Infecties bij CF:
> 1 mnd: on-label
Dosering > 150 mg/kg/dag: off-label
Sepsis en infecties:
< 2 mnd: dosering > 60 mg/kg/dag: Off-label
> 2 mnd: On-label
Poeder voor inj.vlst. (als 5-water) 500 mg, 1000 mg, 2000 mg
Bactericide antibioticum uit de groep van cefalosporinen (3e generatie). Bindt zich aan penicilline bindende eiwitten in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood. Ceftazidim wordt geïnactiveerd door β-lactamasen (ESBL's). Gewoonlijk gevoelig zijn: Streptococcus pyogenes, Streptococcus agalactiae, Citrobacter koseri, Escherichia coli, Haemophilus influenzae, Moraxella catarrhalis, Neisseria meningitidis, Proteus spp. waaronder Proteus mirabilis, en Providencia spp. Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Staphylococcus aureus (meticilline–gevoelig), Streptococcus pneumoniae, Acinetobacter baumannii, Burkholderia cepacia, Citrobacter freundii, Enterobacter aerogenes, Enterobacter cloacae, Klebsiella spp. waaronder Klebsiella pneumoniae, Pseudomonas aeruginosa, Serratia spp., Morganella morganii, Clostridium perfringens, Peptococcus spp., Peptostreptococcus spp. en Fusobacterium spp. Ongevoelig zijn: Staphylococcus aureus (meticilline–resistent), Enterococcus spp. waaronder Enterococcus faecalis en Enterococcus faecium, Listeria spp., Bacteroides fragilis, Clostridium difficile, Chlamydia spp., Mycoplasma spp. en Legionella spp.
Uit de farmacokinetische studies (van den Anker et al., McCracken et al., Mulhall et al., Prinsloo et al.) bij neonaten blijkt dat de klaring van ceftazidim, met toename van de gestationele- en postnatale leeftijd, toeneemt. Dit als gevolg van de rijping van de nieren en de toename van de glomerulaire filtratie snelheid. De halfwaardetijd van ceftazidim is tevens afhankelijk van de gestationele- en postnatale leeftijd en kan bij premature neonaten drie- tot viermaal de waarde van volwassenen bedragen. De gemiddelde halfwaardetijden voor de verschillende leeftijdscategorieën bedragen als volgt:
Neonaten <1 week, <2 kg: 7 – 8 uur
Neonaten <1 week, >2 kg: 4 – 6 uur
Neonaten 1 – 4 weken, <2 kg: 3 – 6 uur
Neonaten 1 – 4 weken, >2 kg: 3 – 5 uur
Zuigelingen 1 – 2 maanden: 3 uur
Zuigelingen >2 maanden: 2 uur
In de studie van Bradley 2016 zijn de volgende kinetische parameters gevonden na een enkelvoudige IV dosis van 50 mg/kg (max 2000 mg):
3-23 mnd | 2-5 jr | 6-11 jr | 12-17 jr | |
---|---|---|---|---|
Cmax (mg/l) | 91,7 | 80,1 | 81,3 | 79,8 |
Tmax (uur) | - | - | 2,1 | 2 |
t½ (uur) | - | - | 1,6 | 1,7 |
Cl (l/kg/uur) | - | - | 0,226 | 0,169 |
AUC (u · mg/l) | 286,27 | 255,32 | 221,2 | 230,6 |
Ceftazidim bevat ongeveer 2 mmol natrium per gram.
Indicatie: Infecties bij cystische fibrose |
---|
Indicatie: Sepsis en ernstige infecties zoals febriele neutropenie, luchtweginfecties, bot- en gewrichtsinfecties, meningitis, infecties van de huid en de weke delen, urinewegen en het abdomen |
---|
|
Klinische gevolgen:
Nefrotoxische verschijnselen komen vooral voor bij hoge doseringen, bij reeds bestaande nierfunctiestoornis en bij gelijktijdige behandeling met andere nefrotoxische stoffen. Bij zeer hoge doses kunnen convulsies optreden.
Bij dialyse:
Hemodialyse: De eerste gift is 100% van normale keerdosis, vanaf de tweede gift: 50% van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 24 uur; op dialysedagen na de dialyse toedienen.
CVVH: De eerste gift is 100% van normale keerdosis, vanaf de tweede gift: 25-75% van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 12 uur
Peritoneaal: De eerste gift is 100% van normale keerdosis, vanaf de tweede gift: 25-50% van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 24 uur
CEFALOSPORINES VAN DE EERSTE GENERATIE | ||
---|---|---|
Keforal
|
J01DB01 | |
Keflin
|
J01DB03 | |
Kefzol
|
J01DB04 |
CEFALOSPORINES VAN DE TWEEDE GENERATIE | ||
---|---|---|
Ceclor
|
J01DC04 | |
Mandol
|
J01DC03 | |
J01DC02 |
CEFALOSPORINES VAN DE DERDE GENERATIE | ||
---|---|---|
J01DD01 | ||
Cedax
|
J01DD14 | |
Rocephin
|
J01DD04 |
MONOBACTAM-ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Cayston
|
J01DF01 |
CARBAPENEM-ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
J01DH51 | ||
Meronem
|
J01DH02 |
CEFALOSPORINES VAN DE EERSTE GENERATIE | ||
---|---|---|
Keforal
|
J01DB01 | |
Keflin
|
J01DB03 | |
Kefzol
|
J01DB04 |
CEFALOSPORINES VAN DE TWEEDE GENERATIE | ||
---|---|---|
Ceclor
|
J01DC04 | |
Mandol
|
J01DC03 | |
J01DC02 |
CEFALOSPORINES VAN DE DERDE GENERATIE | ||
---|---|---|
J01DD01 | ||
Cedax
|
J01DD14 | |
Rocephin
|
J01DD04 |
MONOBACTAM-ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Cayston
|
J01DF01 |
CARBAPENEM-ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
J01DH51 | ||
Meronem
|
J01DH02 |
Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, bloedbeeldafwijkingen, tijdelijke verhoging leverenzymen, candida vaginalis, hoofdpijn, duizeligheid, smaakstoornissen. Zelden: tremor, convulsies, pseudomembraneuze colitis.
