Fluticason inhalatie

Stofnaam
Fluticason inhalatie
Merknaam
Flixotide
ATC code
R03BA05
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties

Voor ouders op Apotheek.nl
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Glucocorticoïd, dat bij tracheale toepassing lokaal een ontstekingsremmende werking heeft. Werking: bij astma verbetering longfunctie na 4–7 dagen, maximaal na enige weken.

Farmacokinetiek bij kinderen

Na absorptie worden inhalatiecorticosteroiden snel geinactiveerd. Bij lagere doses zijn systemische effecten gering tot afwezig..

Label dosisadvies Kinderformularium

On-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Astma bronchiale:
Dosisaerosol:
1-4 jaar: 100 mcg 2 dd
4-16 jaar: 50-200 mcg 2 dd
> 16 jaar: 100-500 mcg 2 dd
Poederinhalator:
4-16 jaar: 50-200 mcg 2 dd
> 16 jaar: 100-500 mcg 2 dd

Acute exacerbatie asthma
Nebules:
4-16 jaar: 500-1000 mcg 2 dd
> 16 jaar: 500-2000 mcg 2 dd

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Aerosol (propionaat) 50 microg/do; 125 microg/do; 250 microg/do; 250 microg/do
Inhalatiepoeder "diskus" (propionaat) 100 microg/do; 100 microg/do; 250 microg/do; 500 microg/do;
Vernevelvlst. "nebule" (propionaat) 0.25 mg/ml; 1 mg/ml

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Astma
  • Inhalatie
    • 1 jaar tot 4 jaar
      [1] [4]
      • 50 - 250 microg./dag in 2 doses.
      • Startdosering: 200-250 mcg/dag in 2 doses. Verlaag de dosering tot de laagst effectieve dosis wanneer dat mogelijk is (zie NVK stappenplan astmacontrole).
        Geschikte toedieningsvorm: Dosisaerosol + voorzetkamer met masker.

    • 4 jaar tot 16 jaar
      [4]
      • 50 - 500 microg./dag in 2 doses.
      • Startdosering: 200-250 mcg/dag in 2 doses. Verhoog (verdubbel) de dosering bij onvoldoende astmacontrole. Verlaag de dosering tot de laagst effectieve dosis wanneer dat mogelijk is (zie NVK stappenplan astmacontrole).
        Geschikte toedieningsvormen:
        4 jr-6 jr: dosisaerosol + voorzetkamer met mondstuk.
        > 6 jaar: dosisaerosol met voorzetkamer plus mondstuk, ademgestuurde dosisaerosol of poederinhalator

    • ≥ 16 jaar
      [4]
      • 100 - 1.000 microg./dag in 2 doses. Max: 2.000 microg./dag.
      • Startdosering: 200-250 mcg/dag in 2 doses. Verhoog (verdubbel) de dosering bij onvoldoende astmacontrole. Verlaag de dosering tot de laagst effectieve dosis wanneer dat mogelijk is (zie NVK stappenplan astmacontrole).
        Geschikte toedieningsvorm: Dosisaerosol (al dan niet met voorzetkamer met mondstuk) of droogpoederinhalator.

Acute astma aanval
  • Inhalatie
    • Vernevelsuspensie
      • 4 jaar tot 16 jaar
        [3]
        • 1.000 - 2.000 microg./dag in 2 doses.
        • Behandelduur:

          Tot maximaal 7 dagen na de exacerbatie

      • ≥ 16 jaar
        [3]
        • 1.000 - 4.000 microg./dag in 2 doses.
        • Behandelduur:

          Tot maximaal 7 dagen na de exacerbatie.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.

Bijwerkingen bij kinderen

Bij doseringen ≥1000 mcg  treden er meer systemische bijwerkingen op. 

Zeer zelden (< 0,01%): Groeivertraging. Angst, slaapstoornis, gedragsverandering (incl. hyperactiviteit en snel geïrriteerd zijn).

Verder zijn gemeld: depressie, agressie.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Zeer vaak (> 10%): orofaryngeale candidiase.

Vaak (1-10%): heesheid. Kneuzingen. Pneumonie, bronchitis (bij COPD-patiënten).

Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsreacties van de huid.

Zelden (0,01-0,1%): slokdarmcandidiasis.

Zeer zelden (< 0,01%): paradoxale bronchoconstrictie. Dyspneu, angio-oedeem, anafylactische reacties. Gewrichtspijn. Hyperglykemie. Dyspepsie. Systemische effecten als Cushing-achtig beeld, bijnierschorssuppressie, afname botdichtheid, met name bij langdurig gebruik van hoge doses. Cataract, verhoogde intraoculaire druk, glaucoom. 

Verder zijn gemeld: wazig zicht, bloedneus. 

