Oraal: On-label
Intraveneus
<1 mnd: On-label;
>1 mnd: dosering ≤ 100 mg/kg/dag: On-label
>40 kg: dosering ≤ 1,5 g/dosis, ≤ 4,5 g/dag: On-label
Bactericide antibioticum uit de groep van cefalosporinen (2e generatie). Bindt zich aan penicilline bindende eiwitten in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood. Doorgaans gevoelig zijn: Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelig), Streptococcus pyogenes, Streptococcus agalactiae, Streptococcus mitis (viridans-groep), Haemophilus influenzae, Haemophilus parainfluenzae en Moraxella catarrhalis. Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Streptococcus pneumoniae, Citrobacter freundii, Enterobacter cloacae, Enterobacter aerogenes, Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Proteus spp. (P. vulgaris is resistent), Providencia spp., Salmonella spp., Peptostreptococcus spp., Propionibacterium spp., Fusobacterium spp. en Bacteroides spp. (Bacteroides fragilis is resistent). Ongevoelig zijn: Enterococcus faecalis, Enterococcus faecium, Staphylococcus aureus (meticilline-resistent), Acinetobacter spp., Morganella morganii, Proteus vulgaris, Pseudomonas aeruginosa, Serratia marcescens,Clostridium difficile, Bacteroides fragilis, Chlamydia spp., Mycoplasma spp. en Legionella spp. Cefuroxim kan gehydrolyseerd worden door sommige breedspectrum β-lactamasen (ESBL's). Bij gelijktijdig gebruik van aminoglycosiden kan synergie optreden.
Bij (premature) neonaten tot 2 weken is de plasmahalfwaardetijd verlengd en omgekeerd evenredig met de leeftijd. De volgende farmacokinetische parameters zijn gevonden bij neonaten <4 dagen PNA:
tmax (uur) | 0,8 |
t½ (uur) | 5.8 |
Cl (ml/min/kg) | 1.35 |
Vd (l/kg) | 0.67 |
De halfwaardetijd bij neonaten >8 dagen bedraagt 1,6 - 3,8 uur (Louvois 1982). De halfwaardetijd, het verdelingsvolume en de klaring bij zeer ernstig zieke kinderen zijn significant verhoogd, wat een (hogere) oplaaddosis suggereert en eventueel aanpassing van de vervolgdoses (Olguin 2008).
BIj kinderen >3 weken is de halfwaardetijd vergelijkbaar met de halfwaardetijd voor volwassenen (circa 70 minuten) (SmPC).
De absorptiesnelheid van het granulaat voor suspensie is lager dan die van de tabletten, waardoor de biologische beschikbaarheid van de suspensie 4-17% lager is. De suspensie en de tabletten zijn daarom niet bio-equivalent en kunnen niet 1 op 1 uitgewisseld worden. Voedsel verhoogt de absorptie. Bij inname kort na het eten is de absorptie maximaal (50-60%).
Ga snel naar:
Bacteriele infecties |
---|
|
Infecties (zonder klinische verdenking meningitis) veroorzaakt door micro organismen die gevoelig zijn bij een verhoogde blootstelling ('I') |
---|
Acute tonsillitis, faryngitis, bacteriële sinusitis |
---|
Otitis media, cystitis, ongecompliceerde infecties van huid en weke delen, ziekte van Lyme |
---|
Infecties bij Cystic Fibrosis |
---|
|
Pyelonefritis |
---|
|
Poeder voor inj.vlst. (als Na-zout) 750 mg, 1500 mg.
Injvlst 4 mg/0,4 ml (10 mg/ml); 93,75 mg/ml wwsp (16 ml)
Susp. oraal "granulaat voor" (als axetil) 25 mg/ml
Tablet (als axetil) 250 mg, 500 mg
Aanpassingen als volgt:
Nefrotoxische verschijnselen komen vooral voor bij hoge doseringen, bij reeds bestaande nierfunctiestoornis en bij gelijktijdige behandeling met andere nefrotoxische stoffen.
Hemodialyse/peritoneaal dialyse (parenterale toediening): 100% van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 24 uur. Bij hemodialyse dosis toedienen na dialyse.
