Tuberculose: On-label
(verdenking) Tuberculeuze meningitis / miliaire TBC / gewricht- of bot TBC: Off-label
Tuberculostaticum, in hoge doseringen werkt het bactericide. Het werkingsmechanisme is niet geheel bekend, een van de belangrijkste effecten lijkt de remming van de mycolzuursynthese in de celwand van de bacterie. Het werkingsspectrum is smal en omvat alleen mycobacteriën (zowel intra- als extracellulair).
Geen informatie
Tuberculose, (verdenking) Tuberculeuze meningitis / miliaire TBC / gewricht- of bot TBC |
---|
|
Tablet 200 mg
Drank 10 mg/ml FNA
Inj.vlst. 100 mg/ml FNA
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Mycobutin
|
J04AB04 | |
Rifadin
|
J04AB02 |
OVERIGE TUBERCULOSEMIDDELEN | ||
---|---|---|
Sirturo
|
J04AK05 | |
Myambutol
|
J04AK02 | |
J04AK01 |
Hepatotoxiciteit en neuropathieën.
Ernstige hepatitis, in het bijzonder bij ouderen, alcoholgebruikers en bij gecombineerde therapie met rifampicine. Verhoogde serumtransaminasewaarden, geelzucht, bilirubinemie. Neurotoxische reacties: perifere neuritis (hiertegen kan profylactisch 10 mg – max. 50 mg pyridoxine worden gegeven), convulsies, optische neuritis, psychische veranderingen, spiertrekkingen, duizeligheid, ataxie, paresthesie, stupor en toxische encefalopathie. Voorts: overgevoeligheidsreacties (koorts, huidreacties, vasculitis; zelden lymfadenopathie, hypotensie), hematologische reacties (agranulocytose, eosinofilie, trombocytopenie, anemie), maag-darmstoornissen (misselijkheid, braken, droge mond, epigastrisch ongemak) en reumatische symptomen. Zelden: LE-achtig syndroom, potentiestoornissen, gynaecomastie, syndroom van Cushing, amenorroe, hyperglykemie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Acute leverziekte. Ernstige isoniazide-geassocieerde leverschade of ernstige isoniazide-geassocieerde bijwerkingen in de anamnese.
Regelmatige controle van de leverfunctie wordt aanbevolen. Toevoegen van pyridoxine 1 dd 20 mg aan de isoniazide ter preventie van neuropathie is alleen nodig bij kinderen die borstvoeding krijgen en bij adolescenten en kinderen met een insufficient dieet. Cave convulsies.
Bepaling van de plasmaconcentratie is mogelijk bij patienten met polyneuropathieën en/of leverfunctiestoornissen:
T=0:<0,5 mg/l
Voorzichtigheid is geboden bij epilepsie of andere neurologische aandoeningen, bij alcoholisten, AIDS-patiënten, ernstige nierfunctiestoornissen, diabetes mellitus, chronische leverziekte. Serumtransaminasespiegel bepalen bij begin van en periodiek tijdens de therapie. Pyridoxineprofylaxe (20–50 mg per dag, bij kinderen 10 mg per dag) toepassen bij een dosering van 5 mg/kg per dag, bij langzame acetyleerders, bij nierfunctiestoornissen, diabetes mellitus, bij ouderen, alcoholisten en ondervoede kinderen. Regelmatige controle van de leverfunctie wordt aanbevolen. De toediening staken bij ernstige of progressieve leverfunctiestoornissen en bij optreden van overgevoeligheidsreacties. Patiënten met chronisch leverlijden of ernstige nierfunctiestoornissen hebben meer kans op bijwerkingen.
Relevant: de plasmaconcentratie van carbamazepine, fenytoïne en theofylline kan stijgen doordat isoniazide het metabolisme remt.
De werking van cumarinederivaten kan worden versterkt.
Niet relevant: het metabolisme van alprazolam of midazolam wordt geremd door remming van CYP3A4.
De plasmaconcentratie van ketoconazol en mogelijk itraconazol kan dalen.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met disulfiram.
Niet beoordeeld: de absorptie neemt af door aluminiumbevattende antacida.
De plasmaconcentratie kan dalen door corticosteroïden.
Het risico op bijwerkingen op het centraal zenuwstelstel neemt toe bij gelijktijdig gebruik van diazepam of cycloserine.
Bij gelijktijdig (chronisch) gebruik van alcohol neemt het risico op hepatotoxiciteit toe.
In combinatie met rifampicine kan het risico op hepatotoxische reacties toenemen.
Isoniazide heeft MAO-remmende eigenschappen, hierdoor kunnen zich interacties voordoen met tyraminerijk voedsel (zie inleidende tekst Psychofarmaca, Antidepressiva, MAO-remmers). In incidentele gevallen zijn blozen, hoofdpijn, hypertensie, ademhalingsproblemen, misselijkheid en tachycardie gemeld.
Isoniazide kan ook histaminase remmen, waardoor bij histaminerijk voedsel (onder andere vis) reacties als hoofdpijn en jeuk kunnen optreden.