Rosuvastatine

Stofnaam
Rosuvastatine
Merknaam
Crestor
ATC code
C10AA07
Eigenschappen - PK data - Registratiestatus
Doseringen

Toedieningsvormen en hulpstoffen
Nierfunctiestoornissen
Soortgelijke geneesmiddelen
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen
Interacties
Referenties
Versiebeheer

Label dosisadvies Kinderformularium

On-label

Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Heterozygote familiaire hypercholesterolemie:
6-10 jaar: PO 5-10 mg/dag in 1 dosis
≥10 jaar: PO 5-20 mg/dag in 1 dosis
Homozygote familiaire hypercholesterolemie:
6-17 jaar: PO 5-20 mg/dag in 1 dosis

Eigenschappen

Cholesterolsyntheseremmer (statine). Rosuvastatine is een specifieke competitieve remmer van hydroxymethylglutarylco-enzym A-(HMG-CoA-)reductase, een enzym dat een essentiële rol speelt bij de biosynthese van cholesterol. Remming van deze synthese heeft onder andere toename van het aantal LDL-receptoren in de lever tot gevolg; dit resulteert in verlaging van de LDL-cholesterolplasmaspiegel. Het verlaagt daarnaast tevens apolipoproteïne B en triglyceriden en verhoogt het HDL-cholesterol en apolipoproteïne A. Werking: binnen twee weken wordt gewoonlijk 90% van de maximale respons bereikt; maximaal binnen vier weken.

Farmacokinetiek

Twee studies naar de farmacokinetiek van rosuvastatine (gegeven als tabletten)  in kinderen met heterozychote familiaire hypercholesterolemie in de leeftijd van 10-17 jaar of 6-17 jaar (in totaal 214 patienten) toonden aan dat de biologische beschikbaarheid bij pediatrische patiënten vergelijkbaar is met de beschikbaarheid bij volwassen patiënten.

Doseringen

Heterozygote familiaire hypercholesterolemie
  • Oraal
    • 6 jaar tot 10 jaar
      [1]
      • Startdosering: 5 mg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: Dosering aanpassen op geleide van de individuele respons en verdraagzaamheid tot 5 - 10 mg/dag in 1 dosis
    • 10 jaar tot 18 jaar
      [1]
      • Startdosering: 5 mg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: Dosering aanpassen op geleide van de individuele respons en verdraagzaamheid tot   5 - 20 mg/dag in 1 dosis
Homozygote familiaire hypercholesterolemie
  • Oraal
    • 6 jaar tot 18 jaar
      [1]
      • Startdosering: 5 - 10 mg/dag in 1 dosis
      • Onderhoudsdosering: Dosering aanpassen op geleide van de individuele respons en verdraagzaamheid tot 5 - 20 mg/dag in 1 dosis

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Tablet 5 mg, 10 mg, 20 mg, 40 mg

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

  • GFR ≥ 50: Aanpassing van de dosering is niet nodig
  • GFR 30-50: start 5 mg/dag, maximale onderhoudsdosering handhaven.
  • GFR 10-30: start 5 mg/dag, 50% van de maximale onderhoudsdosering.
  • GFR <10: algemeen advies wordt niet gegeven.
Klinische gevolgen

Bij verminderde nierfunctie neemt de AUC van rosuvastatine toe. Hierdoor is het risico op bijwerkingen verhoogd.

Klinische gevolgen:

Myopathie, inclusief myositis, en rabdomyolyse zijn zelden gemeld, vooral bij een dagdosering hoger dan 20 mg en bij predisponerende factoren, zoals matige nierfunctiestoornis (ClCr 30-60 ml/min).

ANTILIPAEMICA, ENKELVOUDIG

CHOLESTEROLSYNTHESEREMMERS

Atorvastatine

Lipitor
C10AA05

Pravastatine

Selektine
C10AA03

Simvastatine

Zocor
C10AA01
GALZUURBINDENDE HARSEN

Colestyramine

Questran, Questran A
C10AC01
OVERIGE ANTILIPAEMICA

Ezetimibe

Ezetrol
C10AX09

Bijwerkingen bij kinderen

Verhoging van de CK-spiegels (> 10 x normaal) en spiersymptomen na inspanning en verhoogde fysieke activiteit worden vaker waargenomen bij kinderen dan bijvolwassenen.

Er werd geen effect op groei, gewicht, BMI of seksuele rijping waargenomen.

Bijwerkingen algemeen

Vaak (1-10%): hoofdpijn, duizeligheid. Ontwikkeling diabetes mellitus (bij aanwezigheid van risicofactoren voor diabetes). Spierpijn, gevoel van zwakte. Obstipatie, misselijkheid, buikpijn.

