Combinatie van een langwerkend β2-sympathicomimeticum (formoterol) en een lokaal werkzaam glucocorticoïd (beclometason). Een onderzoek naar de longdepositie uitgevoerd met dosisaerosol '100/6' bij patiënten met stabiel COPD en astma-patiënten, toonde aan dat gemiddeld 33% van de nominale dosis in de longen van COPD-patiënten terecht komt; bij patiënten met astma 31%. De longdepositie van de poederinhalator is 42% van de nominale dosis met een homogene depositie door de gehele luchtwegen.
De volgende kinetische parameters zijn gevonden bij gebruik van 200/24 µg combinatieproduct bij kinderen 6-11 jaar [Chawes 2014] [Govoni 2015]:
Beclometason-17-monopropionaat
Dosisaerosol met voorzetkamer | Droogpoederinhalator | |
Gemiddelde Cmax (pg/ml) | 572 ± 214 | 740 ± 224 |
Mediane tmax (uur) | 0,5 | 0,5 |
Gemiddelde t1/2 (uur) | 2,1 ± 1,0 | 2,6 ± 0,7 |
Formoterol
Dosisaerosol met voorzetkamer | Droogpoederinhalator | |
Gemiddelde Cmax (pg/ml) | 19,1 ± 6,8 | 74,7 ± 20,2 |
Mediane tmax (uur) | 0,5 | 0,3 |
Gemiddelde t1/2 (uur) | 4,3 ± 1,7 | 3,6 ± 0,7 |
Chawes 2014 laat zien dat bij gebruik van een droogpoederinhalator de systemische blootstelling aan formoterol bij kinderen 6-11 jaar verdubbeld is t.o.v. volwassenen en dat systemische blootstelling aan beclometason vergelijkbaar is met volwassenen ondanks een gehalveerde dosering (200/24 µg t.o.v. 400/24 µg).
Govoni 2015 laat zien dat bij gebruik van een aerosol de systemische blootstelling aan formoterol bij kinderen 6-11 jaar equivalent is aan die van volwassenen en dat systemische blootstelling aan beclometason gehalveerd is t.o.v. volwassenen wat in overeenstemming is met de gehalveerde dosering (200/24 µg t.o.v. 400/24 µg). Systemische blootstelling aan beclometason en formoterol bij gebruik van de aerosol was bovendien equivalent tussen adolescenten en volwassenen.
De volgende kinetische parameters zijn gevonden bij gebruik van 400/24 µg combinatieproduct bij adolescenten 12-17 jaar [Chawes 2014] [Govoni 2015]:
Beclometason-17-monopropionaat
Dosisaerosol met voorzetkamer | Droogpoederinhalator | |
Gemiddelde Cmax (pg/ml) | 878 ± 320 | 998 |
Mediane tmax (uur) | 0,5 | 0,5 |
Gemiddelde t1/2 (uur) | 3,0 ± 0,7 | 2,6 |
Formoterol
Dosisaerosol met voorzetkamer | Droogpoederinhalator | |
Gemiddelde Cmax (pg/ml) | 21,4 ± 7,1 | 52,3 ± 18,3 |
Mediane tmax (uur) | 0,5 | 0,3 |
Gemiddelde t1/2 (uur) | 4,6 ± 1,4 | 4,0 ± 0,9 |
Per do inhalatiepoeder ‘Nexthaler’ en dosisaerosol: formoterol(fumaraat) 6 microg, beclometason(dipropionaat) 100 microg
Astma |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Zeer zelden (<0,01%) Groeivertraging bij kinderen en adolescenten [SmPC].
Gedragsstoornissen.
Vaak (1-10%): heesheid. (Naso)faryngitis, orale candidiasis. Hoofdpijn.
Soms (0,1-1%): droge mond, geïrriteerde keel, brandend gevoel aan de lippen, dyspepsie, dysfagie, dysgeusie, misselijkheid, diarree. Hoesten, farynx-erytheem. Orofaryngeale of oesofageale candidiasis, orale schimmelinfectie, gastro–enteritis, sinusitis, rinitis, influenza, vulvovaginale candidiasis. Palpitaties, tachycardie, tachyaritmie, sinusbradycardie, verlenging QT-interval, ECG-veranderingen, myocardischemie, atriumfibrilleren (bij COPD-patiënten). Tremor, duizeligheid. Vermoeidheid. Hyperemie, blozen. Otosalpingitis. Rusteloosheid, geïrriteerdheid. Granulocytopenie. Allergische huidreacties (zoals exantheem, urticaria, jeuk), hyperhidrose. Spierspasmen, spierpijn. Bloeddrukverhoging. Verhoging van waarden insuline in bloed, ketonlichamen, vrije vetzuren en C-reactieve proteïne. Verhoogde bloedplaatjestelling. Afname cortisol in bloed en urine. Hypokaliëmie, hyperglykemie, hypertriglyceridemie. Pneumonie (bij COPD-patiënten).
Zelden (0,01-0,1%): ventriculaire extrasystolen, angina pectoris. Paradoxale bronchoconstrictie. Angio-oedeem. Nefritis. Bloeddrukverlaging.
