Cefotaxim (als Na-zout)

Stofnaam
Cefotaxim (als Na-zout)
Merknaam
ATC code
J01DD01

Cefotaxim (als Na-zout)

Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties

Voor ouders op Apotheek.nl
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Bactericide, semisynthetisch cefalosporine van de derde generatie. Cefotaxim bindt zich aan penicilline bindende eiwitten in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood. Cefotaxim is resistent tegen ontleding door de meest voorkomende β-lactamasen. Het kan wel worden gehydrolyseerd door breed-spectrum β-lactamasen (ESBL–producerende stammen) en chromosomaal gecodeerde β-lactamasen. De mate van de bactericide werking hangt af van de duur waarin de serumspiegel hoger is dan de minimale remmende concentratie (MIC) van het betreffende pathogeen.

Gewoonlijk gevoelig zijn:

Gram-positief aeroob: Staphylococcus aureus (meticilline–gevoelig; 'MSSA'), Streptococcus agalactiae, Streptococcus pneumoniae (incl. penicilline–resistente stammen) en Streptococcus pyogenes.
Gram-negatief aeroob: Haemophilus influenzae, Moraxella catarrhalis, Morganella morganii, Neisseria gonorrhoeae, Neisseria meningitidis en Proteus mirabilis (uitgezonderd: alle ESBL–producerende stammen).
Overig: Borrelia burgdorferi.

Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij:

Gram-positief aeroob: Staphylococcus epidermidis, Staphylococcus haemolyticus en Staphylococcus hominis.
Gram-negatief aeroob: Citrobacter freundii, Enterobacter cloacae, Klebsiella aerogenes, Proteus vulgaris en Serratia marcescens. Bij Escherichia coli, Klebsiella oxytoca en Klebsiella pneumoniae kán resistentie ook een probleem vormen; de ESBL-producerende stammen van deze bacteriën zijn in ieder geval altijd resistent.
Anaeroob: Bacteroides fragilis.

Inherent resistent zijn:

Gram-positief aeroob: Enterococcus spp., Listeria monocytogenes en Staphylococcus aureus (meticilline–ongevoelig; 'MRSA').
Gram-negatief aeroob: Acinetobacter baumannii, Pseudomonas aeruginosa en Stenotrophomonas maltophilia.
Anaeroob: Clostridioides difficile.
Overig: Chlamydia spp., Chlamydophila spp., Legionella pneumophila, Mycoplasma spp. en Treponema pallidum.

Farmacokinetiek bij kinderen

De klaring van cefotaxim bij neonaten neemt gedurende de eerste dagen na de geboorte duidelijk toe. Tevens blijkt dat de eliminatiehalfwaardetijd bij neonaten, als gevolg van niet volledig ontwikkelde nierklaring, langer is dan bij oudere kinderen en/of volwassenen[Kearns 1995]. De dosering voor neonaten met ECMO hoeft niet aangepast te worden ondanks een groter verdelingsvolume [Ahsman 2010]. De volgende farmacokinetische parameters zijn gevonden[Ahsman 2010; Aujard 1989; Kearns 1995]:

  t½ (uur) Cl (ml/min/kg) Vd (l/kg) Cmax (mg/l)
Prematuren (<7 dg) 3,1-5,7 1,07-1,7 0,34-0,56 159,02
Prematuren (≥7 dg) 2-3,72 1,17-1,87 0,31-0,32 -
A terme neonaten (<7 dg) 2,77-4,04 0,81-2,25 0,28-0,45 -
A terme neonaten (≥7 dg) 2,01 2,33 0,36 -
ECMO 3,5 6 ml/min 1,82 l 98
1 mnd-18 jr 0,8-1,5 0,23-0,63 0,13-1,37 -

