria, hoofdpijn), duizeligheid, stijging van leverenzymwaarden, stijging totaal bilirubine, gewichtstoename, overgevoeligheidsreacties (veelal bij de tweede tot de vijfde infusie), hypertensie, leukopenie, neutropenie, hypofibrinogenemie, perifeer oedeem, conjunctivitis, hoesten, dyspneu. Bij toepassing bij COVID-19: urineweginfecties, misselijkheid, obstipatie, diarree, angst, slapeloosheid, hypertensie, hypokaliëmie en stijging van ALAT en ASAT.
Soms (0,1-1%): diverticulitis, stomatitis, maagulcus, hypertriglyceridemie, nefrolithiase, hypothyroïdie.
Zelden (0,01-0,1%): anafylaxie (fataal), Stevens-Johnsonsyndroom, leverschade, hepatitis, geelzucht.
Zeer zelden (< 0,01%): pancytopenie, leverfalen.
Verder zijn gemeld: opportunistische infecties, sepsis, bacteriële artritis, complicatie van diverticulitis (peritonitis, lagere gastro-intestinale perforatie, fistel, abces).
Bepaalde bijwerkingen zijn bij patiënten sJIA of pJIA vaker gemeld dan bij volwassenen, zoals hoofdpijn, nasofaryngitis en daling van het aantal neutrofielen; minder vaak stijging van de cholesterolconcentratie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Actieve, ernstige infecties
Patiënten < 30kg: aseptisch verdunnen tot 50 ml met NaCl 0,9%. Patiënten ≥ 30 kg: aseptisch verdunnen tot 100 ml met NaCl 0,9%. Infuus in 1 uur in laten lopen.
Het macrofaagactivatiesyndroom (MAS) is een ernstige levensbedreigende aandoening die zich bij sJIA-patiënten kan ontwikkelen. Bij klinische studies is tocilizumab niet bestudeerd bij patiënten tijdens een episode van actief MAS.
Tocilizumab is een interleukineremmer, gericht tegen IL-6. Wanneer een infectie optreedt bij gebruik van tocilizumab, zal tocilizumab de geproduceerde IL-6 wegvangen, waardoor het CRP niet of minder zal stijgen. CRP bepaling, en in mindere mate de bezinking, zal daarom minder betrouwbaar zijn bij patiënten die tocilizumab gebruiken.
Controleer de ALAT- en ASAT-spiegels elke 4-8 weken gedurende de eerste 6 maanden en daarna elke 12 weken. Bij een ALAT- of ASAT-stijging > 3-5 x ULN, moet de behandeling met tocilizumab onderbroken worden.
Aanbevolen wordt om het aantal neutrofielen en trombocyten te bepalen vóór het starten van de behandeling en bij de tweede toediening en daarna periodiek. Bij een leverfunctiestoornis de dosering aanpassen.
Bepaal lipidenparameters bij RA-, sJIA- en pJIA patiënten 4–8 weken na aanvang van de behandeling.
Bij RA, pJIA en sJIA
Bij COVID-19
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Niet relevant:
De concentratie van omeprazol en simvastatine daalt.
Interacties immunomodulantia algemeen:
Relevant
Levende vaccins :
bij middelen met immunosuppressieve werking* kan vaccinatie met levende micro-organismen een gegeneraliseerde infectie veroorzaken. De NVR-richtlijn Biologicals ontraadt vaccinatie met levende micro-organismen tijdens gebruik van deze middelen. Bij sommige middelen adviseert de fabrikant het middel een bepaalde termijn voorafgaand aan de vaccinatie te staken, bijvoorbeeld bij abatacept en canakinumab 3 maanden, en bij ustekinumab 15 weken.
De fabrikant van infliximab ontraadt vaccinatie met levende micro-organismen bij neonaten tot 12 maanden na de laatste toediening van infliximab aan de moeder. Bij neonaten is tot 12 maanden na de geboorte infliximab in serum gedetecteerd, waardoor de normale immuunreactie van de neonaat aangetast zou kunnen worden. De fabrikant van golimumab en ustekinumab ontraadt vaccinatie met levende micro-organismen bij neonaten tot 6 maanden na de laatste toediening van golimumab of ustekinumab aan de moeder. De fabrikant van adalimumab hanteert een termijn van 5 maanden, die van etanercept 16 weken.
Niet-levende vaccins:
tijdens gebruik van middelen met immunosuppressieve werking* kunnen vaccinaties met gedode verwekker of afgeleid antigeen minder effectief zijn door een verminderde immuunrespons. In sommige gevallen kan het vaccin herhaald worden of kan een titerbepaling worden gedaan. Zie ook de LCI-richtlijn Vaccinatie bij chronisch inflammatoire aandoeningen.
Immunocyanine: de werking van immunocyanine kan worden verminderd door middelen met een immunosuppressieve werking*.
*De volgende immunomodulantia hebben een immunosuppressieve werking: Immunomodulantia bij transplantatie (azathioprine, basiliximab, belatacept, ciclosporine, everolimus, imlifidase, mycofenolzuur, sirolimus, tacrolimus, thymocytenimmunoglobuline); Immunomodulantia tegen lymfocyten (abatacept, alemtuzumab, belimumab, leflunomide, lymfocytenimmunoglobuline, natalizumab, ocrelizumab, ofatumumab, teriflunomide); Interleukineremmers (anakinra, bimekizumab, brodalumab, canakinumab, guselkumab, ixekizumab, mirikizumab, risankizumab, sarilumab, satralizumab, secukinumab, spesolimab, tildrakizumab, tocilizumab, tralokinumab, ustekinumab); JAK-remmers (abrocitinib, baricitinib, deucravacitinib, filgotinib, tofacitinib, upadacitinib); Sfingosine-1-fosfaat-receptormodulatoren (fingolimod, ozanimod, ponesimod, siponimod); TNF-alfa-antagonisten (adalimumab, certolizumab pegol, etanercept, golimumab, infliximab); Overige Immunomodulantia (anifrolumab, apremilast, avacopan, diroximelfumaraat, eculizumab, pirfenidon, ravulizumab, sutimlimab, temsirolimus, voclosporine).
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met allergenen.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA | ||
---|---|---|
Orencia
|
L04AA24 | |
Soliris, Epysqli
|
L04AA25 | |
Arava
|
L04AA13 | |
Cellcept, Myfenax
|
L04AA06 | |
L04AA04 | ||
Rinvoq
|
L04AA44 |
OVERIGE IMMUNOSUPPRESSIVA | ||
---|---|---|
Imuran
|
L04AX01 | |
Emthexate, Metoject, Injexate
|
L04AX03 |
TUMORNECROSEFACTOR-ALFA-ANTAGONISTEN | ||
---|---|---|
Humira, Amgevita, Hyrimoz, Idacio, Imraldi, Yuflyma
|
L04AB04 | |
Enbrel
|
L04AB01 | |
Simponi
|
L04AB06 | |
Remicade, Inflectra, Flixabi, Remsima, Zessly
|
L04AB02 |
INTERLEUKINEREMMERS | ||
---|---|---|
Kineret
|
L04AC03 | |
Simulect
|
L04AC02 | |
Ilaris
|
L04AC08 | |
Taltz
|
L04AC13 | |
Enspryng
|
L04AC19 | |
Cosentyx
|
L04AC10 | |
Stelara
|
L04AC05 |
CALCINEURINEREMMERS | ||
---|---|---|
Neoral, Sandimmune
|
L04AD01 | |
Prograft, Modigraf, Adport, Tacni, Advagraf, , Envarsus, Conferoport, Dailiport, Tacforius
|
L04AD02 |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.