Desfluraan is een uitsluitend met fluor gehalogeneerd anestheticum. Geeft een dosisgerelateerd tijdelijk verlies van bewustzijn en pijnsensaties, onderdrukking van willekeurige motorische activiteit, modificatie van autonome reflexen en onderdrukking van het respiratoire en cardiovasculaire systeem.
De MAC (minimum alveolaire concentratie) neemt af naar mate de leeftijd vordert.
Inhalatiegas 240 ml
Onderhoud anesthesie | ||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Bij kinderen van 6 jaar en jonger is het risico op bijwerkingen, zoals hoesten en laryngospasmen, verhoogd. Dit treedt met name op als het larynxmasker wordt weggenomen onder diepe anesthesie.
Bij kinderen is postoperatieve agitatie gemeld wat zich kan uiten in desoriëntatie, huilerig gedrag en slaande bewegingen.
Zeer vaak (> 10%): braken, misselijkheid.
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Conjunctivitis. Bradycardie, tachycardie, hypertensie, (nodale) aritmie. Apneu, hoesten, laryngospasmen, adem inhouden, faryngitis. Hypersecretie van speeksel. Verhoogd creatinekinase. Afwijkend elektrocardiogram.
Soms (0,1-1%): agitatie, duizeligheid. Myocardinfarct, myocardischemie. Vasodilatatie. Hypoxie. Myalgie.
Verder zijn gemeld: coagulopathie, leukocytose. Metabole acidose. Convulsies. Oculaire icterus. Hartstilstand, ventrikelfalen, ventriculaire hypokinesie, atriumfibrilleren, verlengd QT-interval, 'torsade de pointes'. Maligne hypertensie, bloedingen, hypotensie, shock. Ademhalingsstilstand, ademhalingsinsufficiëntie, ademnood, bronchospasmen, hemoptoë. Acute pancreatitis, buikpijn. Leverfalen, levernecrose, hepatitis, cytolytische hepatitis, fulminante hepatitis, cholestase, geelzucht, abnormale leverfunctie. Urticaria, erytheem. Rabdomyolyse. Maligne hyperthermie, asthenie. Postoperatieve agitatie (ook bij kinderen; bij hen kan na het ontwaken zich slaande bewegingen voordoen, desoriëntatie en huilerig gedrag). Hyperkaliëmie, hypokaliëmie. Verhoogde waarden van: ALAT, ASAT, bilirubinespiegel, ammoniakgehalte. Abnormale stollingstest. ECG: wijziging ST-T-segment, T-golfinversie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Bronchoconstrictie in de anamnese.
Overgevoeligheid, een contra-indicatie voor algemene anesthesie, bekende of vermoede genetische aanleg voor maligne hyperthermie, en leverfunctiestoornis, geelzucht, leukocytose en eosinofilie of koorts na toediening van een gehalogeneerd anestheticum in de anamnese.
Wees voorzichtig met de toepassing bij kinderen van < 6 jaar voor onderhoud van anesthesie wanneer de luchtweg gezekerd is met een larynx- of gezichtsmasker vanwege meer kans op pulmonale bijwerkingen als hoesten en laryngospasmen, vooral wanneer tijdens diepe anesthesie het larynxmasker wordt weggenomen. Voorzichtig zijn met de toepassing bij kinderen met een voorgeschiedenis van een recente infectie van de bovenste luchtwegen vanwege mogelijke luchtwegvernauwing en een verhoogde luchtwegweerstand.
Doordat kortstondige agitatie mogelijk is na het ontwaken kunnen kinderen tijdelijk verminderd coöperatief zijn.
Desfluraan kan vooral bij kinderen leiden tot een verhoogde druk in het midden-oor. Monitoring van de druk in het midden oor tijdens anaesthesie wordt aangeraden (SmPC Piramal)
Fatale maligne hyperthermie is gemeld. Hypercapnie is een teken hiervan, eventueel gepaard gaand met spierstijfheid, tachycardie, tachypneu, cyanose, aritmie en/of instabiele bloeddruk. Stop de inducerende middelen, geef i.v.-dantroleen en ondersteunende behandeling. Nierinsufficiëntie kan later optreden.
Inhalatieanaesthetica kunnen hyperkaliëmie geven. Postoperatief kunnen mogelijk fatale cardiale aritmieën optreden. Patiënten met spierdystrofie (m.n. Duchenne) zijn meer gevoelig. Bij deze patiënten is ook een significante stijging van de creatinekinasewaarde in het serum en soms myoglobinurie vast te stellen. Ondanks gelijkenissen met maligne hyperthermie wordt in deze gevallen geen spierstijfheid of een verhoogde stofwisseling vastgesteld. Indien hyperkaliëmie en resistente aritmieën optreden deze agressief behandelen.
Desfluraan relaxeert de baarmoeder en verlaagt de doorbloeding van baarmoeder en placenta.
