Combinatie van een langwerkend β2-sympathicomimeticum (salmeterol) en een lokaal werkzaam glucocorticoïd (fluticason).
Geen informatie
Onderhoudsbehandeling astma:
< 4 jaar: Off-label
4-12 jaar: On-label, dosering > 100 mcg salmeterol + 200 mcg fluticasonproprionaat: Off-label
>12 jaar: On-label
Per dosis aerosol:
Salmeterol (als xinafoaat) 25 µg, Fluticasonpropionaat 50 µg,
Salmeterol (als xinafoaat) 25 µg, Fluticasonpropionaat 125 µg,
Salmeterol (als xinafoaat) 25 µg, Fluticasonpropionaat 250 µg,
Per dosis inhalatiepoeder "diskus":
Salmeterol (als xinafoaat) 50 µg, Fluticasonpropionaat 100 µg,
Salmeterol (als xinafoaat) 50 µg, Fluticasonpropionaat 250 µg,
Salmeterol (als xinafoaat) 50 µg, Fluticasonpropionaat 500 µg,
Astma onderhoudsbehandeling |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Groeivertraging, Cushing syndroom, Cushingoide verschijnselen, adrenerge suppressie; angst, slaapstoornissen en gedragsveranderingen waaronder depressie, agressie, hyperactibiteit en prikkelbaarheid.
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn, nasofaryngitis. Vaak (1-10%): heesheid, geïrriteerde keel, candidiasis van mond en keel, sinusitis, bronchitis, pneumonie, spierkramp, hypokaliëmie, kneuzingen, traumatische breuken, artralgie, myalgie. Soms (0,1-1%); dyspneu, hyperglykemie, angst, slaapstoornissen, palpitaties, tachycardie, tremor, cataract, allergische huidreacties. Zelden (0,01–0,1%): bijnierschorssuppressie (incl. Cushingsyndroom), afname botdichtheid. Gedragsveranderingen inclusief hyperactiviteit en prikkelbaarheid (voornamelijk bij kinderen). Allergische reacties zoals gezichts- en orofaryngeaal oedeem, bronchospasmen en anafylactische reacties. Glaucoom. Ritmestoornissen (zoals atriumfibrilleren, supraventriculaire tachycardie en extrasystolen) voornamelijk bij hiervoor gevoelige patiënten. Paradoxale bronchospasmen.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
FDA label warning: verhoogde mortaliteit bij gebruik ICS/LABA bij studies bij volwassenen.
Er zijn wenig gegevens bekend over het gebruik van salmeterol/fluticasone bij kinderen jonger dan 4 jaar. Een combinatiepreparaat met LABA en ICS is medicament in stap 3 van de astmabehandeling, derhalve dient gebruik hiervan in de tweede lijn voorgeschreven te worden volgens de richtlijn van de NHG en de SKL. Niet toepassen als behandeling acute astma aanval.
In het bijzonder bij kinderen tot 16 jaar kan het gebruik van fluticason in een dosering van ≥ 1000 microg/dag risicovol zijn. Er kunnen zich systemische effecten voordoen, in het bijzonder als er gedurende lange periodes hoge doseringen worden voorgeschreven. Mogelijke systemische effecten zijn onder meer Cushing’s syndroom, Cushingoi?de verschijnselen, bijnierschorssuppressie, acute adrenale crisis en groeiachterstand bij kinderen en adolescenten en minder vaak kan een reeks psychologische of gedragseffecten ontstaan, zoals psychomotorische hyperactiviteit, slaapstoornissen, angst, depressie en agressie.Aanbevolen wordt bij kinderen bij langdurige behandeling de groei regelmatig te volgen. Bij groeivertraging de behandeling opnieuw beoordelen en zo mogelijk de dosering verlagen.
Cave dysfonie en candidiasis.
Toediening: Seretide dosisaerosol kan met behulp van de volgende voorzetkamers worden toegediend: Volumatic (> 4 jaar) of Aerochamber plus.
