β-Sympathicomimeticum met selectieve werking op de β2-adrenerge receptoren. Bij hoge doses neemt de selectiviteit af en grijpt het ook aan op β1-receptoren. Stimulatie van de β2-receptoren leidt tot vorming van cyclisch AMP (cAMP) en proteïnekinase A (PKA). Dit leidt in de longen tot relaxatie van de bronchiale gladde spiercellen en daardoor bronchusverwijding.
Geen informatie
Intraveneus:
<12: Off-label
Inhalatie:
Nebules:
<18 mnd: Off-label
≥18 mnd: On-label
Diskus:
<6 jr: Off-label
≥6 jr: On-label
Aerosol:
<12 jr: Doseringen >400 µg: Off-label
≥12 jr: Doseringen >800 µg: Off-label
Aerosol "ecosal"/"babyhaler"/"volumatic" (als sulfaat) 100 µg/do
Inhalatiepoeder "novolizer"/"diskus"(als sulfaat) 100 µg/do
Inhalatiepoeder "cyclocaps" (als sulfaat) 200 µg, 400 µg
Vernevelvlst. (als sulfaat) 5 mg/ml; "nebule" (als sulfaat) 1 mg/ml; 2 mg/ml; 5 mg/ml
Conc. voor infusieopl. (als sulfaat) 1 mg/ml
Inj.vlst. (als sulfaat) 0,5 mg/ml
Inhalatievloeistof 5 mg/ml bevat benzalkoniumchloride.
Nebule (inhalatievloeistof 1 mg/ml) is vrij van conservans.
Informatie over geneesmiddeltekorten
LAN AANBEVELINGEN EN ALTERNATIEVEN
Kinderen t/m 5 jaar | Niet omzetten naar poeder |
Kinderen 6 t/m 11 jaar | Omzetten naar autohaler of poeder waar mogelijk * |
Kinderen 12-18 jaar | Omzetten naar poeder waar mogelijk * |
* Check inhalatietechniek en kracht, eventueel met InCheck dial
Let op:
Bij acute benauwdheid neemt inhalatiekracht en coördinatie af, dan is een autohaler/redihaler makkelijker dan een poederinhalator
Acute astma aanval |
---|
|
Bronchusverwijding (kortwerkend) bij intermitterende astma klachten |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Vaak (1-10%): tachycardie. Hoofdpijn. Duizeligheid. Zweten. Rusteloosheid. Brandend gevoel van de tong, smaakverandering (slechte, onprettige of ongebruikelijke smaak), misselijkheid. Fijne tremor van handen en vingers (vooral bij hoge doses).
Soms (0,1–1%): palpitaties. Spierkrampen. Irritatie van mond en keel.
Zelden (0,01-0,1%): perifere vasodilatatie. Aritmieën (atriumfibrilleren, supraventriculaire tachycardie, extrasystolen), angina pectoris, bloeddrukverandering. Hoesten, paradoxale bronchospasmen. Hyperactief gedrag, hallucinaties. Hypokaliëmie, hyperglykemie, toename van insuline, vrije vetzuren, glycerol en ketonlichamen in het bloed.
Zeer zelden (< 0,01%):trombocytopenie. Myocardischemie. Overgevoeligheidsreacties (dermatitis, jeuk, urticaria en erytheem, angio-oedeem). Collaps. Lactaatacidose (na verneveling van hoge doses, voornamelijk bij een acute exacerbatie van astma). Nefritis. Overprikkelbaarheid, slaapstoornissen.
Verder is gemeld: tandcariës.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Bij toediening van een beta-2-sympathicoomimeticum bij kinderen jonger dan 1 jaar dient men rekening te houden met mogelijke toename van dyspneu en/of (passagere)hypoxemie door een averechts effect van de ontspanning van de bronchusmusculatuur.
Kortwerkende sympathicomimetica worden toegepast bij (aanvalgewijze) bronchoconstrictie. Zij hebben als monotherapie geen of mogelijk een ongunstig effect op de bronchiale hyperreactiviteit.
