Semi-synthetisch lipopeptide (echinocandine) dat gesynthetiseerd wordt uit een fermentatieproduct van Aspergillus nidulans. Anidulafungine remt selectief de 1,3–β–D–glucaansynthetase, waardoor de aanmaak van het voor de schimmelcelwand essentiële 1,3–β–D–glucaan wordt geremd.
Anidulafungine heeft een fungicide werking tegen Candida spp. (waaronder C. albicans, C. glabrata, C. krusei en C. tropicalis en in mindere mate C. parapsilosis) en tegen gebieden van actieve hyfe-celgroei bij Aspergillus fumigatus.
De op basis van het lichaamsgewicht aangepaste CL (l/u/kg) en het distributievolume in steady state (l/kg) waren in alle leeftijdsgroepen vergelijkbaar. (SmPC Ecalta)
Leeftijd | Vd (L/kg) | Cl (L/kg/uur) | T1/2 |
Neonaten (Cohen) | 1,7 | 0.02 | - |
1 mnd-2 jaar (Cohen) | 0,9 | 0,015 | - |
> 2 jaar | 0,434-0,537 (SmPC) | 0,0159 - 0,0175 (Benjamin) | 40-50 uur (SmPC) |
SmpC: immuun gecompromiteerde patienten
Poeder voor infusieopl. 100 mg
Invasieve candidiasis |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Lever- en galbijwerkingen lijken bij kinderen vaker voor te komen dan bij volwassenen.
Zeer vaak (> 10%): misselijkheid, diarree. Hypokaliëmie.
Vaak (1-10%); hypotensie, hypertensie. Bronchospasme, dyspneu. Convulsies, hoofdpijn. Braken. Huiduitslag, jeuk. Hyperglykemie. Verhoogd ALAT, ASAT, AF, bilirubine, cholestase. Verhoogde creatininewaarde.
Soms: (0,1-1%): voorbijgaande roodheid van gezicht en hals, opvliegers. Pijn in de bovenbuik. Urticaria. Coagulopathie. Pijn op de infusieplaats. Verhoogd γ–GT.
Verder zijn gemeld: anafylactische reacties, incl. shock. Significante leverfunctiestoornis, hepatitis, leverfalen.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Behandeling van pasgeborenen (<1 maand) wordt niet aanbevolen. Bij het behandelen van pasgeborenen dient aandacht te worden besteed aan het spreidingsgebied van de gedissemineerde candidiasis, met inbegrip van het centrale zenuwstelsel (CZS); niet-klinische infectiemodellen wijzen erop dat hogere doses anidulafungine nodig zijn om voldoende doordringing in het CZS te verkrijgen
wat leidt tot hogere doses polysorbaat 80, een hulpstof van de formulering. Hoge
doses polysorbaten zijn in verband gebracht met potentieel levensbedreigende toxiciteiten bij pasgeborenen. (SmPC Ecalta)
Levertoxiciteit: bij stijging van leverenzymwaarden tijdens behandeling controleren op tekenen van een verslechterende leverfunctie; bij verslechtering beoordelen of voortzetting van de behandeling geïndiceerd is.
Onderzoeksgegevens: anidulafungine is niet onderzocht bij Candida-endocarditis, osteomyelitis of meningitis, evenmin bij infecties met C. krusei; de werkzaamheid is niet vastgesteld. Anidulafungine is alleen bij een beperkt aantal patiënten in een neutropene fase onderzocht en bij een beperkt aantal patiënten met diep-gelegen candida-infecties of een intra-abdominaal abces
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Abelcet; Ambisome
|
J02AA01 |
TRIAZOOL- EN TETRAZOOLDERIVATEN | ||
---|---|---|
Diflucan
|
J02AC01 | |
Cresemba
|
J02AC05 | |
Trisporal
|
J02AC02 | |
Noxafil
|
J02AC04 | |
Vfend
|
J02AC03 |
OVERIGE ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK | ||
---|---|---|
Cancidas
|
J02AX04 | |
J02AX01 | ||
Mycamine
|
J02AX05 |