On-label
Toon SmPC tekstRivaroxaban is een zeer selectieve, directe factor Xa-remmer. Remming van factor Xa onderbreekt zowel de intrinsieke als de extrinsieke route van de bloedstollingscascade.
De gemiddelde t½ (geschat met farmacokinetische populatiemodellering) daalt naarmate de leeftijd daalt en varieert van 4,2 uur bij adolescenten tot ongeveer 3 uur bij kinderen 2-12 jaar, 1,9 uur bij kinderen 0.5 tot 2 jaar en 1,6 uur bij kinderen jonger dan 0.5 jaar.
Cl en Vss na orale toediening zijn afhankelijk van het lichaamsgewicht en werden op basis van farmacokinetische populatiemodellering bij kinderen geschat op gemiddeld 8 L/uur respectievelijk 113 L voor een persoon van 82,8 kg.
[SmPC Xarelto]
Behandeling van veneuze trombo-embolie en preventie van recidiverende veneuze trombo-embolie |
---|
|
Tablet 2,5 mg, 10 mg, 15 mg, 20 mg
Granulaat voor orale suspensie 1 mg/ml
Tabletten kunnen verpulverd worden en ingenomen met water.
> 1 jaar
> 50 - 80 mL/min/1.73 m2: Aanpassing niet nodig (gebaseerd op data bij volwassenen en beperkte data bij kinderen)
< 50 mL/min/1.73 m2: geen data beschikbaar
< 1 jaar: niet geven aan kinderen met een serumcreatine boven het 97,5e percentiel
VITAMINE K-ANTAGONISTEN | ||
---|---|---|
B01AA07 | ||
Marcoumar
|
B01AA04 |
HEPARINEGROEP | ||
---|---|---|
Fragmin
|
B01AB04 | |
Orgaran
|
B01AB09 | |
B01AB05 | ||
Heparine Leo
|
B01AB01 | |
Fraxiparine, Fraxodi
|
B01AB06 | |
Innohep
|
B01AB10 |
TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS EXCL HEPARINE | ||
---|---|---|
Aspegic, Aspirine, Aspro, Alka-Seltzer (acetylsalicylzuur), Ascal (carbasalaatcalcium)
|
B01AC06 | |
Flolan, Veletri
|
B01AC09 |
ENZYMEN | ||
---|---|---|
Actilyse
|
B01AD02 | |
Medacinase
|
B01AD04 |
DIRECTE TROMBINEREMMERS | ||
---|---|---|
Pradaxa
|
B01AE07 |
OVERIGE ANTITHROMBOTICA | ||
---|---|---|
Defitelio
|
B01AX01 |
In het algemeen was het veiligheidsprofiel bij de 412 kinderen en adolescenten die werden behandeld met rivaroxaban vergelijkbaar met die waargenomen bij de volwassen populatie en consistent over de leeftijdssubgroepen. De bijwerkingen bij kinderen waren voornamelijk licht tot matig van ernst.
De volgende bijwerkingen werden vaker gemeld bij kinderen dan bij volwassenen:
Zeer vaak: hoofdpijn, koorts, epistaxis, braken
Vaak: tachycardie, toename van bilirubine, menorragie, trombocytopenie
Soms: toename van geconjugeerd bilirubine
Vaak (1-10%): anemie. Duizeligheid, hoofdpijn. Hemorragie van de ogen, hemorragie van het maag-darmkanaal, postprocedurele hemorragie (incl. postoperatieve anemie en wondhemorragie), urogenitale hemorragie (incl. abnormale vaginale of toegenomen menstruele bloedingen), epistaxis, tandvleesbloeding. Bloed ophoesten. Hypotensie. Misselijkheid, braken, obstipatie, diarree, abdominale en gastro-intestinale pijn, dyspepsie. (Gegeneraliseerde) pruritus, huiduitslag, ecchymose, (sub–)cutane hemorragie, kneuzing, pijn in extremiteiten, hematoom. Koorts. Perifeer oedeem. Verminderde kracht en energie (incl. vermoeidheid, asthenie). Verhoogde transaminasenwaarden. Verminderde nierfunctie (incl. verhoogde creatinine–, ureumconcentraties).
Soms (0,1-1%): trombocytose (incl. verhoogde aantallen plaatjes), trombocytopenie. Tachycardie. Allergische reactie, allergische dermatitis, angio-oedeem, allergisch oedeem. Cerebrale/intracraniële hemorragie, syncope. Droge mond. Urticaria. Hemartrose. Malaise. Leverfunctiestoornis. Verhoogde γ-GT, lipase, amylase, bloedbilirubine, LDH en alkalische fosfatase.
Zelden (0,01-0,1%): spierhemorragie. Geelzucht. Cholestase, hepatitis (incl. hepatocellulaire schade). Verhoogd geconjugeerd bilirubine. Pseudo–aneurysmavorming na percutane interventie. Gelokaliseerd oedeem bij een electieve heup- of knievervangende operatie.
Zeer zelden (< 0,01%): anafylactische reacties (incl. shock). Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. DRESS-syndroom.
Verder zijn gemeld: compartimentsyndroom ten gevolge van een bloeding. (Acuut) nierfalen door hypoperfusie bij bloeding.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Rivaroxaban is substraat voor CYP3A4, CYP2J2 en P-gp.
Relevant:
Afname rivaroxaban: de concentratie daalt door krachtige CYP3A4-inductoren en etravirine; de combinatie wordt ontraden.
Toename rivaroxaban: de concentratie stijgt door atazanavir, fluconazol en krachtige CYP3A4-remmers; de combinatie moet worden vermeden.
Niet relevant:
Toename rivaroxaban: de concentratie stijgt door verapamil.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met een protonpompremmer.
Niet beoordeeld:
Combinatie met de overige HIV-proteaseremmers wordt ontraden.
Bij combinatie met clopidogrel is verlenging van de bloedingstijd waargenomen die niet samenhing met de trombocytenaggregatie.
Grapefruitsap kan mogelijk de biologische beschikbaarheid verhogen door remming van CYP3A4. Bij kortdurend gebruik van 1 glas of 2 grapefruits per dag is het risico op bijwerkingen laag.
Interacties direct werkende anticoagulantie algemeen
De DOAC's worden op verschillende wijze gemetaboliseerd, daarom kunnen de interacties per DOAC verschillend zijn.
Relevant:
De bloedingsneiging neemt toe bij combinatie met acalabrutinib, ibrutinib, NSAID's en salicylaten in antitrombotische dosering.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met SSRI's.
Niet beoordeeld:
Het bloedingsrisico neemt toe bij combinatie met trombocytenaggregatieremmers, trombolytica, VKA's, heparine of een LMWH. Volgens de productinformatie is combinatie gecontraïndiceerd met VKA's, heparine of een LMWH, behalve bij overstappen van of naar de DOAC, of wanneer heparine wordt gegeven in doses die noodzakelijk zijn om een centrale veneuze of arteriële katheter open te houden.
Het bloedingsrisico kan toenemen bij combinatie met duloxetine en venlafaxine.