Vaak (1–10%): (trombo)flebitis bij i.v.–toediening. Lokale pijn of ontsteking na i.m.–toediening. Eosinofilie, trombocytose. Diarree. (Voorbijgaande) stijgingen van één of meer leverenzymen (ALAT, ASAT, LDH, γ-GT, alkalische fosfatase). Urticaria, maculopapulaire huiduitslag. Soms (0,1–1%): candidiasis (incl. vaginitis en orale spruw). Neutropenie, leukopenie, trombocytopenie. Hoofdpijn, duizeligheid. Misselijkheid, braken, buikpijn, colitis. Koorts. Jeuk. (voorbijgaande) verhogingen van bloed ureum en/of serumcreatinine. Zeer zelden (< 0,01%): interstitiële nefritis, acuut nierfalen. Verder zijn nog gemeld: agranulocytose, hemolytische anemie, lymfocytose. Anafylaxie. Neurologische verschijnselen (vooral bij relatieve overdosering bij verminderde nierfunctie) zoals paresthesie, tremor, myoklonie, convulsie, encefalopathie, coma). Nare smaak in de mond. Geelzucht. Toxische epidermale necrolyse, Stevens–Johnsonsyndroom, erythema multiforme, angio–oedeem.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Overgevoeligheid voor cefalosporinen. Eerdere (ernstige) overgevoeligheidsreactie op enig ander β-lactamantibioticum zoals penicillinen en carbapenems.
Er bestaat kruisovergevoeligheid/-resistentie tussen cefalosporinen en penicillinen. Indien ten gevolge van penicillines ernstige anafylactische reacties zijn opgetreden dient toediening van de eerste dosis van cefalosporines onder bewaking plaats te vinden. Voortgezette toediening van ceftazidim kan resulteren in overgroei van niet-gevoelige micro-organismen. Bij langdurig gebruik moet het bloedbeeld regelmatig worden gecontroleerd.
Kruisovergevoeligheid en kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en penicillinen komt voor. Voorzichtig bij gebleken lichte overgevoeligheid voor andere β-lactamantibiotica. Bij nierfunctiestoornissen de dosering aanpassen. Indien een patiënt tijdens de behandeling een anemie ontwikkelt, de diagnose van cefalosporine–geassocieerde anemie overwegen en de behandeling staken totdat de oorzaak is vastgesteld. Deze immuun–gemedieerde hemolytische anemie kan fataal verlopen. Bij optreden van ernstige diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen; in dat geval, evenals bij optreden van hemorragische colitis en overgevoeligheidsreacties, het gebruik staken. Door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden evenals glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens, Clinitest e.d.). Voortgezette toediening van ceftazidim kan resulteren in overgroei van niet-gevoelige micro-organismen. Bij langdurig gebruik het bloedbeeld regelmatig controleren. Bij toevoeging van vancomycine aan ceftazidim in oplossing kan neerslagvorming optreden.
Interacties cefalosporines
Relevant: het risico op nefrotoxiciteit is verhoogd bij combinatie met ciclosporine en cisplatine. De combinatie wordt bij voorkeur vermeden. Het risico op nefrotoxiciteit kan tot 6 maanden na staken van cisplatine aanwezig zijn.
Niet relevant: het risico op nefrotoxiciteit is verhoogd bij combinatie met amfotericine B.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met carboplatine of lisdiuretica.
Niet beoordeeld: het risico op nefrotoxiciteit kan toenemen bij combinatie met bepaalde cefalosporines, polymyxines, vancomycine en NSAID's. Er is een verminderde renale klaring van gentamicine en amikacine opgetreden bij combinatie met indometacine bij prematuren en bij combinatie met andere NSAID's.
Aminoglycosiden kunnen de neuromusculaire blokkade (vooral de ademhalingsdepressie) veroorzaakt door perifeer werkende spierrelaxantia versterken.
Neomycine kan bij orale toediening de absorptie van sommige andere farmaca (met name digoxine en fenoxymethylpenicilline) verminderen en de werking van cumarinederivaten versterken.
Bij combinatie met verschillende betalactam-antibiotica kan een synergistische werking optreden tegen bepaalde bacteriën, zoals Pseudomonas aeruginosa en Enterococcus faecalis.
Aminoglycosiden kunnen in vitro worden geïnactiveerd door bepaalde penicillines; in vivo is deze inactivering alleen gezien bij ernstige nierfunctiestoornis.
Interacties antibacteriele middelen algemeen
Relevant: de werking van oraal buiktyfusvaccin kan worden verminderd bij gelijktijdige inname van antibacteriële middelen. Gescheiden inname met een interval van 3 dagen wordt aanbevolen. Alternatief: parenteraal buiktyfusvaccin.
Het effect van cumarinederivaten kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva (dit geldt niet voor de enzyminducerende antibiotica rifabutine en rifampicine) of met TNF-α-antagonisten.