Enzym verkregen uit de urine van volwassen mannen. Het is een indirect werkend trombolyticum dat als directe plasminogeenactivator de trombus kan binnendringen en daar plasminogeen omzet in plasmine. Dit breekt fibrine af, waardoor de trombus uiteen valt.
Geen informatie
Poeder voor infusieopl. 10000 IE, 50.000 IE, 100.000 IE, 250.000 IE, 500.000 IE
Trombolytische behandeling van verstopping van centraal veneuze catheter (CVC) |
---|
|
Trombolyse |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Zeer vaak (> 10%): asymptomatische verlaging van hematocrietwaarden. (Verergering van) hematomen of blauwe plekken. Bloedingen uit wonden/punctieplaats. Vaak (1–10%): bloedingen (intracranieel, gastro-intestinaal, retroperitoneaal, van tandvlees, neusbloeding). Koorts. Microhematurie. Embolie. Soms (0,1–1%): urogenitale bloedingen. Koude rillingen. Beroerte. Zelden (0,1–1%): levensbedreigende bloedingen, intrahepatische bloedingscomplicaties. Allergische reacties (voorbijgaande roodheid, urticaria, dyspneu, hypotensie). Zeer zelden (< 0,01%): anafylaxie. Tijdelijke verhoging van transaminasewaarden.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
cave verhoogde bloedingsneiging: puncties, en OK zijn gecontraindiceerd tijdens systemisch werkzame urokinase.
Actieve klinisch relevante bloedingen. Recente operatie. Verhoogde gevoeligheid voor bloedingen bijvoorbeeld ten gevolge van ernstige trombocytopenie, recente maag-darmbloedingen, slokdarmvarices, maag-darmstelselaandoeningen (zoals maligne tumoren, maagzweer, duodenumzweer, acute colitis ulcerosa), ernstige leveraandoeningen, ernstige nierfunctiestoornis, urogenitale aandoeningen (zoals maligne tumoren, urolithiasis), recente bevalling, (dreigende) abortus, vermoede placenta praevia, recente orgaanbiopsie, recente lumbaalpunctie, recente punctie van niet-comprimeerbare vaten (≤ 4 weken), intramusculaire injectie, translumbale aortografie (≤ 4 weken), recente operatie tot primaire wondgenezing, neoplasma, intracranieel aneurysma, cerebrale trombus (ook in de anamnese), arterieveneuze afwijking, aneurysma dissecans, longaandoeningen (zoals caverneuze tuberculose of bronchiëctasieën), recente langdurige externe hartmassage (≤ 10 dagen), recent trauma, recente thoraxoperatie, recente neurochirurgie (≤ 2 maanden). Stollingsstoornissen (zoals hemorragische diathese). Acute cerebrovasculaire manifestatie (zoals intracraniële bloeding, recent cerebrovasculair accident). Ernstige ongecontroleerde hypertensie (diastolisch boven 100 mm Hg; systolisch boven 200 mm Hg, hypertensieve retinopathie graad III of IV). Acute pancreatitis, sepsis, pericarditis, bacteriële endocarditis.
Strenge indicatiestelling, uitsluitend toepassen na overleg hematoloog.
Toediening: bij voorkeur via catheter waarop trombus is gelegen. Tijdens trombolyse geen heparine
Controles voorafgaand aan behandeling: Labcontrole: APTT, PT, VBB, d-dimer, fibrinogeen. Bij neonaten: echo cerebrum
Voorwaarden voor behandeling met urokinase:
Trombo’s > 50-100 x109/L in zieke patiënten
Trombo’s > 50 x109/L in stabiele patiënten
Fibrinogeen > 1.0 mg/L
Normale of minimaal verlengde PT en APTT
Bij laag aantal trombocyten: trombocyten transfusie
Bij laag fibrinogeen: plasma transfusie
In geval van ernstige bloedingen kan als antidotum tranexaminezuur (Cylclokapron) worden gegeven. Risicofactoren zijn onder andere een recente bloeding, operatie, ulcus pepticum, colitis ulcerosa.
Voorzichtigheid is geboden bij matige bloedstollingsstoornissen, ernstige cerebrovasculaire stoornissen die niet gecontra–indiceerd zijn, matige arteriële hypertensie, matige trombocytopenie, vermoede trombus in de linker hartkamer, septische trombotische aandoening in de voorgeschiedenis of wanneer een bloedingshaard moeilijk te bereiken is. Bij hoge leeftijd (> 75 jaar) de effectiviteit van trombolyse afwegen tegen de toenemende kans op een hersenbloeding. Bij atriumfibrilleren of andere aandoeningen met meer kans op cerebrale embolie kan behandeling met urokinase gevaarlijk zijn door een toename van de kans op bloedingen in het infarctgebied. Na hartmassage is er meer kans op complicaties door bloedingen. Arteriële of veneuze invasieve procedures vóór en tijdens behandeling met urokinase zoveel mogelijk vermijden om de kans op bloedingen te beperken. Indien ernstige spontane bloedingen optreden de behandeling onmiddellijk staken. De behandeling dient altijd klinisch plaats te vinden, met voldoende laboratoriumfaciliteiten en voorzieningen om ernstige bloedingen te kunnen behandelen. I.m. injecties en het gebruik van stugge katheters vermijden gedurende de behandeling.
Niet beoordeeld: anticoagulantia of trombocytenaggregatieremmers verhogen het risico op bloedingen.
Tranexaminezuur heeft een antagonistische werking, waarvan therapeutisch gebruik wordt gemaakt bij overdosering van trombolytica.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
VITAMINE K-ANTAGONISTEN | ||
---|---|---|
B01AA07 | ||
Marcoumar
|
B01AA04 |
HEPARINEGROEP | ||
---|---|---|
Fragmin
|
B01AB04 | |
Orgaran
|
B01AB09 | |
B01AB05 | ||
Heparine Leo
|
B01AB01 | |
Heparine Leo
|
B01AB01 | |
Fraxiparine, Fraxodi
|
B01AB06 | |
Innohep
|
B01AB10 |
TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS EXCL HEPARINE | ||
---|---|---|
Aspirine, Aspro, Alka-Seltzer (acetylsalicylzuur), Ascal (carbasalaatcalcium)
|
B01AC06 | |
Plavix, Grepid, Iscover
|
B01AC04 | |
Flolan, Veletri
|
B01AC09 |
ENZYMEN | ||
---|---|---|
Actilyse, Actilyse Cathflow
|
B01AD02 |
DIRECTE TROMBINEREMMERS | ||
---|---|---|
Pradaxa
|
B01AE07 |
OVERIGE ANTITHROMBOTICA | ||
---|---|---|
Defitelio
|
B01AX01 |
DIRECTE REMMERS VAN FACTOR XA | ||
---|---|---|
Xarelto
|
B01AF01 |