On-label
Toon SmPC tekstGehalogeneerde anesthetica geven een dosisafhankelijke bewustzijnsdaling en verlies van pijnsensatie, onderdrukken willekeurige motorische activiteiten en beïnvloeden de autonome reflexen.
Het werkingsmechanisme is niet precies bekend. Ze veroorzaken hyperpolarisatie van neuronen, waardoor de exciteerbaarheid afneemt en de signaaloverdracht tussen neuronen wordt geremd.
De MAC neemt af naarmate de leeftijd vordert.
Onderhoud anesthesie |
---|
|
Inhalatiegas 240 ml
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN | ||
---|---|---|
Sedaconda
|
N01AB06 | |
Sevorane
|
N01AB08 |
BARBITURATEN | ||
---|---|---|
Pentothal
|
N01AF03 |
OPIOIDE ANAESTHETICA | ||
---|---|---|
Rapifen
|
N01AH02 | |
N01AH01 | ||
Ultiva
|
N01AH06 | |
Sufenta
|
N01AH03 |
OVERIGE ALGEMENE ANAESTHETICA | ||
---|---|---|
N01AX01 | ||
Ketanest S
|
N01AX14 | |
Etomidaat lipuro
|
N01AX07 | |
Diprivan, Propofol Lipuro
|
N01AX10 |
Bij kinderen van 6 jaar en jonger is het risico op bijwerkingen, zoals hoesten en laryngospasmen, verhoogd. Dit treedt met name op als het larynxmasker wordt weggenomen onder diepe anesthesie.
Bij kinderen is postoperatieve agitatie gemeld wat zich kan uiten in desoriëntatie, huilerig gedrag en slaande bewegingen.
Bij meer dan 10% van de patiënten: braken en misselijkheid.
Bij 1-10%: hoofdpijn, (nodale) aritmie, bradycardie, tachycardie, hypertensie, apneu, hoesten, laryngospasmen, faryngitis, conjunctivitis, speekselvloed, stijging van de CK-waarden en een abnormaal ECG.
Bij minder dan 1%: duizeligheid, agitatie, myocardischemie, myocardinfarct, vasodilatatie, hypoxie en spierpijn.
Verder zijn gemeld buikpijn, convulsies, hartstilstand, torsade de pointes, ventrikelfalen, ventriculaire hypokinesie, atriumfibrilleren, maligne hypertensie, hypotensie, shock, bloedingen, coagulopathie, verhoogde intracraniale druk, ademhalingsstilstand, ademhalingsinsufficiëntie, ademnood, bronchospasmen, ophoesten van bloed, leverfunctiestoornis, stijging van de transaminasewaarden, levernecrose, cytolytische hepatitis, fulminante hepatitis, cholestase, geelzucht, stijging van bilirubine, acute pancreatitis, oculaire icterus, leukocytose, metabole acidose, rabdomyolyse, hyperkaliëmie, hypokaliëmie, stijging van de ammoniakconcentratie, lichte stijging van de bloedglucosewaarde, (fatale) maligne hyperthermie, asthenie, gevoel van onwel zijn, urticaria en erytheem.
Het heeft een relaxerend effect op de baarmoeder en verlaagt de doorbloeding van de baarmoeder en placenta.
Het kan slaapapneu verergeren.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Bronchoconstrictie in de anamnese.
Overgevoeligheid, een contra-indicatie voor algemene anesthesie, bekende of vermoede genetische aanleg voor maligne hyperthermie, en leverfunctiestoornis, geelzucht, leukocytose en eosinofilie of koorts na toediening van een gehalogeneerd anestheticum in de anamnese.
Voorzichtigheid is geboden bij kinderen van 6 jaar en jonger met een larynx- of gezichtsmasker vanwege het verhoogde risico op bijwerkingen op het ademhalingsstelsel en bij kinderen met een recente bovenste luchtweginfectie vanwege een mogelijke luchtwegvernauwing en verhoogde luchtwegweerstand.
Voorzichtigheid is geboden bij (een risico op) een hart- en vaataandoening, bij een verhoogde intracraniale druk, bij slaapapneu omdat dit kan verergeren, en bij myasthenia gravis vanwege een verhoogde gevoeligheid voor ademhalingsdepressie. De gehalogeneerde anesthetica moeten worden toegediend via een nauwkeurige, gekalibreerde verdamper, die specifiek is voor het gebruikte anestheticum. Ze mogen uitsluitend in aanwezigheid van een anesthesioloog worden toegediend.
Nadat de toediening van het gehalogeneerde anestheticum is gestaakt, dient de patiënt met 100% zuurstof te worden beademd totdat de patiënt volledig wakker is.
Niet beoordeeld: het versterkt de werking van suxamethonium.
Interacties inhalatie anesthetica algemeen:
Niet beoordeeld: gehalogeneerde anesthetica versterken de spierverslappende werking van niet-depolariserende spierrelaxantia. De dosering van het spierrelaxans kan met een derde tot de helft worden verlaagd. Lachgas heeft dit effect niet.
Bij combinatie van gehalogeneerde anesthetica met adrenaline of noradrenaline kunnen hartritmestoornissen optreden.
Combinatie van gehalogeneerde anesthetica met amfetamine of efedrine verhoogt het risico op plotselinge bloeddrukverhoging tijdens de operatie.
Bij gebruik van β-blokkers tijdens de ingreep kan het cardiovasculaire compensatiemechanisme worden geblokkeerd. Dit kan leiden tot versterking van de negatief-inotrope en negatief-chronotrope effecten. Therapie met een β-blokker kan echter meestal worden voortgezet tijdens inhalatie-anesthesie met gehalogeneerde anesthetica. Tijdens de ingreep kan de werking van β-blokkers worden onderdrukt door β-sympathicomimetica.
Combinatie van gehalogeneerde anesthetica met vasodilatantia kan het hypotensieve effect versterken.
De werking van gehalogeneerde anesthetica kan worden versterkt door opioïden.
Combinatie met opioïden, zoals fentanyl en remifentanil, verlaagt de MAC van de anesthetica.
Bij combinatie van gehalogeneerde anesthetica met lachgas neemt de MAC af.
Bij combinatie van gehalogeneerde anesthetica met isoniazide kunnen de hepatotoxische effecten van isoniazide worden versterkt. Geadviseerd wordt 1 week voorafgaand aan de ingreep tot 15 dagen na de ingreep de behandeling met isoniazide te staken.