Label dosisadvies Kinderformularium

Infecties: on-label; doseringen >200 mg/kg/dag: off-label
Meningitis: On-label
Neonatale gonokokken conjunctivitis: off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Behandeling van ernstige infecties, peri-operatieve profylaxe bij chirurgische ingrepen:
>12 jaar
: 1 g/12 uur; max 12 g/dag. 
28 dagen tot 11 jaar: 50-100 mg/kg/dag; max 150 mg/kg/dag in 2-4 doses. In levensbedreigende situaties max 200 mg/kg/dag.
Premature en voldragen neonaten (0-27 dagen): 50 mg/kg/dag in 2-4 doses, max 150 mg/kg/dag bij zeer ernstige infecties. Bij levensbedreigende situaties max 200 mg/kg/dag.
Meningitis: 
Neonaat 0-7 dagen: 100 mg/kg/dag in 2 doses
Neonaat 8-27 dagen: 150 mg/kg/dag in 3 doses
1 mnd-12 jaar: 150-200 mg/kg/dag in 3-4 doses
12-18 jaar: 6-12 gram/dag om 3-4 doses

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Poeder voor inj.vlst. (als Na-zout) 500 mg, 1000 mg

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Ernstige bacteriele infecties
  • Intraveneus
    • Postnatale leeftijd < 1 week
      [1] [10] [11]
      • 100 mg/kg/dag in 2 doses. Max: 200 mg/kg/dag. Maximale dosering per gift: 50 mg/kg/dosis.
      • Maximale dosering in 4 doses toedienen.

    • Postnatale leeftijd 1 week tot 4 weken
      [1] [10] [11]
      • 150 mg/kg/dag in 3 doses. Max: 200 mg/kg/dag. Maximale dosering per gift: 50 mg/kg/dosis.
      • Maximale dosering in 4 doses toedienen.

    • 1 maand tot 18 jaar
      [10]
      • 150 mg/kg/dag in 3 doses. Max: 200mg/kg/dag, maar niet hoger dan 12 g/dag.
Neonatale gonokokken-conjunctivitis
  • Intramusculair
    • 0 weken tot 4 weken
      [6] [9]
      • 100 mg/kg/dag in 1 dosis éénmalig.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

Aanpassingen als volgt:

GFR 50-80 ml/min/1.73 m2
Dosisaanpassing is niet nodig
GFR 30-50 ml/min/1.73 m2
Dosisaanpassing is niet nodig
GFR 10-30 ml/min/1.73 m2
Dosisaanpassing is niet nodig
GFR < 10 ml/min/1.73 m2
Eerste gift is 100% van normale keerdosis, daarna 50% van de normale keerdosis en interval tussen twee doseringen blijft zoals normaal
Bij Dialyse

Een algemeen advies wordt niet gegeven.

Bijwerkingen bij kinderen

Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, bloedbeeldafwijkingen, tijdelijke verhoging leverenzymen. Lokale reacties na toedienen, rash, buikpijn en hoofdpijn [Jakobs 1992]. Te snelle toediening (in minder dan 1 minuut) via een centraal veneuze catheterkatheter kan leiden tot ernstige hartritmestoornissen. Zelden: pseudomembraneuze colitis.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Zeer vaak (> 10%): pijn op de injectieplaats (i.m.).

Soms (0,1–1%): convulsies (vooral bij hoge dosering of verminderde nierfunctie). Afname van de nierfunctie (vooral in combinatie met een aminoglycoside). Jarisch-Herxheimer reactie met snel optredende koorts, rillingen, vasodilatatie, hypotensie, tachycardie, hoofd- en spierpijn, rigor, hyperventilatie, exacerbatie van huidlaesies, urticaria. Diarree. Koorts. Huiduitslag, jeuk, urticaria. Stijging van serum bilirubine en/of leverenzymwaarden (ALAT, ASAT, AF, γ–GT en/of LDH). Leukopenie, eosinofilie, trombocytopenie. Reacties op de injectieplaats zoals (trombo)flebitis.

Zelden (0,01–0,1%): ernstige acute (incl. fatale) overgevoeligheidsreactie (bv. anafylaxie). Pseudomembraneuze colitis. Neutropenie, agranulocytose en hemolytische anemie; deze verschijnselen zijn reversibel.

Zeer zelden: (< 0,01%): potentieel levensbedreigende aritmie na een snelle bolusinjectie via een centraal veneuze katheter. Acute interstitiële nefritis. Erythema multiforme, Stevens–Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse.