Soms (0,1-1%): jeuk, huiduitslag, urticaria.

Zelden (0,01-0,1%): myopathie, rabdomyolyse met en zonder acuut nierfalen. Pancreatitis. Ernstige overgevoeligheidsreacties zoals angio–oedeem. Trombocytopenie. Verhoging van de levertransaminasen.

Zeer zelden (< 0,01%): polyneuropathie, geheugenverlies. Geelzucht, hepatitis. Artralgie. Hematurie. Gynaecomastie.

Verder zijn gemeld: (meestal voorbijgaande) proteïnurie, een dosisafhankelijke verhoging van CK-waarden. Depressie, slaapstoornissen (incl. slapeloosheid en nachtmerries), perifere neuropathie. Hoest, dyspneu. Diarree. Stevens-Johnsonsyndroom. Immuun–gemedieerde necrotiserende myopathie (gedurende of na de behandeling), zich uitend in persisterende proximale spierzwakte en een verhoogde creatinekinasewaarde in serum. Oedeem. Peesaandoeningen (soms gecompliceerd door ruptuur).

Bij het gebruik van sommige andere statinen zijn nog gemeld: spierscheuring, seksuele disfunctie en uitzonderlijke gevallen van interstitiële longziekte (dyspneu, niet-productieve hoest, achteruitgang van de algehele gezondheid).

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen

  • actieve leverziekte, incl. onverklaarbare, persisterende verhoging van serumtransaminasen;
  • elke verhoging van serumtransaminasen hoger dan driemaal de ULN;
  • myopathie;ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min);
  • De 40 mg dosering is tevens gecontra-indiceerd bij predisponerende factoren voor myopathie of rabdomyolyse, zoals:
    • matig gestoorde nierfunctie (creatinineklaring < 60 ml/min);
    • hypothyreoïdie;
    • erfelijke spierziekten in de persoonlijke of familiaire anamnese;
    • musculaire toxiciteit door geneesmiddelen in de anamnese;
    • alcoholmisbruik;
    • Aziatische afkomst.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Omdat gegevens over de veiligheid en de effectiviteit bij leeftijd < 6 jaar ontbreken, wordt geadviseerd rosuvastatine niet toe te passen bij kinderen < 6 jaar. De effecten van rosuvastatine op de lichamelijke en seksuele ontwikkeling bij kinderen en adolescenten bij een gebruik langer dan 2 jaar zijn onbekend. De behandeling bij kinderen (6–17 jaar; puberale status jongens: Tanner-stadium ≥ 2, meisjes: ≥1 jaar postmenarche) dient ingesteld te worden door een gespecialiseerde arts.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen

Wees voorzichtig bij grote alcoholinname en/of een leveraandoening in de anamnese, vanwege meer kans op myopathie. Myopathie ontstaan door gebruik van statinen, kan in enkele gevallen overgaan in rabdomyolyse en nierfalen, in zeer zeldzame gevallen met fatale afloop. Bepaal de creatinekinase-waarden (CK) vóór start van de statine alleen bij een erfelijke spierafwijking in de (familie)anamnese of bij spiertoxiciteit bij eerder gebruik van statine of fibraat. Bepaling van de levertransaminasewaarden voorafgaand aan de therapie kan zinvol zijn bij alcoholmisbruik of bekende leverfunctiestoornis. Bepaal de CK- en transaminasewaarden tijdens de behandeling alleen in geval van verdenking van toxiciteit (bv. door langdurige interacties) of leverfalen en bij ernstige spierklachten (vooral indien gepaard met koorts en malaise). Bij myopathie (CK > 10× ULN) of verdenking van myotoxiciteit de behandeling staken. Spierpijn kan ook voorkomen zonder verhoogde CK-waarden; de anamnese is belangrijker dan de bepaling. Adviseer iedere patiënt om bij onverklaarde spierpijn, -gevoeligheid of -zwakte onmiddellijk een arts te waarschuwen. Bij milde spierklachten zonder toxiciteit de statine (tijdelijk) staken of de dosering verlagen en na enkele weken de klachten evalueren; indien een relatie bestaat met de statinetherapie, een lagere dosering of eventueel een andere statine (fluvastatine ≤ 40 mg/dag of pravastatine ≤ 80 mg/dag) geven. Bij stijging van de levertransaminasewaarden > 3× ULN de behandeling staken en na normalisatie eventueel hervatten in een lagere dosering of overstappen op een ander statine.

