Selectief lang werkend β2-sympathicomimeticum. Werking: binnen 1–3 min. Werkingsduur: tot ca. 12 uur.
Geen informatie
Aerosol (fumaraat-2-water) 12 microg/do
Inhalatiepoeder (fumaraat-2-water) 12 microg
Inhalatiepoeder "novolizer" (fumaraat-2-water) 6 microg/do; 12 microg/do
Inhalatiepoeder "patroon voor novolizer" (fumaraat-2-water) 6 microg/do; 12 microg/do
Inhalatiepoeder "clickhaler" (fumaraat-2-water) 12 microg/do
Inhalatiepoeder "easyhaler" (fumaraat-2-water) 12 microg/do
Inhalatiepoeder "turbuhaler" (fumaraat-2-water) 6 microg/do; 12 microg/do
Astma onderhoudsbehandeling |
---|
|
Acute astma aanval |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Centraal zenuwstelsel stimulerende effecten, zich uitend als overprikkelbaarheid en hyperactiviteit, zijn sporadisch gemeld na inhalatie van ß2-sympathicomimetica. Deze effecten zijn voornamelijk waargenomen bij kinderen jonger dan 12
Vaak (1-10%): (dosis-afhankelijk) tremor (vooral van de handen), hoofdpijn, palpitaties, duizeligheid, spierkramp, misselijkheid, hoesten.
Soms (0,1–1%): palpitaties, tachycardie, ritmestoornissen (zoals atriumfibrilleren, supraventriculaire tachycardie, tachyaritmie en extrasystolen), angina pectoris, verandering in de bloeddruk, hypokaliëmie, hyperglykemie, spierpijn agitatie, rusteloosheid, angst, nervositeit, slaapstoornis, smaakstoornis, keelirritatie, droge mond, jeuk, exantheem, zweten, paradoxale bronchospasmen, overgevoeligheidsreacties (zoals urticaria, angio-oedeem), jeuk.
Zelden (0,01-0,1%): nefritis.
Zeer zelden (< 0,01%): trombocytopenie, verlenging van het QT-interval, perifeer oedeem, dyspneu, gedragsstoornissen, hallucinaties en vooral bij kinderen tot 12 jaar overprikkelbaarheid en hyperactiviteit.
Verder is gemeld: huiduitslag.
Behandeling met β2-sympathicomimetica kan resulteren in een toename van insuline, vrije vetzuren, glycerol en ketonlichamen in het bloed.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Overgevoeligheid voor sympathicomimetica. Hypokaliëmie.
Alvorens formoterol voor te schrijven dient een bronchusverwijdende respons door middel van een FEV1 meting voor en na beta-2-mimetica geobjectiveerd te worden. Een alternatief voor longfunctiemetingen bij kinderen jonger dan 6 jaar is een goede reactie op een toegediende LABA of SABA. Er zijn weinig gegevens bekend over het gebruik van formoterol bij kinderen jonger dan 6 jaar.
Langwerkende β2-sympathicomimetica zijn niet geschikt voor de verlichting van acuut astma. In ieder geval bij astma moet formoterol worden gecombineerd met inhalatiecorticosteroïden. Toenemend gebruik van formoterol of kortwerkende bronchusverwijdende middelen duidt op een vermindering van de controle; het behandelschema dient te worden aangepast. De behandeling niet beginnen bij een aanzienlijke verergering of acuut verslechterend astma.
Paradoxale bronchospasmen: Bij optreden van paradoxale bronchospasmen de therapie staken en op een andere behandeling overgaan.
Hypokaliëmie: Bij hypoxie, die bijvoorbeeld bij een ernstige astma-longaanval kan optreden, is er meer kans op hypokaliëmie; controleer de serumkaliumspiegel.
Comorbiditeit: Terughoudend doseren bij de volgende aandoeningen: ernstige hypertensie, aritmieën (in het bijzonder derdegraads AV-blok), idiopathische subvalvulaire aortastenose, hypertrofische obstructieve cardiomyopathie, aneurysma, ischemisch hartlijden, ernstig hartfalen, feochromocytoom, refractaire diabetes mellitus en hyperthyroïdie.
Diabetes mellitus: Bij diabetes mellitus extra bloedglucosecontroles uitvoeren bij begin van de behandeling.
Aangeboren lange-QT-intervalsyndroom (LQTS): Gebruik bij LQTS wordt ontraden.
Relevant: niet-selectieve β-blokkers en β-sympathicomimetica kunnen elkaars werking verminderen. Deze interactie is van klinisch belang bij β2-sympathicomimetica (fenoterol, formoterol, indacaterol, salbutamol, salmeterol en terbutaline) die bij astma of COPD worden toegepast. Bij voorkeur wordt de niet-selectieve β-blokker vervangen.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met selectieve β-blokkers; in hogere dosering kunnen selectieve β-blokkers de werking van β-sympathicomimetica verminderen.
Niet beoordeeld: corticosteroïden, theofylline en diuretica versterken de kaliumverliezende werking van β2-sympathicomimetica.
Corticosteroïden oraal en parenteraal versterken de hyperglykemische werking.
Het risico op ventriculaire aritmieën is verhoogd bij combinatie van β-sympathicomimetica en bij combinatie met andere middelen die het QTc-interval verlengen.
Bromocriptine kan de cardiovasculaire effecten van sympathicomimetica versterken.
Gehalogeneerde inhalatie-anaesthetica sensibiliseren het hart voor sympathicomimetica; voorzichtigheid is geboden bij intraveneuze toediening van β-sympathicomimetica tijdens de anesthesie.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
SELECTIEVE BETA-2-SYMPATHICOMIMETICA | ||
---|---|---|
Ventolin, Airomir
|
R03AC02 | |
Serevent
|
R03AC12 | |
Bricanyl
|
R03AC03 |
SYMPATHICOMIMETICA + CORTICO'S/OVERIGE GNM, EXCL ANTICHOL | ||
---|---|---|
R03AK08 | ||
Flutiform
|
R03AK11 | |
Relvar Ellipta
|
R03AK10 | |
Symbicort, DuoResp Spiromax, Bufoler, AirBuFo Forspiro
|
R03AK07 | |
R03AK06 |
SYMPATHICOMIM. + PARASYMPATHICOLYT. INCL. COMBI CORTICO'S | ||
---|---|---|
Berodual
|
R03AL01 | |
Combivent, Ipramol Steri-Neb
|
R03AL02 |