Verder zijn gemeld: angio–oedeem, bronchospasme. Superinfectie. Hoofdpijn, duizeligheid. Bij hoge doseringen of verminderde nierfunctie: encefalopathie (met bv. bewustzijnsveranderingen en abnormale bewegingen). Misselijkheid, braken, maagpijn, buikpijn. Hepatitis (soms met geelzucht). Systemische reacties op lidocaïne (indien voor i.m. injectie het oplosmiddel lidocaïne bevat).

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contraindicaties bij kinderen

Cefotaxim mag niet met lidocaïne gemengd worden (voor intramusculaire toediening) bij kinderen jonger dan 1 jaar [SmPC Claforan].

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

  • overgevoeligheid voor cefalosporinen;
  • eerdere acute en/of ernstige overgevoeligheidsreactie door andere β–lactamantibiotica zoals penicillinen of een carbapenems.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Cefalosporinen kunnen in het algemeen worden gegeven aan patiënten, die overgevoelig zijn voor penicillinen, hoewel kruisreacties zijn gemeld. Speciale zorg is geïndiceerd bij patiënten, die eerder een anafylactische reactie hadden door penicillinen.
Bij de behandeling van sepsis, in geval van gramnegatieve bacteriën, kan een combinatie met een ander geschikt antibioticum zoals een aminoglycoside overwogen worden. Bij de behandeling van de infecties in de buikholte dient men bedacht te zijn dat cefotaxim geen anaerobe dekking heeft.
Pseudomembraneuze colitis kan optreden tijdens het gebruik van antibiotica. Indien zich pseudomembraneuze colitis ontwikkelt, dient de cefotaxim behandeling gestaakt te worden en een geschikte therapie te worden gestart.
Bij langdurig gebruik (langer dan 10 dagen) is controle van bloedbeeld, lever- en nierfunctie gewenst.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Kruisresistentie en kruisovergevoeligheid met andere β–lactamantibiotica kan voorkomen. Wees voorzichtig bij allergieën of astma in de voorgeschiedenis. Laat de patiënt onmiddellijk melden wanneer huid- en slijmvliesreacties optreden; deze reacties dienen eerst te worden gezien voordat doorgegaan wordt met de behandeling. Bij het optreden van een (ernstige) allergische reactie de behandeling beëindigen.

Bij langdurig gebruik (≥ 7 dagen) is controle van bloedbeeld, lever- en nierfunctie gewenst. Bij gelijktijdige toediening van nefrotoxische geneesmiddelen (zie rubriek Interacties), bij ouderen en bij een al bestaande nierinsufficiëntie de nierfunctie regelmatig controleren. Indien een patiënt tijdens de behandeling een anemie ontwikkelt, overweeg de diagnose cefalosporine–geassocieerde anemie en staak de behandeling totdat de oorzaak is vastgesteld. Deze immuun–gemedieerde hemolytische anemie kan fataal verlopen. Bij < 1400 neutrofielen/mm³ de behandeling staken. Eosinofilie en trombocytopenie zijn snel reversibel na het staken van de behandeling.

Wees voorzichtig bij maag-darmproblemen (m.n. colitis) in de voorgeschiedenis. Bij ernstige, aanhoudende (bloederige) diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen; bij een vermoeden hiervan de behandeling direct staken.

Invloed op diagnostische testen: Door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden evenals glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens e.d.).

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Interacties cefalosporines

Relevant:
Het effect van VKA's kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode. Het zogenaamde ´hypoprotrombinemische´ cefamandol remt waarschijnlijk de productie van vitamine K-afhankelijke stollingsfactoren.

Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva, tetracyclines of met TNF-α-antagonisten.

Niet beoordeeld:
Het risico op nefrotoxische verschijnselen wordt verhoogd door combinatie met andere potentieel nefrotoxische middelen, zoals aminoglycosiden, polymyxines en furosemide.

Combinatie met probenecide kan leiden tot een verhoogde plasmaconcentratie van de cefalosporines die in voldoende mate renaal via tubulaire secretie worden geëlimineerd (cefaclor, cefalexine, cefazoline, cefamandol, ceftibuten, cefuroxim, cefotaxim). De interactie met probenecide berust op remming van de tubulaire secretie van het antibioticum.

De werking kan worden geantagoneerd door chlooramfenicol en macroliden.