Onderbreek direct de behandeling bij optreden van ernstige leverschade, hyperbilirubinemie en/of geelzucht. Als geen andere oorzaak voor de leverschade gevonden wordt, de behandeling niet herstarten.

Bij secundaire hypercholesterolemie, veroorzaakt door hypothyreoïdie of nefrotisch syndroom, eerst de onderliggende aandoening behandelen alvorens met rosuvastatine te starten.

Bij Aziatische patiënten is een tweevoudige toename van de mediane AUC waargenomen in vergelijking met westerse Kaukasiërs.

Bij genetische afwijkingen van het transporteiwit OATP1B1 of BCRP is er meer kans op myopathie; een lagere dosering overwegen.

Bij vermoeden van ontwikkeling van interstitiële longziekte, de behandeling met een statine staken.

Er zijn aanwijzingen dat statinen het bloedglucosegehalte kunnen verhogen. Hierdoor kan, bij bepaalde risicofactoren (zoals glucose nuchter van 5,6–6,9 mmol/l, BMI > 30 kg/m²) een mate van hyperglykemie optreden waardoor behandeling zoals bij diabetes mellitus nodig is. Dit is echter geen reden om de statine–behandeling te staken.

Interacties

Rosuvastatine is substraat voor CYP2C9, en wordt getransporteerd door OATP1B1 en BCRP.

Relevant:
Absorptie: de absorptie verminderd door antacida; rosuvastatine ten minste 2 uur vóór het antacidum innemen.

Toename rosuvastatine: het risico op myopathie is mogelijk verhoogd bij combinatie met colchicine, fusidinezuur, gemfibrozil, bepaalde HCV-middelen (Elbasvir/Grazoprevir, Glecaprevir/Pibrentasvir, Ledipasvir/Sofosbuvir, Sofosbuvir/Velpatasvir, Sofosbuvir/Velpatasvir/Voxilaprevir) en bepaalde HIV-middelen (cobicistat, darunavir, fostemsavir, ritonavir).

De concentratie stijgt door ciclosporine, darolutamide, regorafenib en teriflunomide; de fabrikant van rosuvastatine ontraadt combinatie met ciclosporine.

Overig effect: de werking van VKA's kan worden versterkt.

De toxiciteit van atazanavir kan toenemen.

Niet relevant:
Afname rosuvastatine: de concentratie daalt door apalutamide, hypericum en upadacitinib.

Toename rosuvastatine: de concentratie stijgt door clopidogrel, dabrafenib, eltrombopag, lenacapavir, lomitapide, osimertinib, safinamide, tedizolid en ursodeoxycholzuur.

Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met azitromycine, claritromycine, daptomycine, diltiazem, erytromycine, fluconazol, idelalisib, itraconazol, ketoconazol, posaconazol, rifampicine, sildenafil, sirolimus, tacrolimus, verapamil, voriconazol en fibraten anders dan gemfibrozil.

Niet beoordeeld:
De absorptie kan worden verminderd door galzuurbindende harsen; aanbevolen wordt het statine gescheiden (ten minste 4 uur tussentijd) van het galzuurbindend hars in te nemen (het statine 's avonds en het galzuurbindend hars overdag).

Referenties

  1. AstraZeneca BV, SmPC Crestor (RVG 30823) 25-07-2019, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  2. Informatorium Medicamentorum, Interacties , Geraadpleegd 12-1-2023
  3. ZorgInstituut Nederand, Farmacotherapeutisch Kompas ( Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen)., Geraadpleegd 05 juli 2019
  4. NKFK Werkgroep nierfunctiestoornissen, Extrapolatie van KNMP risico analyse "Verminderde nierfunctie" voor volwassenen naar kinderen, 20 Dec 2021

Wijzigingen

  • 19 april 2022 12:23: Doseeradvies bij nierfunctiestoornissen aangepast op basis van advies Werkgroep dosering bij nierfunctiestoornissen.
  • 19 april 2022 12:20: Doseeradvies bij nierfunctiestoornissen aangepast op basis van advies Werkgroep dosering bij nierfunctiestoornissen.
  • 13 maart 2020 12:56: Bijwerkingen bij kinderen toegevoegd obv SmPC
  • 16 juni 2017 18:01: Nieuw toegevoegd: indicatie homozygote familiaire hypercholesterolemie en onderscheid start- en onderhoudsdosering bij heterozygote hypercholesterolemie bij 6-10 jarigen gemaakt. Bron: product informatie (SmPC) Crestor.
  • 16 januari 2015 20:49: Doseeradvies voor de leeftijdscategorie 6-10 jaar toegevoegd op basis van de gewijzigde product informatie (SmPC) Crestor

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering