Werkt bacteriostatisch of bactericide, afhankelijk van de concentratie die wordt bereikt op de infectieplaats en de gevoeligheid van het micro-organisme. Het is alleen werkzaam in een zuur milieu (pH 5–6). Het precieze werkingsmechanisme is niet bekend. De bactericide werking is afhankelijk van de intrabacteriële omzetting van pyrazinamide in het actieve pyrazinezuur door het enzym pyrazinamidase. Het werkingsspectrum is zeer smal. Bij monotherapie treedt resistentie binnen 6–8 weken op.
Gevoelig is: Mycobacterium tuberculosis.
Ongevoelig zijn: Mycobacterium bovis, atypische mycobacteriën (M. fortuitum, M. scrofulaceum, M. xenopi, M. kansasii en M. avium) en andere micro-organismen.
De studie van Antwi et al. (2017) laat zien dat de Tmax en AUC0-8 van pyrazinamide significant lager zijn bij een co-infectie met HIV, terwijl de klaring significant hoger is bij deze kinderen.
De volgende kinetische parameters zijn gevonden (Arya et al., Gupta et al., McIlleron et al., Roy et al., Thee et al. en Zhu et al.):
Cmax (eenmalig 30 mg/kg) | 37,7-43,4 µg/ml |
---|---|
t½ | 3,5-10,9 uur |
Tmax | 0,75-3 uur |
Cl | 0,06-0,13 l/kg/uur |
Vd | 0,67-0,9 l/kg |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Infecties door Mycobacterium tuberculosis: On-label
Toon SmPC tekst Toon SmPC tekstNog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Tablet 500 mg
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Tuberculose (in combinatie met andere tuberculose middelen) |
---|
Latente tuberculose infectie |
---|
|
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Aanpassingen als volgt:
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Hepatotoxiciteit en stijging van de transaminasewaarden, verhoging van de urinezuurconcentratie, anorexie, misselijkheid, braken, huidafwijkingen, arthralgia, koorts en anemie.
Vaak (1–10%): misselijkheid, braken, buikpijn, anorexie. Stijging levertransaminasewaarden (matig en voorbijgaand in de vroege fase van de behandeling). Artralgie, myalgie. Hyperurikemie, jicht.
Zelden (0,01–0,1%): geelzucht, hepatomegalie, hepatotoxiciteit. Dysurie, interstitiële nefritis. Huiduitslag, urticaria, jeuk, fotosensibilisatie, koorts, acne. Trombocytopenie, sideroblastische anemie, purpura, splenomegalie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Leverfunctiestoornis, leverziekte. Acute jicht. Acute porfyrie.
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met nierfunctiestoornissen. Regelmatige controle van de leverfunctie en urinezuurspiegels wordt aanbevolen
Vóór en elke 2–4 weken tijdens de behandeling de serumurinezuurspiegel controleren. Wees terughoudend bij verminderde nierfunctie, bij hyperurikemie of jicht in de anamnese (remming renale uraatexcretie) en bij diabetes mellitus (verlaging bloedsuiker).
Vóór en regelmatig tijdens de behandeling ook de leverfunctie controleren. De leverfunctie kan in de eerste weken van de behandeling gestoord raken en in de derde maand weer normaliseren. De behandeling staken bij ASAT- en ALAT-waarden > 5× de ULN, bij tekenen van hepatocellulaire beschadiging en bij prodromale symptomen van hepatitis (anorexie, misselijkheid, braken, vermoeidheid en malaise). Wees terughoudend bij chronisch alcoholisme.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Niet beoordeeld: (overmatig) alcoholgebruik kan het risico op hepatotoxiciteit verhogen, met name wanneer ook rifampicine wordt gebruikt. De onderbouwing hiervoor is echter niet eenduidig.
Interacties antibacteriele middelen algemeen
Relevant: de werking van oraal buiktyfusvaccin kan worden verminderd bij gelijktijdige inname van antibacteriële middelen. Gescheiden inname met een interval van 3 dagen wordt aanbevolen. Alternatief: parenteraal buiktyfusvaccin.
Het effect van cumarinederivaten kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva (dit geldt niet voor de enzyminducerende antibiotica rifabutine en rifampicine) of met TNF-α-antagonisten.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Mycobutin
|
J04AB04 | |
Rifadin
|
J04AB02 |
HYDRAZIDEN | ||
---|---|---|
J04AC01 |
OVERIGE TUBERCULOSEMIDDELEN | ||
---|---|---|
Sirturo
|
J04AK05 | |
Myambutol
|
J04AK02 |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.