Bij onvoldoende asthma controle volgens GINA richtlijn dient overgegaan te worden naar stap 2 volgens SKL astma consensus (toevoegen van een inhalatiecorticosteroid)
De keuze voor de toedieningsvorm is afhankelijk van de leeftijd en de voorkeur van de patient. Het verdient de voorkeur om een dosisaerosol voor te schrijven in combinatie met voorzetkamer in verband met een betere longdepositie: Babyhaler (1-4 jaar), Volumatic (>4 jaar), Aerochamber (met babymasker 0-1jaar; met kindermasker 1-4 jaar; met mondstuk >4 jaar). Bij kinderen onder de 4 jaar dient een voorzetkamer gebruikt te worden in combinatie met een masker. Bij kinderen > 7 jaar is er de optie voor een autohaler of droogpoederinhalator (diskus, Novolizer, Cyclohaler, Easyhaler, Clickhaler) Gebruik van droogpoeder inhalatoren (DPI) door kinderen: de meeste klinische studies zijn gedaan met de Turbuhaler en de diskus. Er zijn weinig tot geen studies bekend over het gebruik van andere DPI's door kinderen tot 12 jaar.
Inhalatie-β2-sympathicomimetica dienen als 'zo nodig' te worden toegepast. Toenemend gebruik van kortwerkende bronchusverwijdende middelen duidt op een vermindering van controle; het behandelschema dient te worden aangepast.
Bij optreden van paradoxale bronchospasmen met een onmiddellijke toename van dyspneu na inhalatie de therapie staken en een ander type snelwerkende bronchusverwijder gebruiken.
Gebruik van hoge doses vermijden bij hypertensie en hyperthyreoïdie. Vanwege kans op hyperglykemie voorzichtig zijn bij verminderde glucosetolerantie en manifeste diabetes mellitus.
Bij verneveling de plasmakaliumspiegel controleren, vanwege de kans op potentieel ernstige hypokaliëmie. Hypoxie vergroot de kans op hypokaliëmie. Bij verneveling tevens controleren op het ontstaan van een stijging van de serumlactaatwaarden en daaruit voortvloeiende metabole acidose (m.n. na toediening van hoge doses bij een acute exacerbatie van astma).
In verband met mogelijk optreden van tandcariës bij kinderen letten op goede mondhygiëne en regelmatig het gebit laten controleren.
Wees voorzichtig bij hartaandoeningen zoals ernstig hartfalen, ritmestoornissen en ischemisch hartlijden, omdat sympathicomimetica cardiovasculaire bijwerkingen kunnen hebben. Bij bestaand hartlijden de patiënt erop wijzen contact met de arts op te nemen bij het optreden van pijn in de borststreek of andere symptomen van verergering van de hartaandoening. Gebruik bij aangeboren lange-QT-intervalsyndroom (LQTS) wordt ontraden.
Algemeen: sympaticomimetica met vooral β2-effect:
Relevant: niet-selectieve β-blokkers en β-sympathicomimetica kunnen elkaars werking verminderen. Deze interactie is van klinisch belang bij β2-sympathicomimetica (fenoterol, formoterol, indacaterol, olodaterol, salbutamol, salmeterol, terbutaline en vilanterol) die bij astma of COPD worden toegepast. Bij voorkeur wordt de niet-selectieve β-blokker vervangen.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met selectieve β-blokkers; in hogere dosering kunnen selectieve β-blokkers de werking van β-sympathicomimetica verminderen.
Niet beoordeeld: corticosteroïden, theofylline en diuretica versterken de kaliumverliezende werking van β2-sympathicomimetica.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
SELECTIEVE BETA-2-SYMPATHICOMIMETICA | ||
---|---|---|
Oxis Turbuhaler, Novolizer, Aerolizer, Atimos
|
R03AC13 | |
Serevent
|
R03AC12 | |
Bricanyl
|
R03AC03 |
SYMPATHICOMIMETICA + CORTICO'S/OVERIGE GNM, EXCL ANTICHOL | ||
---|---|---|
R03AK08 | ||
Flutiform
|
R03AK11 | |
Relvar Ellipta
|
R03AK10 | |
Symbicort, DuoResp Spiromax, Bufoler, AirBuFo Forspiro
|
R03AK07 | |
R03AK06 |
SYMPATHICOMIM. + PARASYMPATHICOLYT. INCL. COMBI CORTICO'S | ||
---|---|---|
Berodual
|
R03AL01 | |
Combivent, Ipramol Steri-Neb
|
R03AL02 |