≥12 jaar: on-label <12 jaar: off-label
Toon SmPC tekstTablet (als 1-water) 500 mg
Bactericide antibioticum uit de groep van cefalosporinen (1e generatie). Bindt zich aan penicilline bindende eiwitten in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood. Doorgaans gevoelig zijn: stafylokokken (meticilline-gevoelig), Streptococcus pneumoniae (penicilline-gevoelig), β-hemolytische streptokokken, Haemophilus influenzae, Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae en Proteus mirabilis. Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Moraxella catarrhalis. Ongevoelig zijn: stafylokokken (meticilline-resistent), Streptococcus pneumoniae (penicilline-resistent), Enterobacter spp., Pseudomonas aeruginosa, Proteus morganii en Proteus vulgaris. Cefalexine is gevoelig voor β-lactamasen.
De volgende farmacokinetische parameters zijn gevonden (Simon et al. 1970, Autmizguine et al. 2013):
Leeftijd | t ½ (h) | t max (h) | Cl/F (L/h/kg) | V/F (L/kg) | Plasmaconcentratie na eenmalige dosis van 25 mg/kg (µg/ml) |
Premature neonaat PNA 1 week tot 4 weken |
3,7 ± 0,4 | 4,0 | 30,0 ± 3,4 | ||
A terme neonaat PNA 1 tot 3 weken |
3,4 ± 0,2 | 2,0 | 20,4 ± 2,1 | ||
A terme neonaat PNA 3 weken tot 1 jaar | 1,5 ± 0,2 | 1,5 | 28,0 ± 4,3 | ||
2 tot 7 jaar |
1,3 ± 0,1 | 2,0 | 0,27 | 0,36 | 35,9 ± 8,5 |
7 tot 12 jaar |
1,1 ± 0,1 | 1,5 | 0,29 | 0,44 | 46,0 ± 13,0 |
Infecties van luchtwegen, urogenitaal stelsel, huid en weke delen |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
CEFALOSPORINES VAN DE EERSTE GENERATIE | ||
---|---|---|
Keflin
|
J01DB03 | |
Kefzol
|
J01DB04 |
CEFALOSPORINES VAN DE TWEEDE GENERATIE | ||
---|---|---|
Ceclor
|
J01DC04 | |
J01DC02 |
CEFALOSPORINES VAN DE DERDE GENERATIE | ||
---|---|---|
J01DD01 | ||
Fortum
|
J01DD02 | |
Cedax
|
J01DD14 | |
Rocephin
|
J01DD04 |
MONOBACTAM-ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Cayston
|
J01DF01 |
CARBAPENEM-ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
J01DH51 | ||
Meronem
|
J01DH02 |
Zeer vaak (> 10%): diarree. Soms (0,1–1%): dyspepsie, buikpijn. Duizeligheid, hoofdpijn, vermoeidheid, koorts. Huiduitslag, urticaria, angio-oedeem. Candidiasis. Neutropenie, trombocytopenie, eosinofilie. Zelden (0,01–0,1%): misselijkheid, braken, pseudomembraneuze colitis. Cholestatische icterus, (voorbijgaande) hepatitis. Artralgie, artritis. Anale en genitale jeuk, vaginale candidiasis, vaginitis, leukorroe. Agranulocytose, hemolytische anemie. Erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. (Reversibele) interstitiële nefritis. Agitatie, verwardheid, hallucinaties. Zeer zelden (< 0,01%): anafylactische reactie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Overgevoeligheid voor cefalosporinen.
Wees voorzichtig bij overgevoeligheid voor penicillinen of carbapenems. Kruisovergevoeligheid en kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en penicillinen komt voor. Bij overgevoeligheidsreacties de toediening staken. Bij ernstige, aanhoudende diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen. Controleer de nierfunctie bij ernstig zieke patiënten die maximale doses krijgen toegediend. Door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden evenals glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens e.d.). Bij langdurig gebruik het bloedbeeld, lever- en nierfuncties te controleren. Bij gestoorde nierfunctie de dosering aanpassen.
Interacties cefalosporines
Relevant: het risico op nefrotoxiciteit is verhoogd bij combinatie met ciclosporine en cisplatine. De combinatie wordt bij voorkeur vermeden. Het risico op nefrotoxiciteit kan tot 6 maanden na staken van cisplatine aanwezig zijn.
Niet relevant: het risico op nefrotoxiciteit is verhoogd bij combinatie met amfotericine B.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met carboplatine of lisdiuretica.
Niet beoordeeld: het risico op nefrotoxiciteit kan toenemen bij combinatie met bepaalde cefalosporines, polymyxines, vancomycine en NSAID's. Er is een verminderde renale klaring van gentamicine en amikacine opgetreden bij combinatie met indometacine bij prematuren en bij combinatie met andere NSAID's.
Aminoglycosiden kunnen de neuromusculaire blokkade (vooral de ademhalingsdepressie) veroorzaakt door perifeer werkende spierrelaxantia versterken.
Neomycine kan bij orale toediening de absorptie van sommige andere farmaca (met name digoxine en fenoxymethylpenicilline) verminderen en de werking van cumarinederivaten versterken.
Bij combinatie met verschillende betalactam-antibiotica kan een synergistische werking optreden tegen bepaalde bacteriën, zoals Pseudomonas aeruginosa en Enterococcus faecalis.
Aminoglycosiden kunnen in vitro worden geïnactiveerd door bepaalde penicillines; in vivo is deze inactivering alleen gezien bij ernstige nierfunctiestoornis.
Interacties antibacteriele middelen algemeen
Relevant: de werking van oraal buiktyfusvaccin kan worden verminderd bij gelijktijdige inname van antibacteriële middelen. Gescheiden inname met een interval van 3 dagen wordt aanbevolen. Alternatief: parenteraal buiktyfusvaccin.
Het effect van cumarinederivaten kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva (dit geldt niet voor de enzyminducerende antibiotica rifabutine en rifampicine) of met TNF-α-antagonisten.