Dasatinib

Stofnaam
Dasatinib
Merknaam
Sprycel
ATC code
L01XE06
Doseringen

Therapeutic Drug Monitoring
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Tyrosinekinaseremmer. Dasatinib remt vooral de werking van het BCR-ABL-kinase en de kinasen van de SRC-familie. In vitro is dasatinib werkzaam in leukemische cellijnen, zowel imatinibgevoelige als -resistente. Dasatinib remt daarnaast nog een aantal andere oncogenetische kinasen zoals c-KIT, ephrin (EPH) receptorkinasen en PDGF-β-receptor.

Farmacokinetiek bij kinderen

De volgende kinetische parameters zijn gevonden bij kinderen 2-20 jaar (Aplenc 2011):

Dosis n= Cmax Tmax T1/2
50 mg/m2 4 77 ng/ml 1,66 uur 2,6 uur
65 mg/m2 4 155 ng/ml 1 uur 2,7 uur
85 mg/m2 6 146 ng/ml 1,76 uur 1,9 uur
110 mg/m2 4 250 ng/ml 2,26 uur 3,6 uur

Label dosisadvies Kinderformularium

Nieuw gediagnosticeerde, resistente of intolerante Ph+ CML in de chronische fase ; Ph+ ALL: On-label

Resistente/intolerante/recidiverende CML in acceleratie of blastaire fase: Off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Nieuw gediagnosticeerde, resistente of intolerante Ph+ CML in de chronische fase ; Ph+ ALL
≥ 1 jaar:
TABLET

10 tot 20 kg: 40 mg/dag 
20 tot 30 kg: 60 mg/dag
30 tot 45 kg: 70 mg/dag
>45 kg: 100 mg

SUSPENSIE
5 tot 10 kg: 40 mg/dag
10 tot 20 kg: 60 mg/dag 
20 tot 30 kg: 90 mg/dag
30 tot 45 kg: 105 mg/dag
>45 kg: 120mg

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Tablet (als 1-water) 20, 50, 70,100 mg
Poeder voor orale suspensie

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

LET OP:
  • Toedieningsweg niet van toepassing
    • 0 jaar tot 18 jaar
      • Let op: de tabletten en suspensie zijn NIET bio-equivalent en dus niet zondermeer uitwisselbaar. Zij hebben ieder een eigen doseerschema.

Nieuw gediagnosticeerde, resistente of intolerante Ph+ CML in de chronische fase; Ph+ ALL
  • Oraal
    • 1 jaar tot 18 jaar
      [6]
      • Dosis en dosisfrequentie van oncologische middelen zijn afhankelijk van de aandoening en sterk aan nieuwe inzichten onderhevig. Oncologische middelen worden veelal in combinatie gebruikt. Om deze redenen wordt verwezen naar de gedetailleerde behandelprotocollen, zie hiervoor www.skion.nl

        Als indicatie wordt de volgende dosering uit de SmPC genoemd:

        Gewicht Dosis (SUSPENSIE) Dosis (TABLETTEN)
        5 tot 10 kg 40 mg/dag in 1 dosis suspensie gebruiken
        10 tot 20 kg 60 mg/dag in 1 dosis 40 mg/dag in 1 dosis
        20 tot 30 kg 90 mg/dag in 1 dosis 60 mg/dag in 1 dosis
        30 tot 45 kg 105 mg/dag in 1 dosis 70 mg/dag in 1 dosis
        ≥ 45 kg 120 mg/dag in 1 dosis 100 mg/dag in 1 dosis

        De dosis aanpassen op basis van klinische respons en bijwerkingen (zie SmPC)

        Behandeling door of na overleg met een kinderarts-specialist (oncologie) die ervaring heeft met gebruik van dasatinib voor deze indicatie.

Resistente/intolerante/recidiverende CML in acceleratie of blastaire fase
  • Oraal
    • Tablet
      • 1 jaar tot 18 jaar
        [3] [4] [5]
        • Dosis en dosisfrequentie van oncologische middelen zijn afhankelijk van de aandoening en sterk aan nieuwe inzichten onderhevig. Oncologische middelen worden veelal in combinatie gebruikt. Om deze redenen wordt verwezen naar de gedetailleerde behandelprotocollen, zie hiervoor www.skion.nl

          Als indicatie wordt de volgende dosering uit de literatuur genoemd:
          80 mg/m2/dag in 1 dosis, max 180 mg/dosis.
          Bij toxiciteit dosering verlagen naar 65 mg/m2, max 110 mg/dosis. Indien nodig verder verlagen naar 50 mg/m2, max 80 mg/dosis.

