Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Danaparoide

Stofnaam
Danaparoide
Merknaam
Orgaran
ATC code
B01AB09

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Antitromboticum. Mengsel van laagmoleculaire gesulfateerde glycosaminoglycuronanen, voornamelijk bestaand uit heparansulfaat en dermatansulfaat. Danaparoïde heeft bij therapeutische doseringen geen of slechts een gering effect op de hemostatische plugvorming, de bloedplaatjesfunctie en -aggregatie en geen duidelijk effect op de bloedingstijd. Het heeft een hoge ratio in antifactor Xa/antitrombine-activiteit, resulterend in remming van de trombine- en trombusvorming.

Farmacokinetiek bij kinderen

Geen specifieke gegevens bij kinderen.

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Label dosisadvies Kinderformularium

Behandeling VTE bij HIT:
< 7 jaar: off-label
> 7 jaar: On-label

Profylaxe VTE bij HIT: On-label

 

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Preventie bij HIT :
Kinderen 7–17 jaar
: 20–25 AXa-E/kg/dag s.c.
Kinderen ≤ 2 jaar:
8–144 AXa-E/kg/dag s.c.

Behandeling trombo-embolische complicaties bij patiënten met HIT of een voorgeschiedenis van HIT:
Kinderen 7–17 jaar :
30 AXa-E/kg i.v. als bolus, vervolgens i.v. infuus van 29–130 E/kg/dag.

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Injectievloeistof 1250 AXa-E (= Antifactor Xa-eenheden)/ml;

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Doseringen

Behandeling diep veneuze trombose bij heparine geinduceerde trombocytopenie (HIT)
  • Intraveneus
    • 7 maanden tot 18 jaar
      [1] [3]
      • Startdosering: 30 AntiXa/kg/dosis, éénmalig.
      • Onderhoudsdosering: 1,2 - 2 AntiXa/kg/uur, continu infuus.
      • Behandelduur:

        Dagelijkse controle van Anti Xa spiegel (streefwaarde: 0,4-0,8 IE/ml)

Profylaxe diep veneuze trombose bij heparine geinduceerde trombocytopenie (HIT)
  • Subcutaan
    • < 2 jaar
      [1] [3]
      • 8 - 144 AntiXa/kg/dag in 2 - 3 doses.
      • Streefwaarde spiegel Plasma-anti-Xa-activiteit: 0,1-0,4 IE/ml

    • 2 jaar tot 7 jaar
      [1]
      • Geen gegevens bekend in deze leeftijdscategorie (Bron: SmPC)

    • 7 jaar tot 18 jaar
      [1]
      • 20 - 25 AntiXa/kg/dag in 2 - 3 doses. Max: 1.500 AntiXa/dag.
      • Streefwaarde spiegel Plasma-anti-Xa-activiteit: 0,1-0,4 IE/ml

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

Aanpassingen als volgt:

GFR 50-80 ml/min/1.73 m2
Aanpassing is niet nodig
GFR 30-50 ml/min/1.73 m2
controleer de anti-Xa-spiegel
GFR 10-30 ml/min/1.73 m2
controleer de anti-Xa-spiegel
GFR < 10 ml/min/1.73 m2
Een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Klinische gevolgen

Danaparoïde wordt voornamelijk met de urine uitgescheiden; het is te verwachten dat bij verminderde nierfunctie cumulatie van danaparoïde optreedt. Hierdoor neemt het risico op bloedingen toe.

Klinische gevolgen:
De belangrijkste complicatie van behandeling met heparines is het optreden van bloedingen.

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Vaak (1-10%): trombocytopenie, heparine geïnduceerde trombocytopenie. Huiduitslag. Bloedingen in het operatiegebied of op de injectieplaats.

Soms (0,1-1%): overgevoeligheid. Purpura, jeuk, urticaria, huiduitslag (o.a. maculopapuleus/erythemateus). Reactie op de injectieplaats. Hematoom na verrichting, operatieve hemorragie.

Zelden (0,01-0,1%): immuun trombocytopenische purpura.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

  • hemorragisch CVA in de afgelopen 3 maanden;
  • ernstige ongecontroleerde hypertensie;
  • retinopathie door diabetes mellitus;
  • actief ulcus in het maag-darmkanaal, tenzij dit de reden voor operatie is;
  • de toepassing van loco-regionale, epidurale of spinale anesthesie na gebruik van danaparoïde in de voorgaande 24 uur.

De onderstaande contra-indicaties zijn óók van toepassing, tenzij de patiënt een HIT heeft en er géén alternatieve antitrombotische behandeling mogelijk is:

  • ernstige hemorragische diathese, zoals hemofilie en idiopathische trombocytopenische purpura;
  • recente (< 1 week geleden) of thans actieve bloeding (bv. intracraniaal, gastro-intestinaal, intra-oculair, pulmonaal);
  • ernstige lever- of nierinsufficiëntie;
  • beschadiging aan het centraal zenuwstelsel, operaties aan ruggenmerg en ogen;
  • acute bacteriële endocarditis.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Kinderen van dezelfde leeftijd en gewicht kunnen verschillend reageren op de gegeven dosis. Daarom moet de dosis bepaald worden op geleide van de plasma-anti-Xa-spiegels en de balans tussen beoogde effectiviteit en het risico op bloedingen.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

De antifactor Xa-activiteit van danaparoïde vertoont een ander verband met de klinische effectiviteit dan die van (laagmoleculaire) heparine(n). 

