Vormt een beschermende gel met hogere pH, die op de maaginhoud drijft. Deze gel vormt een fysische barrière tussen maagzuur en oesofagus en onderdrukt reflux. Het effect (van de suspensie) treedt binnen 3 minuten in en houdt tot 4 uur aan.
Het werkingsmechanisme van het geneesmiddel is fysisch en is dus niet afhankelijk van absorptie in de systemische circulatie.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Gastro-oesofagale reflux: On-label
Toon SmPC tekst Toon SmPC tekstNog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Per kauwtablet "250": Alginaatnatrium 250 mg Natriumwaterstofcarbonaat 133.5 mg Calciumcarbonaat 80 mg
Per sachet "500": Alginaatnatrium 500 mg Natriumwaterstofcarbonaat 267 mg Calciumcarbonaat 160 mg
Per ml susp. oraal (anijs/pepermunt): Alginaatnatrium 50 mg Natriumwaterstofcarbonaat 26.7 mg, 200 ml
Per kauwtablet: Alginezuur 150 mg Calciumcarbonaat 625 mg Magnesiumsubcarbonaat, zwaar 73.5 mg
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Gastro-oesofageale reflux |
---|
|
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsreacties, zoals urticaria, bronchospasmen en anafylactische reacties.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Gaviscon suspensie bevat veel natrium (6,3 mmol/10ml) en wordt daarom in het eerste levensjaar niet gebruikt.
Kinderen met gastro/enteritis of nierinsufficiëntie hebben een verhoogd risico op hypernatriëmie.
Langdurig gebruik vermijden. De symptomen van maagcarcinoom kunnen worden gemaskeerd. Als de symptomen na 7 dagen gebruik niet verbeteren de situatie opnieuw beoordelen.
Calcium: Wees voorzichtig met de calciumbevattende preparaten bij behandeling van patiënten met hypercalciëmie, nefrocalcinose of terugkerende calciumhoudende nierstenen.
Fosfaat: Gaviscon duo niet gebruiken bij hypofosfatemie.
Natrium: Bij kinderen met gastro–enteritis of nierinsufficiëntie is er meer kans op hypernatriëmie.
Maagzuur: Bij patienten met zeer weinig maagzuur kan de werkzaamheid verminderd zijn.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
De kauwtabletten en de sachets bevatten calciumcarbonaat welke voor de onderstaande interacties kan zorgen
Interacties van antacida:
Antacida kunnen de absorptie van diverse geneesmiddelen verminderen door verandering van de darmpassagesnelheid, door pH-verhoging van de maag of door een reactie met of adsorptie aan de antacida. Gescheiden toediening wordt aanbevolen.
Relevant: de absorptie van de volgende middelen wordt verminderd (met aanbevolen gebruiksadvies):
•bisfosfonaten ten minste 2 uur vóór een antacidum;
•cefuroxim, itraconazol capsule, ketoconazol, penicillamine, tetracyclines en thyreomimetica ten minste 2 uur vóór of 4 uur na een antacidum;
•chinolonen ten minste 4 uur vóór of 4 uur na een antacidum, of de therapie moet worden aangepast; het antacidum wordt tijdelijk gestaakt of bij zuurgerelateerde klachten vervangen door een secretieremmer, óf het chinolon wordt vervangen;
•atazanavir, indinavir, nelfinavir of tipranavir ten minste 2 uur vóór of na een antacidum;
•bosutinib, dasatinib, erlotinib, gefitinib, lapatinib of pazopanib ten minste 2 uur vóór of 4 uur na een antacidum;
•elvitegravir of raltegravir ten minste 2 uur vóór of na een antacidum;
•ijzerzouten (gewoon preparaat) ten minste 2 uur vóór of 4 uur na een antacidum. Een ijzerpreparaat met gereguleerde afgifte moet worden vervangen door een gewoon preparaat;
•eltrombopag ten minste 4 uur vóór of 4 uur na een antacidum.
De biologische beschikbaarheid van ulipristal als noodanticonceptie (Ellaone®) kan afnemen.
Niet relevant: de absorptie van digoxine, febuxostat, mycofenolzuur, strontiumranelaat en ulipristal bij vleesbomen (Esmya®) kan afnemen.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met bismutoxide of met lage doses fluor bij cariësprofylaxe.
Niet beoordeeld: de absorptie van allopurinol, atenolol, ciclosporine, isoniazide en thiamine kan afnemen.
De absorptie van glibenclamide kan toenemen.
Door verhoging van de pH van de urine kan de eliminatie van hoge doses salicylaten toenemen en de plasmaconcentratie dalen.
Bij combinatie met polystyreensulfonaatcalcium of -natrium kan een metabole alkalose ontstaan.
Bij combinatie van aluminiumbevattende antacida met ascorbinezuur of citraten kan de absorptie van aluminium toenemen.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
H2-ANTAGONISTEN | ||
---|---|---|
A02BA01 | ||
A02BA03 | ||
A02BA02 |
PROTONPOMPREMMERS | ||
---|---|---|
Nexium
|
A02BC05 | |
Losec, Losec MUPS, Pedippi
|
A02BC01 | |
Pantozol
|
A02BC02 |
OVERIGE MIDDELEN BIJ ULCUS PEPTICUM EN OESOFAGEALE REFLUX | ||
---|---|---|
Peptonorm
|
A02BX02 |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.