          Behandeling door of na overleg met een kinderarts-specialist (oncologie) die ervaring heeft met gebruik van dasatinib voor deze indicatie.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

Aanpassing van de dosering bij nierfunctiestoornissen is niet nodig.

 

Bij Dialyse

Een algemeen advies wordt niet gegeven.

Bijwerkingen bij kinderen

Vaak (1-10%): bij Ph+ CML in de chronische fase vertraagde fusie van de epifysen, groeiachterstand en soms (0,1–1%) bij Ph+ ALL osteopenie. Verder is het veiligheidsprofiel in het algemeen vergelijkbaar met dat van volwassenen. (SmPC)

Groeivertraging (Hobernicht 2011, 8. Watanabe 2013)

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Zeer vaak (> 10%): infecties (viraal, bacterieel, schimmel). Bloedingen (lichte tot ernstige, soms fatale bloedingen, o.a. gastro-intestinale en CZS bloedingen). Dyspneu. Hoofdpijn. Koorts, vermoeidheid, vochtretentie (o.a. gelokaliseerd en gegeneraliseerd oedeem, pleurale en pericardiale effusie, ascites). Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Huiduitslag (o.a. erythemateus, folliculair, maculeus, papuleus, maculo-papuleus, vesiculair, pustulair, pruritisch, exfoliatief, vasculitisch). Beenmergsuppressie (anemie, neutropenie en trombocytopenie; veelal reversibel en eerder en vaker voorkomend bij gevorderde stadia van CML of Ph+ ALL dan bij de chronische fase van CML).

Vaak (1-10%): hartfalen, ritmestoornissen, palpitaties. Hypertensie, opvliegers. Hoest, infectie bovenste luchtwegen, pneumonie, pulmonale (arteriële) hypertensie (kan nog optreden na meer dan een jaar van behandelen), longoedeem, longinfiltraten, pneumonitis. Febriele neutropenie. Herpesvirusinfectie (waaronder cytomegalovirus/CMV), sepsis (incl. fatale afloop). Slijmvliesontsteking, dyspepsie, gastritis, enterocolitis, obstipatie, verandering van eetlust, gewichtsverandering. Somnolentie, duizeligheid, (perifere) neuropathie, smaakstoornis. Depressie, slapeloosheid. Droge ogen, visusstoornissen. Tinnitus. Jeuk, alopecia, acne, droge huid, hyperhidrose, dermatitis. Artralgie, myalgie, rigor, spierspasme, spierzwakte. Asthenie, rillingen. Hypokaliëmie, hypofosfatemie, hypocalciëmie, hyperurikemie, verhoging transaminasen- of bilirubinewaarden.

Soms (0,1-1%): tumorlysissyndroom. Hypotensie. Angina pectoris, myocardinfarct, pericarditis, verlengd QTc-interval, abnormale T-golf, cardiomegalie, trombose, tromboflebitis. Bronchospasmen, astma, chylothorax. Gastro-intestinale refluxziekte, oesofagitis, dysfagie, hepatitis, cholestase, cholecystitis, pancreatitis, anale fissuren. Amnesie, tremoren, evenwichtsstoornis, syncope, vertigo. Angst, verwardheid, affectlabiliteit, afgenomen libido. Conjunctivitis, tranen van de ogen, fotofobie. Gehoorverlies. Acute febriele neutrofiele dermatose, fotosensibilisatie, pigmentstoornissen, huidzweren, bulleuze aandoeningen, nagelafwijkingen, haarafwijking, hand-voetsyndroom. Rabdomyolyse, myositis, tendinitis, artritis, osteonecrose. Lymfadenopathie. Gynaecomastie. Onregelmatige menstruatie, dysmenorroe. Algemene malaise, dehydratie. Frequent urineren, vermindering nierfunctie (incl. nierfalen), proteïnurie. Hypothyreoïdie. Lymfopenie. Verhoogd γGT, verhoogd serum creatinekinase, hypoalbuminemie, hypercholesterolemie.