Dit preparaat is niet bestemd voor de behandeling van acute symptomen. De behandeling niet starten tijdens een exacerbatie of een acute achteruitgang van de astmacontrole. De behandeling bij astma niet abrupt staken, wegens de kans op exacerbatie. Toenemend gebruik van kortwerkende bronchusverwijdende middelen duidt op een verslechtering van de astmacontrole; het behandelschema dient te worden aangepast. Bij COPD kan het staken van de behandeling gepaard gaan met een toename van de symptomen. Wees voorzichtig bij hypokaliëmie, diabetes mellitus, ernstige cardiovasculaire aandoeningen (m.n. ernstige hypertensie), ritmestoornissen en hyperthyroïdie. Gebruik bij aangeboren lange-QT-intervalsyndroom (LQTS) wordt ontraden. Bij diabetes mellitus in het begin van de behandeling extra bloedglucosecontroles uitvoeren. Bij optreden van paradoxale bronchospasmen de therapie staken en op een andere behandeling overgaan. Inhalatiecorticosteroïden kunnen bepaalde symptomen van longtuberculose en van bacteriële, virale of door schimmels veroorzaakte luchtweginfecties maskeren; ook kan longtuberculose geactiveerd worden door behandeling met inhalatiecorticosteroïden. Langdurig gebruik van hoge doseringen inhalatiecorticosteroïden kan leiden tot systemische effecten als het Cushingsyndroom (o.a. remming bijnierschorsfunctie, vermindering botdichtheid, cataract, glaucoom en minder vaak psychische stoornissen zoals depressie, angst, hyperactiviteit, agressie). Bij overschakeling van behandeling met systemische corticosteroïden rekening houden met een verminderde bijnierschorsfunctie. Bij fysiek belastende situaties zoals stress of operatieve ingrepen kan een aanvullende dosis systemisch werkend corticosteroïd noodzakelijk zijn. Bij patiënten met COPD kan pneumonie en bronchitis optreden, vooral bij oudere patiënten met een BMI lager dan 25 kg/m² en bij zeer ernstig COPD. Wees voorzichtig met het gebruik bij Afro-Amerikanen, omdat in onderzoek bij deze populatie meer kans op astma-gerelateerde sterfte en levensbedreigende respiratoire gebeurtenissen is geconstateerd bij gebruik van salmeterol.
Interacties fluticason:
Fluticason wordt gemetaboliseerd door CYP3A4.
Relevant: boceprevir, cobicistat, darunavir, itraconazol, ritonavir en tipranavir remmen het metabolisme. Bij combinatie met itraconazol of ritonavir is een aanzienlijk verlaagde cortisolconcentratie en het syndroom van Cushing waargenomen.
Niet relevant: claritromycine, ertromycine, ketoconazol en voriconazol kunnen het metabolisme remmen.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met fluconazol of posaconazol.
Interacties salmeterol:
Relevant: boceprevir, elvitegravir, HIV-proteaseremmers en telaprevir remmen het metabolisme.
Niet beoordeeld: ketoconazol oraal en andere krachtige CYP3A4-remmers kunnen de plasmaconcentratie van per inhalatie toegediend salmeterol verhogen, waardoor het risico op systemische bijwerkingen (waaronder aritmieën) toeneemt.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
SELECTIEVE BETA-2-SYMPATHICOMIMETICA | ||
---|---|---|
Oxis Turbuhaler, Novolizer, Aerolizer, Atimos
|
R03AC13 | |
Ventolin, Airomir
|
R03AC02 | |
Serevent
|
R03AC12 | |
Bricanyl
|
R03AC03 |
SYMPATHICOMIMETICA + CORTICO'S/OVERIGE GNM, EXCL ANTICHOL | ||
---|---|---|
R03AK08 | ||
Flutiform
|
R03AK11 | |
Relvar Ellipta
|
R03AK10 | |
Symbicort, DuoResp Spiromax, Bufoler, AirBuFo Forspiro
|
R03AK07 |
SYMPATHICOMIM. + PARASYMPATHICOLYT. INCL. COMBI CORTICO'S | ||
---|---|---|
Berodual
|
R03AL01 | |
Combivent, Ipramol Steri-Neb
|
R03AL02 |