Pijnbestrijding, intrathecaal: off-label
Pijnbestrijding epiduraal:
< 1 jaar: off-label
> 1 jaar: On-label, doseringen > 2 mg/kg Off-label
Lokaal anestheticum van het amidetype. Bupivacaïne blokkeert natriumkanalen van zenuwcellen, waardoor geen depolarisatie van de zenuwcel kan optreden. Dit verhindert tijdelijk en reversibel de prikkelgeleiding in perifere zenuwbanen. De oplossingen geven in oplopende sterkte een diepere motorische blokkade.
Geen informatie
Spinale anesthesie |
---|
|
Lokale verdoving |
---|
|
Inj.vlst. (hydrochloride als 1-water) 2.5 mg/ml; 5 mg/ml, 7.5 mg/ml
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
AMIDEN | ||
---|---|---|
Chirocaine
|
N01BB10 | |
Xylocaine
|
N01BB02 | |
Instillagel, Cathejell
|
N01BB52 | |
Emla, Rapydan
|
N01BB20 | |
N01BB03 | ||
Citanest
|
N01BB04 | |
Naropin
|
N01BB09 |
ESTERS VAN BENZOEZUUR | ||
---|---|---|
N01BC01 |
Bupivacaine in combinatie met adrenaline: duizeligheid, gestoorde spraak, cardio-respiratoire depressie, insulten.
Bijwerkingen op lokale anesthetica van het amidetype zijn zeldzaam, maar kunnen voorkomen als gevolg van overdosering of onbedoelde intravasculaire injectie en kunnen ernstig zijn. Gevoeligheid voor meerdere geneesmiddelen van het amidetype is gemeld binnen deze groep lokale anesthetica.
Zeer vaak (> 10%): hypotensie, misselijkheid.
Vaak (1-10%): paresthesieën, duizeligheid, bradycardie, hypertensie, braken, urineretentie. Bij de liposomale dispersie: dysgeusie, orale hypo-esthesie.
Soms (0,1-1%): tekenen en symptomen van toxiciteit van het CZS (convulsies, paresthesie rond de mond, verdoofd gevoel van de tong, hyperacusis, visusstoornissen, bewustzijnsverlies, tremor, licht gevoel in het hoofd, tinnitus, dysartrie).
Zelden: allergische reacties, anafylactische reactie/shock, neuropathie, zenuwbeschadiging, arachnoïditis, pareses en paraplegie, diplopie, hartstilstand, hartaritmieën, ademhalingsdepressie.
Verder: epiduraal abces, chondrolyse na continue, intra-articulaire infusie met name in het schoudergewricht. Bij epidurale anesthesie of perifere zenuwblokkade zijn hartstilstand en sterfte gemeld.
Specifiek na spinale toediening ook:
Vaak: postpunctiehoofdpijn, incontinentie.
Verder: meningitis, onbedoelde totale spinale blokkade, verlies van sfinctercontrole, aanhoudende anesthesie. Door lokale anesthetica veroorzaakte systemische toxiciteit (LAST).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Niet toepassen bij i.v. regionale anesthesie in verband met cardiotoxiciteit. Bupivacaine in combinatie met adrenaline is gecontraindiceerd bij anatomische eindarterieen.
Voor intrathecale of epidurale anesthesie tevens:
Voor liposomale dispersie tevens:
Monitoring met saturatiemeter en/of respiratie ECG monitor en bloeddrukmeting. Blaascatheter ivm mictiestoornissen.
Let op: de verschillende formuleringen van bupivacaïne zijn niet bio-equivalent.
Vóór toediening dienen materialen voor bewaking en resuscitatie onder handbereik te zijn. Voorkom toxische verschijnselen door altijd de laagst mogelijke concentratie te gebruiken en te aspireren alvorens te injecteren, zodat niet per ongeluk een intravasculaire injectie kan worden gegeven. Wees extra voorzichtig bij injecties in zeer vaatrijke gebieden, zoals in de mondholte, pararectaal, paravaginaal en in de penis.
Wees voorzichtig bij (partieel) AV-blok, ernstige lever- en nierfunctiestoornissen, een slechte algehele conditie en bij ouderen. Bij een verminderde cardiovasculaire functie voorzichtig zijn met epidurale anesthesie.
Vóór epidurale anesthesie wordt een testdosis van 3–5 ml bupivacaïne, bij voorkeur met adrenaline, aanbevolen. Intravasculaire injectie leidt tot toename van de hartfrequentie. Na herhaalde controle van de hartfrequentie gedurende vijf minuten volgend op de testdosis kan – na opnieuw te hebben geaspireerd – de volledige dosis, onder voortdurend mondeling contact met de patiënt, langzaam worden ingespoten. Indien licht toxische verschijnselen optreden, de toediening onmiddellijk staken.
Epidurale anesthesie kan tot hypotensie of bradycardie leiden; behandel hypotensie onmiddellijk met een i.v.-sympathicomimeticum; herhaal dat zo nodig.
Houd rekening met kruisovergevoeligheid met andere lokale anesthetica van het amidetype.
Bestaande hypokaliëmie, acidose en hypoxie vermeerderen de kans op bijwerkingen in het zenuw- en vaatstelsel.
Bij retrobulbaire injectie kunnen door lekken tijdelijk blindheid, cardiovasculaire collaps, apneu of convulsies optreden. Onmiddellijke behandeling is vereist. Bij retro- en peribulbaire injectie is er een kleine kans op persisterende oculaire spierdisfunctie.
Gezien de lange werkingsduur is bij toepassing van dit lokale anestheticum minder vaak een oplossing met een vasoconstrictor nodig.
Vermijd continue intra-articulaire infusie omdat de effectiviteit en veiligheid niet zijn vastgesteld en vanwege meldingen van chondrolyse.
Overweeg bij een (matig-)ernstige leverfunctiestoornis meer controle; bupivacaïne wordt afgebroken via de lever.
De kans op toxische reacties neemt toe bij een nierfunctiestoornis. De renale eliminatie wordt versneld door aanzuring van de urine.
Liposomale dispersie: de fabrikant meldt dat tijdelijk (tot 5 dagen) verlies van sensorische en motorische functies kan optreden, daarom wordt het niet aanbevolen als femorale zenuwblokkade in het geval vroege mobilisatie deel uitmaakt van het herstelplan.
Niet beoordeeld: bij combinatie met klasse III-antiaritmica kunnen de cardiovasculaire effecten additief zijn.
Interacties lokale anesthetica algemeen
Niet beoordeeld: lokale anesthetica van het ester-type zijn derivaten van 4-aminobenzoëzuur en zouden de werking van sulfonamiden kunnen antagoneren.
Combinatie met een vasoconstrictor
Inhalatie-anesthetica kunnen het hart sensibiliseren voor catecholamines, waardoor hartritmestoornissen kunnen optreden.
Bij gebruik van een niet-selectieve β-blokker kan ernstige hypertensie en bradycardie optreden.
Bij gebruik van methylergometrine, ergotamine of van andere vasoconstrictiva kunnen aanhoudende hypertensie of cerebrovasculaire accidenten ontstaan.
Het bloeddrukverhogende effect van adrenaline kan door tricyclische antidepressiva worden versterkt.
Fenothiazines kunnen het bloeddrukverhogende effect van adrenaline verminderen of omkeren.