CEFALOSPORINES VAN DE EERSTE GENERATIE | ||
---|---|---|
Keforal
|
J01DB01 | |
Kefzol
|
J01DB04 |
CEFALOSPORINES VAN DE TWEEDE GENERATIE | ||
---|---|---|
Ceclor
|
J01DC04 |
CEFALOSPORINES VAN DE DERDE GENERATIE | ||
---|---|---|
J01DD01 | ||
J01DD02 | ||
Zavicefta
|
J01DD52 | |
Cedax
|
J01DD14 | |
Rocephin
|
J01DD04 |
CEFALOSPORINES VAN DE VIERDE GENERATIE | ||
---|---|---|
J01DE01 |
MONOBACTAM-ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Cayston
|
J01DF01 |
CARBAPENEM-ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
J01DH51 | ||
Meronem
|
J01DH02 |
OVERIGE CEFALOSPORINES EN PENEMS | ||
---|---|---|
Zinforo
|
J01DI02 |
Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, bloedbeeldafwijkingen, tijdelijke verhoging leverenzymen. Bij enkele kinderen is een licht en matig gehoorverlies opgetreden na behandeling met cefuroximnatrium.
Intraveneus:
Vaak (1-10%): tijdelijke stijging van leverenzymwaarden (ASAT, ALAT), neutropenie, eosinofilie, verlaagde hemoglobineconcentratie. Reactie op de injectie/infusieplaats (bv. pijn, tromboflebitis).
Soms (0,1-1%): maag-darmklachten. Jeuk, huiduitslag, urticaria. Leukopenie, tijdelijke stijging van bilirubine.
Verder zijn gemeld: anafylactische reactie, angio-oedeem. Interstitiële nefritis. Geneesmiddelenkoorts. Candida-infectie, pseudomembraneuze colitis. Cutane vasculitis, erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. Trombocytopenie, hemolytische anemie, stijging waarden van serumcreatinine en bloedureum.
Oraal:
Vaak (1-10%): maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, diarree, buikpijn. Candida-infectie. Hoofdpijn, duizeligheid. Eosinofilie, voorbijgaande stijging van de leverenzymen (ALAT en ASAT).
Soms (0,1-1%): braken. Huiduitslag. Trombocytopenie, leukopenie. Positieve Coombs-test.
Verder zijn gemeld: angio-oedeem, anafylactische reactie, geneesmiddelenkoorts, serumziekte. Geelzucht (overwegend cholestatisch), hepatitis. Pseudomembraneuze colitis. Urticaria, jeuk, erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. Jarisch-Herxheimer-reactie (bij behandeling van de ziekte van Lyme; reactie met hypotensie, tachycardie, vasodilatatie, koorts, rillingen, spierstijfheid, hoofd- en spierpijn). Hemolytische anemie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Opmerking: volgens de fabrikant is de toepassing bij een geschiedenis van ernstige overgevoeligheid voor andere β-lactamantibiotica (bv. penicillinen, carbapenems) gecontra-indiceerd. Volgens recente literatuur lijkt er echter (net als bij derde en vierde generatie cefalosporinen) géén kruisovergevoeligheid tussen cefuroxim en andere β-lactamantibiotica te zijn en is dit (mede) toe te schrijven aan het feit dat het cefuroxim-molecuul andere zijketens bevat (dan penicillinen; met name op de R1-positie).
Cefalosporinen kunnen in het algemeen worden gegeven aan patiënten, die overgevoelig zijn voor penicillinen, hoewel kruisreacties zijn gemeld. Speciale zorg is geïndiceerd bij patiënten, die eerder een anafylactische reactie hadden door penicillinen.
Er is melding gemaakt van positieve H. influenzae in cerebrospinaal vocht na 18-36 uur; de relevantie hiervan is onduidelijk. Pseudomembraneuze colitis kan optreden tijdens het gebruik van antibiotica. Indien zich pseudomembraneuze colitis ontwikkelt, dient de cefuroxim behandeling gestaakt te worden en een geschikte therapie te worden gestart. Cefuroxim suspensie bevat aspartaam, welke o.a. omgezet wordt in fenylalanine en moet daarom met voorzichtigheid worden gebruikt in patiënten met fenylketonurie.
