Statine (cholesterolsyntheseremmer). Fluvastatine is een specifieke remmer van hydroxymethylglutarylco-enzym A-(HMG-CoA-)reductase, een enzym dat een essentiële rol speelt bij de biosynthese van cholesterol. Remming van deze synthese heeft o.a. toename van het aantal LDL-receptoren in de lever tot gevolg; dit resulteert in verlaging van LDL-cholesterol-, apolipoproteïne B- (apo-B-) en triglyceriden- (TG-)waarden in het plasma bij verhoogde cholesterolspiegels. Het verhoogt daarnaast enigszins het HDL-cholesterol in het plasma. Bij coronairlijden en primaire hypercholesterolemie kan fluvastatine de progressie van coronaire atherosclerose vertragen.
Werking: binnen twee weken, max. na vier weken.
Er zijn geen farmacokinetische gegevens beschikbaar bij kinderen. [SmPC]
Capsule 20 mg, 40 mg
Tablet MGA 80 mg
Heterozygote familiaire hypercholesterolemie |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Het veiligheidsprofiel bij kinderen is vergelijkbaar met dat van volwassenen.
Vaak (1-10%): dyspepsie, misselijkheid, buikpijn. Hoofdpijn. Slapeloosheid. Verhoogde ASAT/ALAT (soms tot > 3× ULN), verhoogd CK in het bloed (soms tot > 5× ULN).
Zelden (0,01-0,1%): spierzwakte, myopathie, spierpijn. Huiduitslag, urticaria.
Zeer zelden (< 0,01%): hepatitis. Myositis, rabdomyolyse, lupusachtig syndroom. Overgevoeligheidsreacties zoals o.a. anafylactische reacties, angio-oedeem en huidreacties (zoals eczeem, dermatitis, exanthema bullosum). Hypo-esthesie, dysesthesie, paresthesie. Trombocytopenie, Gezichtsoedeem. Pancreatitis, vasculitis.
Verder zijn gemeld: erectiestoornis. Diarree. Interstitiële longziekte. Immuungemedieerde necrotiserende myopathie (IMNM), tijdens of na behandeling. Myasthenia gravis. Oculaire myasthenie.
Verder zijn bij sommige statinen gemeld: seksuele disfunctie, tendinopathie (soms gecompliceerd door peesruptuur), depressie, geheugenverlies, nachtmerries en ontwikkeling van diabetes mellitus, vaker bij risicofactoren voor diabetes mellitus (zoals glucose nuchter van 5,6–6,9 mmol/l).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Spierklachten: Wees voorzichtig bij grote alcoholinname en/of een leveraandoening in de anamnese, vanwege meer kans op myopathie. Myopathie ontstaan door gebruik van statinen kan in enkele gevallen overgaan in rabdomyolyse en nierfalen, in zeer zeldzame gevallen met fatale afloop. Bepaal de creatinekinase(CK)-waarden vóór start van de statine alleen bij een erfelijke spierafwijking in de (familie)anamnese of bij spiertoxiciteit bij eerder gebruik van een statine of fibraat. Bepaling van de levertransaminasewaarden voorafgaand aan de therapie kan zinvol zijn bij alcoholmisbruik of een bekende leverfunctiestoornis. Bepaal de CK- en transaminasewaarden tijdens de behandeling alleen in geval van verdenking van toxiciteit (bv. door langdurige interacties) of leverfalen en bij ernstige spierklachten (vooral indien gepaard met koorts en malaise). Bij myopathie (CK > 10× ULN) of verdenking van myotoxiciteit de behandeling staken. Spierpijn kan ook voorkomen zonder verhoogde CK-waarden; de anamnese is belangrijker dan de bepaling. Adviseer iedere patiënt om bij onverklaarde spierpijn, -gevoeligheid of -zwakte onmiddellijk een arts te waarschuwen. Bij milde spierklachten zonder toxiciteit de statine (tijdelijk) staken of de dosering verlagen en na enkele weken de klachten evalueren; indien een relatie bestaat met de statinetherapie, een lagere dosering of eventueel een andere statine (pravastatine ≤ 80 mg/dag of rosuvastatine ≤ 40 mg/dag) geven. Bij stijging van de levertransaminasewaarden > 3× ULN de behandeling onderbreken en na normalisatie eventueel hervatten in een lagere dosering of overstappen op een ander statine. Voorzichtig bij voorschrijven aan alle Aziatische patiënten vanwege meer kans op myopathie bij Chinezen. Zeer zelden is immuungemedieerde necrotiserende myopathie (IMNM) gemeld tijdens of na behandeling met een statine. IMNM wordt gekenmerkt door persisterende proximale spierzwakte en verhoogd serumcreatinekinase, ondanks staken van de statinebehandeling.
Levertoxiciteit: Onderbreek direct de behandeling bij optreden van ernstige leverschade, hyperbilirubinemie en/of geelzucht. Als geen andere oorzaak voor de leverschade gevonden wordt, de behandeling niet herstarten.
Statinen kunnen de zenuwstelselaandoeningen myasthenia gravis of oculaire myasthenie verergeren of 'de novo' induceren. Staak de behandeling bij verergering van de symptomen. Recidieven kunnen optreden bij opnieuw starten van de behandeling met een (andere) statine.
Bij vermoeden van ontwikkeling van interstitiële longziekte, de behandeling met een statine staken.
Er zijn aanwijzingen dat statinen het nuchtere bloedglucosegehalte kunnen verhogen. Hierdoor kan, bij bepaalde risicofactoren (zoals glucose nuchter van 5,6–6,9 mmol/l, BMI > 30 kg/m²) een mate van hyperglykemie optreden waardoor behandeling zoals bij diabetes mellitus nodig is. Dit is echter geen reden om de statine-behandeling te staken.
Fluvastatine remt CYP2C9, en wordt gemetaboliseerd door CYP2C9.
Relevant:
Afname fluvastatine: efavirenz, nevirapine, proteaseremmers en rifampicine verlagen de plasmaconcentratie. Mogelijk alternatief is pravastatine of rosuvastatine (deze worden niet of nauwelijks gemetaboliseerd via CYP-enzymen).
Toename fluvastatine: het risico op myopathie is verhoogd bij combinatie met etravirine.
Overig effect: het risico op myopathie is verhoogd bij combinatie met colchicine (dit is alleen relevant bij een dosis colchicine hoger dan 0.5 mg/dag) en gemfibrozil.
Niet relevant:
Ciclosporine kan de plasmaconcentratie verhogen.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met azitromycine, claritromycine, clopidogrel, daptomycine, diltiazem, erytromycine, fluconazol, itraconazol, ketoconazol, posaconazol, sirolimus, tacrolimus, verapamil, voriconazol en fibraten anders dan gemfibrozil.
Niet beoordeeld:
De absorptie kan worden verminderd door galzuurbindende harsen; aanbevolen wordt het statine gescheiden (ten minste 4 uur tussentijd) van het galzuurbindend hars in te nemen (het statine 's avonds en het galzuurbindend hars overdag).
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
CHOLESTEROLSYNTHESEREMMERS | ||
---|---|---|
Lipitor
|
C10AA05 | |
C10AA03 | ||
Crestor
|
C10AA07 | |
Zocor
|
C10AA01 |
GALZUURBINDENDE HARSEN | ||
---|---|---|
Questran, Questran A
|
C10AC01 |
OVERIGE ANTILIPAEMICA | ||
---|---|---|
Ezetrol
|
C10AX09 |