Zelden (0,01- 0,1%): anafylactische shock. Convulsies, TIA, CVA, ataxie, dementie, oogzenuwontsteking, aangezichtsverlamming. ARDS, longembolie. Hartstilstand, acuut coronair syndroom, myocarditis, cor pulmonale, pleuropericarditis, verlengd PQ-interval. Trombose/embolie. Ileus, anale fistels. Leukocytoclastische vasculitis, huidfibrose. Abortus. Thyreoïditis, hyperthyreoïdie. Diabetes mellitus. Aplasie van erytrocyten.

Verder zijn gemeld: atriumfibrilleren, atriumflutter. Interstitiële longziekte. Trombotische microangiopathie. Stevens-Johnsonsyndroom. Re-activatie van HBV, ook leidend tot acuut leverfalen of fulminante hepatitis (zie ook de rubriek Waarschuwingen en Voorzorgen). Nefrotisch syndroom.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Na aanvang van de therapie het totale bloedbeeld regelmatig (1x per 1-2 weken) controleren.
Overweeg TDM bij het optreden van bijwerkingen.

Groeiachterstand bij kinderen: is gemeld. Er wordt daarom aanbevolen om bij kinderen de groei en ontwikkeling van de botten te monitoren.

 

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Vóór aanvang van de therapie controleren op tekenen van cardiopulmonale aandoeningen. Bij symptomen van cardiale aandoeningen of risicofactoren voor cardiopulmonale ziekten eerst een echocardiografie uitvoeren. Na aanvang van de therapie bij klinische indicatie zorgvuldig controleren op cardiale aandoeningen (zoals hartfalen en aritmie), pleurale effusie, longoedeem, longinfiltraten en anemie. Bij ontstaan van dyspneu en/óf droge hoest controleren op pleurale effusie; thoracocentese en zuurstoftoediening kunnen nodig zijn. Overweeg aan de hand van de uitkomsten van cardiopulmonale onderzoeken de behandeling met dasatinib te staken en een alternatieve behandeling in te stellen. Bij de diagnose pulmonale arteriële hypertensie (PAH) de behandeling definitief staken. De vochtretentie komt vaker voor bij ouderen (> 65 jaar); patiënten nauwlettend controleren en eventueel behandelen met diuretica en een kortdurende behandeling met corticosteroïden. Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die QT-interval verlengen (zie de rubriek Interacties), congenitale of verworven QT-verlenging; hypokaliëmie of -magnesiëmie corrigeren vóór het toedienen van dasatinib. Er is geen ervaring met toepassing bij patiënten met ernstige hart- en vaatziekten.

Bij patiënten die chronisch drager zijn van HBV is re-activatie van HBV voorgekomen tijdens én na de behandeling met BCR-ABL tyrosinekinaseremmers. Sommige gevallen resulteerden in acuut leverfalen of fulminante hepatitis, leidend tot levertransplantatie of overlijden. Daarom vóór aanvang van de behandeling testen op een HBV-infectie. Bij positieve HBV serologie en bij een positieve test op een HBV-infectie tijdens de behandeling een expert raadplegen op het gebied van leverziekten en de behandeling van HBV. Controleer alle patiënten (en HBV-dragers in het bijzonder) nauwkeurig op signalen en symptomen van een actieve HBV-infectie tijdens de behandeling én gedurende enkele maanden ná het beëindigen van de behandeling.

Myelosuppressie (anemie, neutropenie, trombocytopenie) komt eerder en vaker voor bij de gevorderde stadia van CML of Ph+ ALL dan in de chronische fase van CML. Daarom bij volwassenen met gevorderde stadia van CML of Ph+ ALL (monotherapie) de eerste 2 maanden van de behandeling het totale bloedbeeld wekelijks controleren en daarna iedere maand én op klinische indicatie. Bij volwassenen en kinderen met CML in de chronische fase het totale bloedbeeld controleren gedurende de eerste 12 weken iedere 2 weken en daarna iedere 3 maanden én indien klinisch geïndiceerd. Myelosuppressie is doorgaans reversibel indien tijdig maatregelen genomen worden (dosisverlaging of het tijdelijk staken van de behandeling). Bij kinderen met Ph+ ALL (dasatinib + chemotherapie) het volledig bloedbeeld bepalen voor aanvang van ieder blok chemotherapie en wanneer klinisch geïndiceerd. Tijdens de chemotherapie consolidatie-blokken iedere twee dagen het volledig bloedbeeld bepalen tot herstel.