Intraveneus:
Kruisovergevoeligheid en kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en penicillinen komt voor. Wees hierop bedacht bij een al dan niet ernstige overgevoeligheid voor penicillinen of carbapenems. Volgens recente literatuur lijkt er overigens geen sprake van kruisovergevoeligheid tussen cefuroxim en penicillinen.
Bij ernstige overgevoeligheidsreacties de toediening onmiddellijk staken.
Bij langdurig gebruik bloedbeeld, lever- en nierfuncties controleren.
Bij ernstige, aanhoudende diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen; bij een vermoeden hiervan de behandeling staken.
Na intracamerale toepassing (waarvoor de injecties niet geformuleerd zijn) zijn (ernstige) oculaire bijwerkingen gemeld, zoals macula-oedeem, retina-oedeem, loslating van de retina, afgenomen gezichtsvermogen, cornea opaciteit en cornea-oedeem.
Door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden. Bij glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens e.d.) treedt een lichte storing op wat echter niet leidt tot fout-positieve reacties; ook de glucose-oxidase methode of de hexokinasemethode kan worden gebruikt.
Oraal:
Kruisovergevoeligheid én kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en penicillinen komt voor; wees voorzichtig bij lichte tot matige overgevoeligheid voor penicillinen of carbapenems. Superinfecties kunnen optreden.
Tijdens de behandeling van Lymeborreliose kunnen binnen enkele uren na toediening Jarisch-Herxheimer-achtige reacties optreden (hypotensie, tachycardie, vasodilatatie, koorts, rillingen, hoofd- en spierpijn, spierstijfheid). Dit is het gevolg van een inflammatiereactie na het vrijkomen van endotoxinen en lipoproteïnen na de cellysis van deze bacteriën (spirocheten). De reactie gaat gewoonlijk vanzelf over.
Diagnostische testen: door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden evenals glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens e.d.).
Onderzoeksgegevens: de veiligheid en werkzaamheid bij een verminderde nier- of leverfunctie zijn niet vastgesteld.
Relevant:
Antacida, lanthaancarbonaat, natriumwaterstofcarbonaat en secretieremmende middelen kunnen de biologische beschikbaarheid van cefuroximaxetil verminderen. Cefuroxim moet ten minste 2 uur vóór of 4 uur na het andere middel worden ingenomen. De combinatie met een secretieremmer moet worden vermeden.
Niet beoordeeld:
Gelijktijdig gebruik van orale anticoagulantia kan leiden tot een verhoogde INR.
Interacties cefalosporines
Relevant:
Het effect van VKA's kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode. Het zogenaamde ´hypoprotrombinemische´ cefamandol remt waarschijnlijk de productie van vitamine K-afhankelijke stollingsfactoren.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva, tetracyclines of met TNF-α-antagonisten.
Niet beoordeeld:
Het risico op nefrotoxische verschijnselen wordt verhoogd door combinatie met andere potentieel nefrotoxische middelen, zoals aminoglycosiden, polymyxines en furosemide.
Combinatie met probenecide kan leiden tot een verhoogde plasmaconcentratie van de cefalosporines die in voldoende mate renaal via tubulaire secretie worden geëlimineerd (cefaclor, cefalexine, cefazoline, cefamandol, ceftibuten, cefuroxim, cefotaxim). De interactie met probenecide berust op remming van de tubulaire secretie van het antibioticum.
De werking kan worden geantagoneerd door chlooramfenicol en macroliden.
Interacties antibacteriele middelen algemeen
Relevant:
Het effect van VKA's kan worden versterkt. Het versterkte effect van de VKA kan het gevolg zijn van het effect van de infectie en/of koorts zelf, en soms ook van een interactie van bepaalde antibiotica met VKA’s. Door eliminatie van bacteriële darmflora kan de productie van vitamine K worden verminderd. Ook is er een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende een koortsperiode. Daarnaast remmen sommige antibiotica het metabolisme van de VKA. De interactie is niet relevant bij gebruik van het antibioticum gedurende maximaal 1 dag.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva (dit geldt niet voor de enzyminducerende antibiotica rifabutine en rifampicine) of met TNF-α-antagonisten.