Cirrose, virale hepatitis of een andere leveraandoening kan een reden zijn om een ander dan een gehalogeneerd anestheticum te kiezen.
Desfluraan kan aanleiding geven tot een toename van de cerebrospinale vloeistof en/of intracraniële druk bij patiënten met een ruimte-innemend proces in de schedel. Bij dergelijke patiënten een MAC van ≤ 0,8% desfluraan geven, gecombineerd met inductie met een barbituraat en hyperventilatie voorafgaand aan de craniale decompressie.
Wanneer tijdens het onderhoud van de anesthesie, stijging van hartslag en bloeddruk optreden na snelle incrementele verhogingen van de eindexpiratoire concentratie desfluraan, wijst dit op sympathische activering en niet op een ontoereikende anesthesie; de wijzigingen in hartslag en bloeddruk verdwijnen vanzelf in ca. vier minuten. Een wijziging van bloeddruk of hartslag vóór of zonder verhoging van de concentratie desfluraan, kan wel wijzen op een (te) lichte anesthesie. Desfluraan niet als enig middel gebruiken bij patiënten met een risico voor coronaire aandoening of bij wie stijging van hartslag of bloeddruk (door toename (nor)adrenalinespiegel) niet gewenst is; combineer bijvoorbeeld, met i.v.-opioïden en hypnotica. Voorzichtig zijn bij patiënten gevoelig voor verlenging van het QT-interval of als gelijktijdige geneesmiddelen gebruikt worden die het QT-interval kunnen verlengen.
De toediening bij verzwakte, hypotensieve en/of hypovolemische patiënten is niet uitgebreid onderzocht; toepassing van een lagere concentratie wordt aanbevolen.
Er is onvoldoende ervaring met de herhaalde toepassing van desfluraan binnen een kort tijdsbestek; net als bij andere gehalogeneerde anesthetica voorzichtig zijn bij herhaald gebruik binnen een korte termijn.
Vanwege de snelle ontwaking tijdig analgesie geven.
Desfluraan niet gebruiken voor de inductie van anesthesie in verband met bijwerkingen zoals hoesten, apneu, laryngospasmen en verhoogde speekselafscheiding. Daarnaast kunnen de systemische en pulmonale bloeddruk stijgen tijdens de inductie.
Bij patiënten met myasthenia gravis is er meer kans op ademhalingsdepressie.
Vermijd autorijden en het bedienen van zware machines gedurende 24 uur na de toediening.
Niet beoordeeld: het versterkt de werking van suxamethonium.
Interacties inhalatie anesthetica algemeen:
Niet beoordeeld: gehalogeneerde anesthetica versterken de spierverslappende werking van niet-depolariserende spierrelaxantia. De dosering van het spierrelaxans kan met een derde tot de helft worden verlaagd. Lachgas heeft dit effect niet.
Bij combinatie van gehalogeneerde anesthetica met adrenaline of noradrenaline kunnen hartritmestoornissen optreden.
Combinatie van gehalogeneerde anesthetica met amfetamine of efedrine verhoogt het risico op plotselinge bloeddrukverhoging tijdens de operatie.
Bij gebruik van β-blokkers tijdens de ingreep kan het cardiovasculaire compensatiemechanisme worden geblokkeerd. Dit kan leiden tot versterking van de negatief-inotrope en negatief-chronotrope effecten. Therapie met een β-blokker kan echter meestal worden voortgezet tijdens inhalatie-anesthesie met gehalogeneerde anesthetica. Tijdens de ingreep kan de werking van β-blokkers worden onderdrukt door β-sympathicomimetica.
Combinatie van gehalogeneerde anesthetica met vasodilatantia kan het hypotensieve effect versterken.
De werking van gehalogeneerde anesthetica kan worden versterkt door opioïden.
Combinatie met opioïden, zoals fentanyl en remifentanil, verlaagt de MAC van de anesthetica.
Bij combinatie van gehalogeneerde anesthetica met lachgas neemt de MAC af.
Bij combinatie van gehalogeneerde anesthetica met isoniazide kunnen de hepatotoxische effecten van isoniazide worden versterkt. Geadviseerd wordt 1 week voorafgaand aan de ingreep tot 15 dagen na de ingreep de behandeling met isoniazide te staken.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN | ||
---|---|---|
Sedaconda
|
N01AB06 | |
Sevorane
|
N01AB08 |
BARBITURATEN | ||
---|---|---|
Pentothal
|
N01AF03 |
OPIOIDE ANAESTHETICA | ||
---|---|---|
Rapifen
|
N01AH02 | |
N01AH01 | ||
Ultiva
|
N01AH06 | |
Sufenta, Dzuveo
|
N01AH03 |
OVERIGE ALGEMENE ANAESTHETICA | ||
---|---|---|
Ketanest S
|
N01AX14 | |
Etomidaat lipuro
|
N01AX07 | |
N01AX11 | ||
Diprivan, Propofol Lipuro
|
N01AX10 |