Voorzichtig toepassen bij een matige nier- en/of leverfunctiestoornis met verminderde bloedstolling, bij ulcera van het maag-darmkanaal of andere ziekten die kunnen leiden tot verhoogd gevaar van bloedingen in een vitaal orgaan of gebied.

Bij toepassing van spinale/epidurale anesthesie of lumbale punctie tijdens behandeling kan het optreden van epidurale of spinale hematomen, met het risico van langdurige of permanente paralyse niet worden uitgesloten. Er is meer kans op deze complicaties bij gebruik van een post-operatieve epidurale verblijfskatheter, gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen die de hemostase beïnvloeden (zoals NSAID's, anticoagulantia), traumatische of herhaalde neuraxiale puncties of bij misvorming van de wervelkolom of een ruggenmergoperatie in de voorgeschiedenis. Deze complicaties zijn niet gemeld bij gebruik van danaparoïde 750 AXa-E 2×/dag of minder. Overweeg met het gebruik van danaparoïde te wachten tot minimaal 4 uur na de spinale/epidurale punctie of verwijdering van de katheter. Spinale/epidurale anesthesie of een lumbaalpunctie mag niet worden uitgevoerd binnen 24 uur na toediening van danaparoïde in een therapeutische dosering. Bij een creatinineklaring van 15–30 ml/min overwegen de tijd tussen het plaatsen of verwijderen van een katheter te verlengen, vanwege de langzamere eliminatie van danaparoïde. Instrueer patiënten na spinale/epidurale anesthesie of een lumbaalpunctie direct contact op te nemen bij verschijnselen van een neurologische stoornis, zoals pijn in het midden van de rug, sensorische of motorische uitvalsverschijnselen, disfunctie van darmen en/of blaas. Bij vermoeden van een spinaal hematoom decompressie van het ruggenmerg overwegen.

Danaparoïde heeft een lage incidentie van trombocyten-kruisreactiviteit (< 10%) met plasma van patiënten die gesensibiliseerd zijn voor heparine; vóór toepassing bij deze patiënten kruisreactiviteit met een in-vitro-test uitsluiten. Vóór behandeling treedt bij ca. 5%, tijdens behandeling bij ca. 3% kruisreactie van danaparoïde met het heparine-geïnduceerde antilichaam op. Eén van de hoofdoorzaken van de kruisreactiviteit vóór de behandeling lijkt echter te worden gevormd door in de circulatie achtergebleven heparine, na eerdere toediening ervan. Tijdens de eerste week van de behandeling de trombocytenaantallen dagelijks controleren, tijdens de tweede en derde week om de dag en daarna wekelijks tot maandelijks. Wanneer danaparoïde toch gestart wordt bij een positieve kruisreactietest, het aantal trombocyten dagelijks controleren. Bij optreden van antilichaamgeïnduceerde trombocytopenie de behandeling staken.

Gedurende 5 uur na toediening is de bepaling van de protrombinetijd en de Trombotest onbetrouwbaar.

Er is geen ervaring met de omzetting van danaparoïde naar een DOAC.

Hulpstof natriumsulfiet kan bij daarvoor gevoelige personen (m.n. asthmatici) bronchospasmen en/of anafylactische shock veroorzaken.

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Interacties heparinegroepen algemeen

Relevant:
De bloedingsneiging neemt toe bij combinatie met acalabrutinib, ibrutinib of zanubrutinib.

Niet beoordeeld:
De anticoagulerende werking wordt versterkt door andere antitrombotica.

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

VITAMINE K-ANTAGONISTEN
B01AA07

Fenprocoumon

Marcoumar
B01AA04
HEPARINEGROEP

Dalteparine

Fragmin
B01AB04
B01AB05

Heparine

Heparine Leo
B01AB01

Nadroparine

Fraxiparine, Fraxodi
B01AB06

Tinzaparine

Innohep
B01AB10
TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS EXCL HEPARINE

Acetylsalicylzuur (carbasalaatcalcium)

Aspegic, Aspirine, Aspro, Alka-Seltzer (acetylsalicylzuur), Ascal (carbasalaatcalcium)
B01AC06

Clopidogrel

Plavix, Grepid, Iscover
B01AC04

Epoprostenol

Flolan, Veletri
B01AC09
ENZYMEN

Alteplase (r-tPA)

Actilyse, Actilyse Cathflow
B01AD02

Urokinase

Medacinase
B01AD04
DIRECTE TROMBINEREMMERS

Dabigatran

Pradaxa
B01AE07
OVERIGE ANTITHROMBOTICA

Defibrotide

Defitelio
B01AX01
DIRECTE REMMERS VAN FACTOR XA

Rivaroxaban

Xarelto
B01AF01

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Referenties

  1. Aspen Pharma Trading Limited, SPC Orgaran (RVG 15006) 31-10-2018, www.geneesmiddelinformatiebank.nl
  2. ZorgInstituut Nederand, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 4-11-2022, Geraadpleegd 28-10-13
  3. Chan VH, Novel paediatric anticoagulants: a review of the current literature., Blood Coagul Fibrinolysis. , 2010 , Mar;21(2), 144-51
  4. InformatoriumMedicamentorum, Interacties, Geraadpleegd 5-5-2023
  5. NKFK Werkgroep nierfunctiestoornissen, Extrapolatie van KNMP risico analyse "Verminderde nierfunctie" voor volwassenen naar kinderen, 20 Dec 2021

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Wijzigingen

  • 09 mei 2022 16:44: Doseeradvies bij nierfunctiestoornissen aangepast op basis van advies Werkgroep dosering bij nierfunctiestoornissen.

Wijzigingen