Bactericide antibioticum uit de groep cefalosporinen, van de tweede generatie. Cefuroxim bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten (PBP's) in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood.
Doorgaans gevoelig (in vitro) zijn:
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij:
Inherent resistent zijn:
Resistentiemechanismen: Cefuroxim kan gehydrolyseerd worden door bepaalde breedspectrum β-lactamasen (ESBL's) en door het chromosomaal gecodeerde (AmpC) enzym dat geïnduceerd kan worden of waarvan de onderdrukking stabiel ongedaan gemaakt kan worden bij bepaalde Gram-negatieve bacteriën. Andere mechanismen voor bacteriële resistentie zijn: veranderingen in penicilline-bindende eiwitten (PBP's), impermeabiliteit van de celwand (wat de toegang van cefuroxim tot PBP's in Gram-negatieve bacteriën beperkt) en bacteriële effluxpompen, waardoor de hechting aan PBP's niet mogelijk is.
Bij combinatie met aminoglycosiden kan synergie optreden.
Bij (premature) neonaten tot 2 weken is de plasmahalfwaardetijd verlengd en omgekeerd evenredig met de leeftijd. De volgende farmacokinetische parameters zijn gevonden bij neonaten <4 dagen PNA:
tmax (uur) | 0,8 |
t½ (uur) | 5.8 |
Cl (ml/min/kg) | 1.35 |
Vd (l/kg) | 0.67 |
De halfwaardetijd bij neonaten >8 dagen bedraagt 1,6 - 3,8 uur (Louvois 1982). De halfwaardetijd, het verdelingsvolume en de klaring bij zeer ernstig zieke kinderen zijn significant verhoogd, wat een (hogere) oplaaddosis suggereert en eventueel aanpassing van de vervolgdoses (Olguin 2008).
BIj kinderen >3 weken is de halfwaardetijd vergelijkbaar met de halfwaardetijd voor volwassenen (circa 70 minuten) (SmPC).
De absorptiesnelheid van het granulaat voor suspensie is lager dan die van de tabletten, waardoor de biologische beschikbaarheid van de suspensie 4-17% lager is. De suspensie en de tabletten zijn daarom niet bio-equivalent en kunnen niet 1 op 1 uitgewisseld worden. Voedsel verhoogt de absorptie. Bij inname kort na het eten is de absorptie maximaal (50-60%).
Oraal: On-label
Intraveneus
<1 mnd: On-label;
>1 mnd: dosering ≤ 100 mg/kg/dag: On-label
>40 kg: dosering ≤ 1,5 g/dosis, ≤ 4,5 g/dag: On-label
Poeder voor inj.vlst. (als Na-zout) 750 mg, 1500 mg.
Injvlst 4 mg/0,4 ml (10 mg/ml); 93,75 mg/ml wwsp (16 ml)
Tablet (als axetil) 250 mg, 500 mg
Ga snel naar:
Bacteriele infecties |
---|
|
Infecties (zonder klinische verdenking meningitis) veroorzaakt door micro organismen die gevoelig zijn bij een verhoogde blootstelling ('I') |
---|
Acute tonsillitis, faryngitis, bacteriële sinusitis |
---|
Otitis media, cystitis, ongecompliceerde infecties van huid en weke delen, ziekte van Lyme |
---|
Infecties bij Cystic Fibrosis |
---|
|
Pyelonefritis |
---|
|
Aanpassingen als volgt:
Nefrotoxische verschijnselen komen vooral voor bij hoge doseringen, bij reeds bestaande nierfunctiestoornis en bij gelijktijdige behandeling met andere nefrotoxische stoffen.
Hemodialyse/peritoneaal dialyse (parenterale toediening): 100% van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 24 uur. Bij hemodialyse dosis toedienen na dialyse.
Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, bloedbeeldafwijkingen, tijdelijke verhoging leverenzymen. Bij enkele kinderen is een licht en matig gehoorverlies opgetreden na behandeling met cefuroximnatrium.
Intraveneus:
Vaak (1-10%): tijdelijke stijging van leverenzymwaarden (ASAT, ALAT), neutropenie, eosinofilie, verlaagde hemoglobineconcentratie. Reactie op de injectie/infusieplaats (bv. pijn, tromboflebitis).
Soms (0,1-1%): maag-darmklachten. Jeuk, huiduitslag, urticaria. Leukopenie, tijdelijke stijging van bilirubine.
Verder zijn gemeld: anafylactische reactie, angio-oedeem. Interstitiële nefritis. Geneesmiddelenkoorts. Candida-infectie, pseudomembraneuze colitis. Cutane vasculitis, erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN). Trombocytopenie, hemolytische anemie, stijging waarden van serumcreatinine en bloedureum.
Oraal:
Vaak (1-10%): tijdelijke stijging van leverenzymwaarden (ASAT, ALAT), neutropenie, eosinofilie, verlaagde hemoglobineconcentratie. Reactie op de injectie/infusieplaats (bv. pijn, tromboflebitis).
Soms (0,1-1%): maag-darmklachten. Jeuk, huiduitslag, urticaria. Leukopenie, tijdelijke stijging van bilirubine.
Verder zijn gemeld: anafylactische reactie, angio-oedeem. Interstitiële nefritis. Geneesmiddelenkoorts. Candida-infectie, pseudomembraneuze colitis. Cutane vasculitis, erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN). Trombocytopenie, hemolytische anemie, stijging waarden van serumcreatinine en bloedureum.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Opmerking: volgens de fabrikant is de toepassing bij een geschiedenis van ernstige overgevoeligheid voor andere β-lactamantibiotica (bv. penicillinen, carbapenems) gecontra-indiceerd. Volgens de literatuur lijkt er echter (net als bij 3e en 4e generatie cefalosporinen) géén kruisovergevoeligheid tussen cefuroxim en andere β-lactamantibiotica te zijn en is dit (mede) toe te schrijven aan het feit dat het cefuroxim-molecuul andere zijketens bevat dan penicillinen, met name op de R1-positie.