Interacties antibacteriële middelen algemeen

Relevant:
Het effect van VKA's kan worden versterkt. Het versterkte effect van de VKA kan het gevolg zijn van het effect van de infectie en/of koorts zelf, en soms ook van een interactie van bepaalde antibiotica met VKA’s. Door eliminatie van bacteriële darmflora kan de productie van vitamine K worden verminderd. Ook is er een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende een koortsperiode. Daarnaast remmen sommige antibiotica het metabolisme van de VKA. De interactie is niet relevant bij gebruik van het antibioticum gedurende maximaal 1 dag.

Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva (dit geldt niet voor de enzyminducerende antibiotica rifabutine en rifampicine) of met TNF-α-antagonisten.

OVERIGE BETALACTAM-ANTIBIOTICA

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

CEFALOSPORINES VAN DE EERSTE GENERATIE

Cefalexine

Keforal
J01DB01

Cefazoline

Kefzol
J01DB04
CEFALOSPORINES VAN DE TWEEDE GENERATIE

Cefaclor

Ceclor
J01DC04
J01DC02
CEFALOSPORINES VAN DE DERDE GENERATIE
J01DD02
J01DD52

Ceftibuten

Cedax
J01DD14

Ceftriaxon

Rocephin
J01DD04
CEFALOSPORINES VAN DE VIERDE GENERATIE
J01DE01
MONOBACTAM-ANTIBIOTICA

Aztreonam

Cayston
J01DF01
CARBAPENEM-ANTIBIOTICA

Ertapenem

Invanze
J01DH03
J01DH51

Meropenem

Meronem
J01DH02
OVERIGE CEFALOSPORINES EN PENEMS

Ceftaroline

Zinforo
J01DI02

Referenties

  1. Aujard Y, et al, Pharmacokinetics of cefotaxime and desacetylcefotaxime in the newborn, Diagn Microbiol Infect Dis, 1989, 12, 87-91
  2. Dellagrammaticas HD, et al, Treatment of gram-negative bacterial meningitis in term neonates with third generation cephalosporins plus amikacin., Biol Neonate., 2000, 77, 139-46
  3. Jacobs RF, et al, Safety profile and efficacy of cefotaxime for the treatment of hospitalized children, Clin Infect Dis., 1992, 14, 56-65
  4. Kearns GL, et al, Cefotaxime and desacetylcefotaxime pharmacokinetics in very low birth weight neonates, J Pediatr, 1989, 114, 461-7
  5. Kearns GL, et al, Pharmacokinetics of cefotaxime and desacetylcefotaxime in the young., Diagn Microbiol Infect Dis., 1995, 22, 97-104
  6. Lepage P, et al, Treatment of gonococcal conjunctivitis with a single intramuscular injection of cefotaxime, J Antimicrob Chemother., 1990, 26, 23-7
  7. Tunkel AR, et al, Practice guidelines for the management of bacterial meningitis, Clin Infect Dis, 2004, 39, 1267-84
  8. Ahsman MJ et al. , Pharmacokinetics of cefotaxime and desacetylcefotaxime in infants during extracorporeal membrane oxygenation, Antimicrob Agents Chemother, 2010, May;54(5), 1734-41
  9. LCI., LCI-Richtlijn Gonorroe (1-4-2013), www.lci.nl
  10. Sanofi-aventis Netherlands B.V., SmPC Claforan (RVG 08647/08649) 12-11-2018, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  11. MIP, SmPC Cefotaxim MIP 1 g Inj.-Inf.lsg. (1-31395), 10/2017
  12. ZorgInstituut Nederand, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 4-12-2021
  13. Informatorium Medicamentorum, Interacties, Geraadpleegd 1-4-2022

Wijzigingen

  • 13 oktober 2020 11:04: Indicatie gewijzigd naar ernstige infecties
  • 27 januari 2015 14:05: Na herbeoordeling van de literatuur over toepassing van cefotaxim bij kinderen is het doseeradvies gewijzigd: De gewichtscategorien bij neonaten zijn komen te vervallen. De indicatie is egwijzigd naar ' infecties' (algemeen). De dosering voor kinderen tot 12 jaar is gewijzigd.

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering