Off-label
Toon SmPC tekstHeeft overwegend alfa-sympathicomimetisch effect met tevens werking op bèta1-receptoren en nauwelijks effect op bèta2-receptoren. Noradrenaline (norepinefrine) is een krachtige vasoconstrictor, waardoor zowel de diastolische als de systolische bloeddruk stijgt. De hartfrequentie wordt relatief weinig beïnvloed: de positief-inotrope en positief-chronotrope effecten worden gecompenseerd door de reflexbradycardie die optreedt als gevolg van de sterke bloeddrukstijging.
Aanleiding tot het niet meer gebruiken van de International Nonproprietary Name 'norepinefrine' zijn verschillende Centrale Medicatie-incidentie Registratie-meldingen.
Geen informatie
Circulatoire insufficientie |
---|
|
Conc. voor infusieopl. (als waterstoftartraat-1-water) 1 mg/ml
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
SYMPATHICOMIMETICA EN DOPAMINERGICA | ||
---|---|---|
Epipen, Jext, Emerade
|
C01CA24 | |
C01CA07 | ||
C01CA04 | ||
C01CA26 | ||
C01CA06 | ||
C01CA02 | ||
Gutron
|
C01CA17 |
FOSFODIESTERASEREMMERS | ||
---|---|---|
Corotrope
|
C01CE02 |
OVERIGE HARTSTIMULANTIA | ||
---|---|---|
C01CX08 |
Hoofdpijn, duizeligheid, tremor. Ademhalingsmoeilijkheden, apneu, rusteloosheid, angst, slapeloosheid, zwakheid. Anafylactische shock, bronchospasmen, vooral bij astmapatiënten of bij overgevoeligheid voor sulfiet in de anamnese. Precordiale pijn, palpitaties, bradycardie, (fatale) hartritmestoornissen, stresscardiomyopathie, kransslagaderspasme, myocardinfarct. Zwelling van de schildklier. Weefselnecrose op de injectieplaats. Bij langdurig gebruik bij ernstige shock fatale myocarditis, bleekheid, bloedingen, oedeem, necrose van het maag-darmstelsel, nieren of lever.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Overgevoeligheid voor sulfiet.
Uitsluitend voor verhoging van perifere weerstand, niet voor inotrope effect. Bloeddruk stijgt bij gelijkblijvende cardiac-output. Zuurstofbehoefte myocard stijgt.
De infusieplaats en de bloeddruk regelmatig controleren en bedacht zijn op een afname van de bloedtoevoer naar de vitale organen. Bij toediening via de venen van de fossa antecubitalis bestaat een heel klein risico van flebitis. Injectie in de beenvenen moet worden vermeden, in het bijzonder bij ouderen, bij aandoeningen van het perifere vaatstelsel in de onderste extremiteiten, diabetes mellitus en de ziekte van Buerger. Na extravasatie zo snel mogelijk 5–10 mg fentolamine in 10–15 ml NaCl-oplossing in het gebied infiltreren. Voorzichtigheid is geboden bij hyperthyroïdie, hart– en vaatziekten of hypertensie.
Niet beoordeeld: gehalogeneerde inhalatie-anaesthetica sensibiliseren het hart voor sympathicomimetica; voorzichtigheid is geboden bij intraveneuze toediening van noradrenaline tijdens de anesthesie.
Tricyclische antidepressiva en trazodon versterken het bloeddrukverhogende effect van noradrenaline.