Trombotische microangiopathie: BCR-ABL-tyrosinekinaseremmers zijn geassocieerd met het ontstaan van trombotische microangiopathie (TMA). Bij verdenking op (eerste tekenen van) TMA de behandeling stopzetten en ADAMTS13-activiteit en ADAMTS13-antilichamen bepalen. Bij een stijging van ADAMTS13-antilichamen in combinatie met een lage ADAMTS13-activiteit, de behandeling met dasatinib niet meer hervatten.

Pijn in het skeletspierstelsel komt veelvuldig voor en kan ook nog na staken van de therapie ontstaan.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Dasatinib is substraat voor CYP3A4.

Relevant:
Absorptie: de absorptie neemt af bij gelijktijdig innemen met antacida. Dasatinib moet ten minste 2 uur vóór of 4 uur na het antacidum worden ingenomen.

De biologische beschikbaarheid neemt af door H2-antagonisten en protonpompremmers (de oplosbaarheid neemt af naarmate de pH stijgt). Neem dasatinib in 2 uur vóór de maagzuursecretieremmer; als dit niet kan neem dasatinib in direct gevolgd door de maagzuursecretieremmer.

Afname dasatinib: de concentratie daalt door krachtige CYP3A4-inductoren en etravirine.

Toename dasatinib: de concentratie stijgt door krachtige CYP3A4-remmers; overweeg dosisverlaging, zie D.

Niet beoordeeld:
Vanwege mogelijke verlenging van het QTc-interval bij gebruik van dasatinib is voorzichtigheid geboden bij combinatie met andere geneesmiddelen die het QTc-interval kunnen verlengen, zoals antiaritmica en hooggedoseerde antracyclinederivaten.

Grapefruitsap kan de biologische beschikbaarheid verhogen door remming van CYP3A4. Bij kortdurend gebruik van 1 glas of 2 grapefruits per dag is het risico op bijwerkingen laag.

Interacties tyrosinekinaseremmers algemeen:

Relevant:
VKA's: tyrosinekinaseremmers kunnen het effect van VKA's op vele manieren beïnvloeden. Hierdoor kan/zal de verlenging van de stollingstijd sterker fluctueren. Bovendien kan chemotherapie trombocytopenie veroorzaken. Trombocytopenie bij gebruik van VKA's geeft een extra verhoogde bloedingsneiging. Acalabrutinib, ibrutinib en zanubrutinib remmen de trombocytenaggregatie.

Levende vaccins: tijdens het gebruik van tyrosinekinaseremmers met immunosuppressieve werking (acalabrutinib, asciminib, avapritinib, axitinib, binimetinib, bosutinib, cabozantinib, cobimetinib, dasatinib, fedratinib, gilteritinib, ibrutinib, imatinib, larotrectinib, midostaurine, nilotinib, nintedanib, pazopanib, ponatinib, regorafenib, ruxolitinib, sorafenib, sunitinib, trametinib, vandetanib en zanubrutinib) kan vaccinatie met levende micro-organismen een gegeneraliseerde infectie veroorzaken. De combinatie wordt bij voorkeur vermeden.

Niet-levende vaccins: tijdens gebruik van tyrosinekinaseremmers met immunosuppressieve werking kunnen vaccinaties met gedode verwekker of afgeleid antigeen minder effectief zijn door een verminderde immuunrespons. In sommige gevallen kan het vaccin herhaald worden toegediend of kan een titerbepaling worden gedaan.

Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met allergenen.

Interacties oncolytica algemeen:

Relevant:
De meeste cytostatische oncolytica kunnen het effect van VKA's op vele manieren beïnvloeden. Hierdoor kan/zal de verlenging van de stollingstijd sterker fluctueren. Bovendien kan chemotherapie trombocytopenie veroorzaken. Trombocytopenie bij gebruik van VKA's geeft een extra verhoogde bloedingsneiging. Voor de meeste cytostatische oncolytica is toename van de werking van de VKA gemeld, voor mercaptopurine en mitotaan is afname van de werking gemeld. Behalve enzymremming of inductie spelen ook andere factoren een rol, zoals de ziekte kanker zelf en chemotherapie gerelateerde factoren, zoals braken en leverinsufficiëntie door metastasen.

