Recombinant gehumaniseerd monoklonaal antitoxine-antilichaam, geproduceerd in een ovariumcellijn van de Chinese hamster (CHO-cellen). Bindt met een hoge affiniteit aan Clostridioides difficile-toxine B waardoor het de activiteit ervan neutraliseert. Dit voorkomt bij een deel van de behandelde patiënten de terugkeer van een Clostridioides difficile-infectie (CDI) doordat het passieve immuniteit biedt tegen het toxine, geproduceerd door persisterende of nieuw verworven C. difficile-sporen. In klinisch onderzoek is een significante afname van CDI-terugkeer aangetoond bij patiënten die vooraf een toegenomen kans hadden op een recidief (ca. 16,5% vs. 26,5% bij placebo; waarbij in beide onderzoeksarmen een standaard antibacteriële behandeling gericht tegen Clostridioides difficile werd gegeven).
1-4 jaar (n=20) | 4-7 jaar (n=13) | 7-12 jaar (n=21) | 12-18 jaar (n=37) | |
Geometrisch gemiddelde (%CV) | ||||
Cmax (mcg/ml) | 112 (37,4%) | 136 (32,2 %) | 143 (24,0 %) | 155 (28,2 %) |
T1/2 (dagen) | 18,4 (32 %) | 17,6 (36,6 %) | 18,2 (35,3 %) | 21,7 (22,1 %)* |
Klaring (l/dag) | 0,07 (33,2 %) | 0,116 (44,2 %) | 0,171 (45 %) | 0,24 (33,7 %)* |
Verdelingsvolume (l) | 1,85 (39,1 %) | 2,95 (36,8 %) | 4,51 (27,7 %) | 7,5 (33,3 %)* |
*- n=36; FK parameters, behalve Cmax, konden niet worden bepaald bij één persoon door een
incompleet concentratie-tijdprofiel
Bron: SmPC Zinplava
Infvlst conc 25 mg/ml
Preventie van recidief van een Clostridium difficile infectie |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Het veiligheidsprofiel bij kinderen komt overeen met dat van volwassenen.
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Misselijkheid, diarree. Koorts. Infusiegerelateerde reacties (hypertensie, dyspneu, duizeligheid, vermoeidheid, geclusterd hierbij komen ook hoofdpijn, misselijkheid, diarree en koorts voor) meestal van lichte intensiteit en korte duur (< 24 uur).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Er zijn geen gegevens over herhaalde toediening bij patiënten met een Clostridioides difficile-infectie (CDI). De onderzoeksgegevens zijn beperkt tot een eenmalige CDI-episode waarin een eenmalige toediening van bezlotoxumab heeft plaatsgevonden.
Bezlotoxumab is niet bedoeld als behandeling van een CDI en heeft geen effect op de huidige CDI; daarom toedienen tijdens de antibacteriële behandeling gericht tegen Clostridioides difficile. Er zijn geen gegevens beschikbaar over toediening ná de initiële 10–14 dagen van de antibacteriële behandeling van de CDI.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
NORMAAL HUMAAN IMMUNOGLOBULINE | ||
---|---|---|
Flebogamma, Gammagard, Kiovig, Nanogam, Octagam, Intratect, Gamunex, Privigen
|
J06BA02 | |
Gammaquin, Hizentra, Hyqvia, Cuvitru
|
J06BA01 |
SPECIFIEKE IMMUNOGLOBULINEN | ||
---|---|---|
RhoPhylac, RheDQuin, Rhesonativ
|
J06BB01 | |
Hepatect CP, Uman, Zutectra, Uman Big
|
J06BB04 | |
Tetaquin
|
J06BB02 | |
Variquin
|
J06BB03 |
ANTIVIRALE MONOKLONALE ANTILICHAMEN | ||
---|---|---|
Ronapreve
|
J06BD07 | |
Synagis
|
J06BD01 |