Cefalosporinen kunnen in het algemeen worden gegeven aan patiënten, die overgevoelig zijn voor penicillinen, hoewel kruisreacties zijn gemeld. Speciale zorg is geïndiceerd bij patiënten, die eerder een anafylactische reactie hadden door penicillinen.
Er is melding gemaakt van positieve H. influenzae in cerebrospinaal vocht na 18-36 uur; de relevantie hiervan is onduidelijk. Pseudomembraneuze colitis kan optreden tijdens het gebruik van antibiotica. Indien zich pseudomembraneuze colitis ontwikkelt, dient de cefuroxim behandeling gestaakt te worden en een geschikte therapie te worden gestart. Cefuroxim suspensie bevat aspartaam, welke o.a. omgezet wordt in fenylalanine en moet daarom met voorzichtigheid worden gebruikt in patiënten met fenylketonurie.
Intraveneus:
Kruisovergevoeligheid en kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en penicillinen komt voor. Wees hierop bedacht bij een al dan niet ernstige overgevoeligheid voor penicillinen of carbapenems. Volgens de literatuur lijkt er overigens geen sprake van kruisovergevoeligheid tussen cefuroxim en penicillinen.
Bij ernstige overgevoeligheidsreacties de toediening onmiddellijk staken.
Bij langdurig gebruik bloedbeeld, lever- en nierfuncties controleren.
Bij ernstige, aanhoudende diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen; bij een vermoeden hiervan de behandeling staken.
Na intracamerale toepassing (waarvoor de injecties niet geformuleerd zijn) zijn (ernstige) oculaire bijwerkingen gemeld, zoals macula-oedeem, retina-oedeem, loslating van de retina, afgenomen gezichtsvermogen, cornea opaciteit en cornea-oedeem.
Door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden. Bij glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens e.d.) treedt een lichte storing op wat echter niet leidt tot fout-positieve reacties; ook de glucose-oxidase methode of de hexokinasemethode kan worden gebruikt.
Oraal:
Kruisovergevoeligheid én kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en penicillinen komt voor; wees voorzichtig bij lichte tot matige overgevoeligheid voor penicillinen of carbapenems. Superinfecties kunnen optreden.
Tijdens de behandeling van Lymeborreliose kunnen binnen enkele uren na toediening Jarisch-Herxheimer-achtige reacties optreden (hypotensie, tachycardie, vasodilatatie, koorts, rillingen, hoofd- en spierpijn, spierstijfheid). Dit is het gevolg van een inflammatiereactie na het vrijkomen van endotoxinen en lipoproteïnen na de cellysis van deze bacteriën (spirocheten). De reactie gaat gewoonlijk vanzelf over.
Diagnostische testen: door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden evenals glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens e.d.).
Onvoldoende onderzocht: de veiligheid en werkzaamheid bij een verminderde nier- of leverfunctie zijn niet vastgesteld.
Relevant:
Antacida, lanthaancarbonaat, natriumwaterstofcarbonaat en secretieremmende middelen kunnen de biologische beschikbaarheid van cefuroximaxetil verminderen. Cefuroxim moet ten minste 2 uur vóór of 4 uur na het andere middel worden ingenomen. De combinatie met een secretieremmer moet worden vermeden. Het effect van de interactie is kleiner als cefuroxim met eten wordt ingenomen.
Niet beoordeeld:
Gelijktijdig gebruik van orale anticoagulantia kan leiden tot een verhoogde INR.
Interacties cefalosporines
Relevant:
Het effect van VKA's kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode. Het zogenaamde ´hypoprotrombinemische´ cefamandol remt waarschijnlijk de productie van vitamine K-afhankelijke stollingsfactoren.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva, tetracyclines of met TNF-α-antagonisten.
Niet beoordeeld:
Het risico op nefrotoxische verschijnselen wordt verhoogd door combinatie met andere potentieel nefrotoxische middelen, zoals aminoglycosiden, polymyxines en furosemide.
Combinatie met probenecide kan leiden tot een verhoogde plasmaconcentratie van de cefalosporines die in voldoende mate renaal via tubulaire secretie worden geëlimineerd (cefaclor, cefalexine, cefazoline, cefamandol, cefiderocol, ceftibuten, cefuroxim, cefotaxim). De interactie met probenecide berust op remming van de tubulaire secretie van het antibioticum.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
CEFALOSPORINES VAN DE EERSTE GENERATIE | ||
---|---|---|
Keforal
|
J01DB01 | |
Kefzol
|
J01DB04 |
CEFALOSPORINES VAN DE TWEEDE GENERATIE | ||
---|---|---|
Ceclor
|
J01DC04 |
CEFALOSPORINES VAN DE DERDE GENERATIE | ||
---|---|---|
J01DD01 | ||
J01DD02 | ||
Zavicefta
|
J01DD52 | |
Cedax
|
J01DD14 | |
Rocephin
|
J01DD04 |
CEFALOSPORINES VAN DE VIERDE GENERATIE | ||
---|---|---|
J01DE01 |
MONOBACTAM-ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Cayston
|
J01DF01 |
CARBAPENEM-ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Invanze
|
J01DH03 | |
J01DH51 | ||
Meronem
|
J01DH02 |
OVERIGE CEFALOSPORINES EN PENEMS | ||
---|---|---|
Zinforo
|
J01DI02 |