< 4 jaar: Off-label
> 4 jaar: On-label
Neusdr. "nasule" (propionaat) 1 mg/ml
Neusspray (propionaat) 50 µg/do
Neusspray (furoaat) 27.5 µg/do
Corticosteroïd, dat na toediening in de neus lokaal werkzaam is. Door een snelle klaring is na lokale toediening in het plasma geen fluticason aantoonbaar. Werking: fluticason neusspray max. na 3–4 dagen, bij fluticasonfuroaat therapeutisch effect merkbaar na 8 uur met een verdere verbetering in de dagen erna, neusdruppels max. na enkele weken.
Fluticasonfuroaat:
Bij de meerderheid van de patiënten is fluticasonfuroaat na intranasale dosering van eenmaal daags 110 microgram niet meetbaar (< 10 pg/ml). Na intranasale dosering van eenmaal daags 110 microgram werden meetbare spiegels waargenomen in 15,1% van de kinderen en na eenmaal daags 55 microgram slechts 6,8% van kinderen. Er was geen bewijs voor hogere meetbare spiegels van fluticasonfuroaat bij jongere kinderen (jonger dan 6 jaar). De mediane fluticasonfuroaatconcentraties bij deze personen met meetbare spiegels na 55 microgram waren 18,4 pg/ml en 18,9 pg/ml bij respectievelijk 2 tot 6 jarige en 6 tot 12 jarigen. Bij 110 microgram, waren mediane concentraties in personen met meetbare concentraties 14,3 pg/ml en 14,4 pg/ml voor respectievelijk 2 tot 6 jarigen en 6 tot 12 jarigen.
Allergische rhinitis: propionaat |
---|
|
Allergische rhinitis: furoaat |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
SYMPATHICOMIMETICA | ||
---|---|---|
Vicks Sinex, Nasivin
|
R01AA05 | |
Bisolnasal
|
R01AA09 | |
Otrivin
|
R01AA07 |
ANTI-ALLERGISCHE MIDDELEN, EXCL CORTICOSTEROIDEN | ||
---|---|---|
Allergodil
|
R01AC03 | |
Prevalin
|
R01AC01 | |
Livocab
|
R01AC02 |
CORTICOSTEROIDEN | ||
---|---|---|
Dymista
|
R01AD58 | |
R01AD01 | ||
Rhinocort
|
R01AD05 | |
Nasonex
|
R01AD09 |
OVERIGE MIDDELEN VOOR NASAAL GEBRUIK | ||
---|---|---|
R01AX10 |
Groeivertraging
Zeer vaak (> 10%): bloedneus. Vaak (1-10%): irritatie van neus en keel, droge neus en keel, neus-ulceratie, hoofdpijn, onaangename smaak of geur. Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsreacties zoals huiduitslag, anafylactische reacties, oedeemvorming in het gezicht en de mond, bronchospasmen. Neusseptumperforatie. Glaucoom, verhoogde intra-oculaire druk, cataract.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Groeivertraging bij kinderen is gemeld bij gebruik van therapeutische doseringen, bij langdurig gebruik de groei controleren en bij groeiremming trachten de dosering te verminderen en verwijzen naar de kinderarts. Bij kinderen de laagst mogelijk effectieve dosis toepassen.
Voorzichtigheid is geboden bij overschakeling van systemische naar nasale toepassing bij patiënten met gestoorde bijnierfunctie. Voorzichtigheid is geboden bij ernstig verminderde leverfunctie omdat de kans op systemische bijwerkingen toeneemt. Met name bij langdurig gebruik van nasale corticosteroïden in hoge doseringen kunnen systemische bijwerkingen optreden, zoals Cushingsyndroom-achtige verschijnselen, onderdrukking van de bijnieren, cataract en glaucoom en psychologische (gedrags)effecten (vooral bij kinderen). Contact met de ogen vermijden. Bij verandering in het gezichtsvermogen en een voorgeschiedenis van toegenomen intra-oculaire druk, glaucoom en/of cataract is nauwkeurige controle aangewezen. Bij onderhoudstherapie het neusslijmvlies regelmatig controleren. Er dient op te worden gewezen dat het effect van de neusspray pas na enige dagen merkbaar is; allergische rinitis is bij veel patiënten een seizoenverschijnsel. Bij de behandeling van neuspoliepen kan het enkele weken duren voordat maximale verlichting van de klachten wordt bereikt.
Na nasale toediening zouden interacties kunnen optreden indien absorptie optreedt, maar tot op heden zijn er geen aanwijzingen voor klinisch relevante interacties.
Fluticason wordt gemetaboliseerd door CYP3A4.