Ofloxacine is een gefluorideerde chinolonverbinding met bactericide werking. Chinolonen beïnvloeden de DNA-synthese door remming van het bacteriële DNA-gyrase.
Wat oorinfecties betreft zijn waarschijnlijk gewoonlijk gevoelig: Staphylococcus spp. (meticilline-gevoelig), Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Haemophilus influenzae, Klebsiella oxytoca, Klebsiella pneumoniae, Moraxella catarrhalis, Proteus mirabilis, Salmonella spp., Serratia spp. en Shigella spp.
Intermediair gevoelig zijn: Streptococcus pneumoniae, Citrobacter freundii, Proteus vulgaris en Pseudomonas aeruginosa.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Staphylococcus spp. (meticilline-resistent).
Resistent zijn: Enterococcus spp.
Na toediening in het oor zijn de serumconcentraties zeer laag tot niet detecteerbaar (Okyama 1999).
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Oogdr. 0,3% (3 mg/ml) Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
Oogdr. "EDO" 0,3% (3 mg/ml)
Oogzalf 0,3% (3 mg/g)
Oordr. Unit Dose 1,5 mg/0,5 ml
De oogdruppels kunnen worden toegepast in het oor.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Ooginfectie, breed spectrum |
---|
|
Chronische suppuratieve otitis media met geperforeerd trommelvlies, otitis media met buisjes, otitis externa |
---|
|
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Bij toepassing in het oog: branderig gevoel, fotofobie, verminderd zicht
Bij toepassing in het oor: bittere smaak, duizeligheid, droge mond, jeuk, vertigo, oorpijn, paresthesie, tinnitus. Geen effecten op gehoor.
Oor:
Vaak (1-10%): huiduitslag, jeuk. Dysgeusie. Paresthesie, duizeligheid, vertigo.
Zelden (0,01-0,1%): oorpijn, ontsteking, schimmelinfectie. Dermatitis, eczeem, urticaria. Hoofdpijn, insomnia, hypo-esthesie, dysesthesie, hyperkinesie, tremor. Sinusitis, rinitis, faryngitis, hoesten. Droge mond, halitose, misselijkheid, braken, dyspepsie, buikpijn, diarree. Tachycardie, overmatig blozen, hypertensie. Overgevoeligheid, koorts, opvliegers.
Oog:
Vaak (1-10%): oogirritatie en ongemak in het oog.
Zeer zelden (< 0,01%): systemische overgevoeligheidsreacties zoals angio–oedeem, dyspneu, anafylactische reactie/shock, orofaryngeale zwelling en gezwollen tong, urticaria.
Verder zijn gemeld: toxische epidermale necrolyse, Stevens–Johnsonsyndroom. Gezichtsoedeem. Lokale overgevoeligheid (incl. jeuk aan oog of oogleden). Conjunctivitis, keratitis, cornea-precipitaten, wazig zien, fotofobie, oogoedeem, periorbitaal oedeem, corpus-alienumgevoel in het oog, verhoogde traanproductie, droog oog, oogpijn, oculaire hyperemie. Duizeligheid. Misselijkheid.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Overgevoeligheid voor (fluor)chinolonen.
De ogen van kinderen zijn in het algemeen gevoeliger voor irritatie dan volwassenen. Dit kan de therapietrouw beinvloeden. (SmPC Flolan)
Oor:
Bij het optreden van de eerste verschijnselen van overgevoeligheid (zoals huiduitslag) de behandeling staken.
Overmatige blootstelling aan zonlicht of ultraviolet licht tijdens de behandeling vermijden
Oog:
Wees voorzichtig bij overgevoeligheid van chinolonen in de voorgeschiedenis. Bij optreden van een allergische reactie de behandeling staken.
Corneale perforatie bij gebruik van lokale fluorchinolonen is gemeld bij reeds bestaand cornea-epitheeldefect of cornea ulceratie, vooral bij aanwezigheid van risicofactoren (gelijktijdige oculaire aandoeningen (bv. ernstige droge ogen), systemische inflammatoire ziekten, comedicatie met oculaire corticosteroïden of NSAID's, gevorderde leeftijd). Wees daarom voorzichtig met de toediening bij een cornea-epitheel defect of corneale ulceratie.
Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, inclusief schimmels, is mogelijk; in dat geval de toepassing staken.
Tijdens behandeling van een ooginfectie geen contactlenzen dragen.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Niet relevant: de Cmax en AUC kunnen afnemen bij combinatie met cyclofosfamide, cytarabine, daunorubicine, doxorubicine, etoposide, ifosfamide, mitoxantron en vincristine.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met calciumzouten.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Azyter
|
S01AA26 | |
S01AA01 | ||
Fucithalmic
|
S01AA13 | |
S01AA11 | ||
S01AA12 |
ANTIVIRALE MIDDELEN | ||
---|---|---|
Zovirax
|
S01AD03 |
FLUOROCHINOLONEN | ||
---|---|---|
Vigamox
|
S01AE07 |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.