Clobetasonbutyraat is een matig-sterkwerkend corticosteroïd, klasse 2. Het heeft een anti-inflammatoire, vasoconstrictieve en antiproliferatieve werking. Het onderdrukt de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende – vaak met jeuk gepaard gaande – huidaandoeningen. Het effect kan door het aanbrengen onder een afsluitend (occlusief) verband worden versterkt als gevolg van een toegenomen penetratie (met ca. factor 10) van het stratum corneum.
Geen informatie
Crème (butyraat) 0.5 mg/g
Zalf (butyraat) 0.5 mg/g
Constitutioneel eczeem (atopische dermatitis) |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Kinderen hebben een grotere kans op systemische effecten.
Vertraagde gewichtstoename; groeivertraging.
Lokaal: Gemeld zijn: huidklachten (jeuk, irritatie, branderigheid, pijn, roodheid), overgevoeligheid (huiduitslag, contacteczeem), urticaria, pigmentatieveranderingen, huidatrofie, striae, verergering van onderliggende symptomen, hypertrichosis.
Systemisch: Gemeld zijn: Cushing-achtige verschijnselen (vollemaansgezicht, centrale obesitas), vertraagde gewichtstoename/groeivertraging bij kinderen, hypocortisolisme , bijnierschorsinsufficiëntie, hypertensie, opportunistische infecties, osteoporose, hyperglykemie, obesitas, glaucoom, cataract.
De kans op systemische effecten is het grootst bij: gebruik bij kinderen, gebruik onder occlusie (cave: luier), gebruik op grote huidoppervlakken of huidplooien en gelijktijdig gebruik van penetratiebevorderende geneesmiddelen (zoals salicylzuur, ureum, propyleenglycol).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Kinderen hebben meer kans op lokale en systemische bijwerkingen door het gebruik van corticosteroiden op de huid vanwege hun grotere lichaamsoppervlakte ten opzichte van het gewicht en hebben over het algemeen een kortere behandeling nodig.
Bij zuigelingen kan de luier als afsluitend verband fungeren en zodoende de absorptie vergroten. Bij kinderen kan remming van de bijnierschorsfunctie vrij snel optreden. Bovendien kan bij hen de afscheiding van groeihormonen worden onderdrukt. Het verdient daarom aanbeveling, wanneer langdurige toepassing noodzakelijk is, regelmatig lengte en gewicht te controleren. Bij toepassing op de oogleden dient een zorgvuldige afweging te worden gemaakt wegens de mogelijkheid van contaminatie van de conjunctiva met het risico van ontstaan van glaucoma simplex of subcapsulair cataract enerzijds en risico op hoornvliesbeschadiging door voortdurend wrijven aan onbehandeld exceem anderzijds.
Toediening: Niet (langdurig) toepassen op de oogleden, vanwege risico van contaminatie van de conjunctiva met kans op het ontstaan van glaucoom of cataract bij langdurig gebruik. Indien toepassing van klasse 1 of 2 dermatocorticosteroïden noodzakelijk is, zoals bijvoorbeeld bij constitutioneel eczeem op de oogleden, dan alleen kortdurend (2-3 w.) gebruiken. Niet op de oogleden gebruiken bij glaucoom. Vermijd contact met de ogen en was de handen na gebruik. Wees voorzichtig bij gebruik op het gelaat, de genitaliën, in huidplooien of bij gebruik onder occlusie (niet gebruiken onder luiers) vanwege de toegenomen kans op lokale bijwerkingen. Langdurig en overmatig gebruik op grote en beschadigde huidoppervlakken kan mogelijk ook leiden tot systemische bijwerkingen.
Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op de symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op contactallergie/overgevoeligheidsreactie indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling. Cetostearylalcohol kan plaatselijke huidreacties (bv. contacteczeem) veroorzaken, en chloorcresol allergische reacties. De behandeling staken als ernstige irritatie of overgevoeligheid optreedt.
Om reboundeffecten te voorkomen, langdurige lokale behandeling met dermatocorticosteroïden geleidelijk afbouwen.
Huidinfecties: het (onjuist) gebruik van corticosteroïden kan bacteriële-, parasitaire-, virus- en schimmelinfecties maskeren. Als laesies secundair geïnfecteerd raken, moeten deze adequaat behandeld worden; bij verergering van de infectie de behandeling met corticosteroïden staken
Systemische bijwerkingen: wees bedacht op mogelijke systemische bijwerkingen en (reversibele) onderdrukking van de hypothalamus-hypofyse-bijnierschors-as (op langere termijn) mogelijk gepaard gaande met glucocorticosteroïde-insufficiëntie na het stopzetten van langdurige behandeling van grote oppervlakken met (met name sterk werkende) dermatocorticosteroïden. Langdurige behandeling met dermatocorticosteroïden geleidelijk staken of overstappen op een minder sterk werkend corticosteroïd.
Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen na langdurige behandeling van grote oppervlakken met (met name sterk werkende) dermatocorticosteroïden door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR), die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.
Na cutane toediening zouden interacties kunnen optreden indien absorptie optreedt, maar tot op heden zijn er geen aanwijzingen voor klinisch relevante interacties.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
ZWAK WERKZAME CORTICOSTEROIDEN (GROEP I) | ||
---|---|---|
D07AA02 |
MATIG STERK WERKZAME CORTICOSTEROIDEN (GROEP II) | ||
---|---|---|
D07AB02 | ||
D07AB09 |
STERK WERKZAME CORTICOSTEROIDEN (GROEP III) | ||
---|---|---|
Betnelan
|
D07AC01 | |
Topicorte
|
D07AC03 | |
Cutivate, Cortifil
|
D07AC17 | |
Elocon
|
D07AC13 |
ZEER STERK WERKZAME CORTICOSTEROIDEN (GROEP IV) | ||
---|---|---|
Dermovate
|
D07AD01 |