Zeer zelden (< 0,01%): trombocytopenie. Overgevoeligheidsreacties (o.a. erytheem, oedeem van lippen, gelaat, ogen, farynx). Bijniersuppressie. Glaucoom, cataract. Perifeer oedeem. Dyspneu. Groeivertraging bij kinderen en adolescenten. Verminderde botdichtheid.
Verder zijn gemeld: psychomotorische hyperactiviteit, depressie, angst, agressie, slaapstoornissen, visusstoornis.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Het 200/6 produkt heeft geen plaats bij kinderen vanwege een relatief hoge dosering inhalatiecorticosteroïd in vergelijking tot de dosering van het langwerkende β2-sympathicomimeticum.
'Zo nodig' -gebruik in combinatie met onderhoudsbehandeling kan worden overwogen bij onvoldoende controle van astma of bij astma-exacerbaties in het verleden waarvoor medische behandeling nodig was. 'Zo nodig' gebruik is niet bedoeld als profylaxe bijvoorbeeld bij inspanning. De behandeling niet beginnen tijdens een exacerbatie of een duidelijke achteruitgang bij de astmacontrole.
Toenemend gebruik van kortwerkende bronchusverwijdende middelen duidt op een verergering van astma; het behandelschema kan aangepast moeten worden. Bij een goede controle van de symptomen toepassing van alleen een corticosteroïd overwegen.
Bij optreden van paradoxale bronchospasmen met een onmiddellijke toename van dyspneu na inhalatie de therapie staken en op een andere behandeling overgaan.
De kans op pneumonie bij COPD neemt toe door het gebruik van inhalatiecorticosteroïden, houd bij het voorschrijven daarom rekening met risicofactoren voor pneumonie (roken, hogere leeftijd, voorgeschiedenis van pneumonie, lage BMI en ernstig COPD).
Bij hypoxie, die bijvoorbeeld bij ernstige exacerbatie van astma kan optreden, is er meer kans op hypokaliëmie; controleer de serumkaliumspiegel.
Longtuberculose kan geactiveerd worden door behandeling met inhalatiecorticosteroïden. Ook kunnen inhalatiecorticosteroïden bepaalde symptomen van longtuberculose en van bacteriële, virale of door schimmels veroorzaakte luchtweginfecties maskeren.
Overweeg bij ontwikkeling van visusstoornissen verwijzing naar een oogarts. Glaucoom, cataract en zeldzame ziekten als centrale sereuze chorioretinopathie zijn gemeld na systemisch en lokaal gebruik van corticosteroïden.
Systemische effecten: Langdurig gebruik van hoge doseringen inhalatiecorticosteroïden kan leiden tot systemische bijwerkingen, zoals het syndroom van Cushing door remming van de bijnierschorsfunctie, vermindering van de botdichtheid, cataract, glaucoom en psychische- en gedragsstoornissen. Bij overschakelen van patiënten die met systemische corticosteroïden zijn behandeld rekening houden met een verminderde bijnierschorsfunctie. Bij fysiek belastende situaties zoals stress of operatieve ingrepen kan een aanvullende dosis systemisch werkend corticosteroïd noodzakelijk zijn.
Comorbiditeit: Voorzichtig toepassen bij hypokaliëmie, diabetes mellitus, ernstige lever- of nierfunctiestoornis, feochromocytoom, cardiovasculaire aandoeningen (m.n. ernstige hypertensie, hypertrofe obstructieve cardiomyopathie, idiopatische subvalvulaire aortastenose, aritmieën, ernstig hartfalen en ischemische hartziekten), verlengd QTc-interval en hyperthyreoïdie.
Er zijn geen gegevens bij een leverfunctiestoornis.
Interacties Sympathicomimetica met vooral β2-effect in het algemeen
Relevant: niet-selectieve β-blokkers en β-sympathicomimetica kunnen elkaars werking verminderen. Deze interactie is van klinisch belang bij β2-sympathicomimetica (fenoterol, formoterol, indacaterol, olodaterol, salbutamol, salmeterol, terbutaline en vilanterol) die bij astma of COPD worden toegepast. Bij voorkeur wordt de niet-selectieve β-blokker vervangen.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met selectieve β-blokkers; in hogere dosering kunnen selectieve β-blokkers de werking van β-sympathicomimetica verminderen.
Niet beoordeeld: corticosteroïden, theofylline en diuretica versterken de kaliumverliezende werking van β2-sympathicomimetica.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
SELECTIEVE BETA-2-SYMPATHICOMIMETICA | ||
---|---|---|
Oxis Turbuhaler, Novolizer, Aerolizer, Atimos
|
R03AC13 | |
Ventolin, Airomir
|
R03AC02 | |
Serevent
|
R03AC12 | |
Bricanyl
|
R03AC03 |
SYMPATHICOMIMETICA + CORTICO'S/OVERIGE GNM, EXCL ANTICHOL | ||
---|---|---|
Flutiform
|
R03AK11 | |
Relvar Ellipta
|
R03AK10 | |
Symbicort, DuoResp Spiromax, Bufoler, AirBuFo Forspiro
|
R03AK07 | |
R03AK06 |
SYMPATHICOMIM. + PARASYMPATHICOLYT. INCL. COMBI CORTICO'S | ||
---|---|---|
Berodual
|
R03AL01 | |
Combivent, Ipramol Steri-Neb
|
R03AL02 |