Levende vaccins: vanwege de immunosuppressieve werking van veel oncolytica kan vaccinatie met levende micro-organismen een gegeneraliseerde infectie veroorzaken. De combinatie moet worden vermeden.

Niet-levende vaccins: tijdens gebruik van oncolytica die immunosuppressief werken kunnen vaccinaties met gedode verwekker of afgeleid antigeen minder effectief zijn door een verminderde immuunrespons. In sommige gevallen kan het vaccin herhaald worden toegediend of kan een titerbepaling worden gedaan.

Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met allergenen.

Niet beoordeeld:
Omega-3-vetzuren verminderen de effectiviteit van sommige oncolytica. KWF Kankerbestrijding ontraadt visoliesupplementen of vette vis te gebruiken vanaf 24 uur voorafgaand aan chemotherapie met irinotecan of platinaverbindingen tot en met 24 uur daarna.

OVERIGE ONCOLYTICA

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

METHYLHYDRAZINEN

Procarbazine

Natulan
L01XB01
MONOKLONALE ANTILICHAMEN

Blinatumomab

Blincyto
L01XC19

Ipilimumab

Yervoy
L01XC11
PROTEINEKINASEREMMERS

Imatinib

Glivec
L01XE01
OVERIGE ONCOLYTICA

Amsacrine

Amsidine
L01XX01

Asparaginase

Spectrila (colaspase), Erwinase (crisantaspase)
L01XX02

Hydroxycarbamide

Siklos, Xromi
L01XX05
L01XX19

Mitotaan

Lysodren
L01XX23

Pegaspargase

Oncaspar
L01XX24
L01XX71

Tretinoine oraal

Vesanoid
L01XX14
PROTEASOOMREMMERS

Bortezomib

Velcade
L01XG01

Referenties

  1. Informatorium Medicamentorum, (Interacties, Verminderde nierfunctie), Geraadpleegd 9-7-2023 (interacties)
  2. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 31 aug 2022
  3. Aplenc R et al. , Pediatric phase I trial and pharmacokinetic study of dasatinib: a report from the children's oncology group phase I consortium., J Clin Oncol. , 2011 , Mar 1;29(7), 839-44
  4. Matloub J et al, A Phase II Study of Dasatinib Therapy in Children and Adolescents with Ph+ Leukemia with Resistance or Intolerance to Imatinib. Clinical Trial Protocol CA180226. , www.skion.nl
  5. Zwaan CM et al. , Dasatinib in children and adolescents with relapsed or refractory leukemia: results of the CA180-018 phase I dose-escalation study of the Innovative Therapies for Children with Cancer Consortium., J Clin Oncol. , 2013, Jul 1;31(19), 2460-8
  6. Bristol-Myers Squibb Pharma EEIG. , SmPC Sprycel (EU/1/06/363) Rev41, 17-06-2022, www.ema.europa.eu
  7. Hobernicht SL et al. , Acquired growth hormone deficiency in a girl with chronic myelogenous leukemia treated with tyrosine kinase inhibitor therapy., Pediatr Blood Cancer., 2011 , Apr;56(4), 671-3
  8. Watanabe A et al. , Prophylactic post-transplant dasatinib administration in a pediatric patient with Philadelphia chromosome-positive acute lymphoblastic leukemia., Pediatr Int., 2013 , Jun;55(3), e56-8

Wijzigingen

  • 09 december 2022 14:32: Indication "CML in de chronische fase" vervangen door geregistreerde indicatie "nieuw gediagnosticeerde resistente of intolerante Ph+ CML in de chronische fase (Ph+ CML-CP) ; Ph+ ALL )" De dosering voor deze indicatie is aangepast aan de SmPC
  • 22 april 2016 08:38: Waarschuwing tav HBV-infectie toegevoegd nav DHPC melding
  • 22 april 2016 08:38: NIEUW TOEGEVOEGD

Overdosering