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Overgevoeligheid voor corticosteroïden.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Bij langdurig gebruik bij kinderen de groei controleren en bij groeiremming trachten de dosering inhalatiecorticosteroïd te verminderen. Kinderen zijn gevoeliger voor de systemische effecten dan volwassenen, met name voor de psychologische en gedragseffecten als ook voor de bijnierschorssuppressie. Bij kinderen en adolescenten < 16 jaar, die een hoge dosering fluticasonpropionaat gebruiken (≥ 1.000 microgram/dag), kan het optreden van de onderdrukking van de bijnierfunctie en acute bijnieraanval in het bijzonder risicovol zijn.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

In levensbedreigende situaties kan toepassing van de vernevelvloeistof niet de toediening van systemisch werkende corticosteroïden vervangen.

Toenemend gebruik van kortwerkende bronchusverwijdende middelen duidt op een verergering van de astma; het behandelschema moet mogelijk aangepast worden.

Slijm in bronchi: Soms is er een dusdanige hoeveelheid slijm in de bronchi, dat de werkzame stof niet in de slijmvliezen van de bronchi kan penetreren. In dat geval eerst een korte kuur orale corticosteroïden (ca. 2 weken), naast de dosisaerosol, geven.

Paradoxale bronchospasmen: Bij optreden van paradoxale bronchospasmen met een onmiddellijke toename van dyspneu na inhalatie de therapie staken en op een andere behandeling overgaan.

Pneumonie: De kans op pneumonie bij COPD neemt toe door het gebruik van inhalatiecorticosteroïden, houd bij het voorschrijven daarom rekening met risicofactoren voor pneumonie (roken, hogere leeftijd, voorgeschiedenis van pneumonie, lage BMI en ernstig COPD).

Longtuberculose kan geactiveerd worden door behandeling met inhalatiecorticosteroïden. Ook kunnen inhalatiecorticosteroïden bepaalde symptomen van longtuberculose en van bacteriële, virale of door schimmels veroorzaakte luchtweginfecties maskeren.

Systemische effecten: Langdurig gebruik van hoge doses inhalatiecorticosteroïden kan leiden tot systemische effecten, zoals het syndroom van Cushing door remming van de bijnierschorsfunctie, vermindering van de botdichtheid, cataract, glaucoom en psychische- en gedragsstoornissen.  Bij overschakelen van patiënten die met systemische corticosteroïden zijn behandeld rekening houden met een verminderde bijnierschorsfunctie. Bij fysiek belastende situaties zoals stress of operatieve ingrepen kan een aanvullende dosis systemisch werkend corticosteroïd noodzakelijk zijn.

Oculaire effecten: Overweeg verwijzing naar een oogarts bij ontwikkeling van visusstoornissen. Glaucoom, cataract en zeldzame ziekten als centrale sereuze chorioretinopathie zijn gemeld na systemisch en lokaal gebruik van corticosteroïden.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Fluticason wordt gemetaboliseerd door CYP3A4.

Relevant: de plasmaconcentratie stijgt door boceprevir, cobicistat, darunavir, itraconazol, ritonavir, tipranavir en Viekirax® in combinatie met dasabuvir. Bij combinatie met itraconazol of ritonavir is een aanzienlijk verlaagde cortisolconcentratie en het syndroom van Cushing waargenomen.

Niet relevant: claritromycine, ertromycine, ketoconazol en voriconazol kunnen het metabolisme remmen.

Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met fluconazol of posaconazol.



OVERIGE MIDDELEN BIJ ASTMA/COPD VOOR INHALATIE

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

GLUCOCORTICOIDEN

Beclometason (inhalatie)

Qvar aerosol autohaler; Qvar aerosol inhalator.
R03BA01

Budesonide inhalatie

Pulmicort, Novolizer, Easyhaler, Cyclocaps
R03BA02

Ciclesonide

Alvesco
R03BA08
PARASYMPATHICOLYTICA

Ipratropiumbromide

Atrovent, Ipraxa
R03BB01

Tiotropium

Spiriva Respimat
R03BB04

Referenties

  1. NVK , Richtlijn Astma bij kinderen, www.nvk.nl, okt 2013
  2. Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, Fluticasone inhalation and behavioual changes in children, www.lareb.nl, 2007, http://www.lareb.nl/documents/kwb_2006_2_fluti.pdf (geraadpleegd 13 nov 2009)
  3. GlaxoSmithKline BV, SmPC Flixotide Nebules (RVG 21835) 24-08-2013, www.geneesmiddelinformatiebank.nl
  4. GlaxoSmithKline BV, Flixotide Inhalator CFK-vrij (RVG 16212) 16-04-2020, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  5. ZorgInstituut Nederand, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 19 okt 2021
  6. Informatorium Medicamentorum, (Interacties), Geraadpleegd 03 nov 2015

Wijzigingen

  • 18 december 2020 04:33: Doseerrange uitgebreid op basis van NVK richtlijn om dubbele dosering met beschikbare aerosol inhalatoren (50 mcg en 125 mcg) te faciliteren.
  • 18 november 2020 13:49: De dosering bij asthma bronchiale is aangepast op basis van de SmPC (fluticason inhalatie is geregistreerd voor kinderen).
  • 20 december 2016 16:45: De indicatie acute exacerbatie astma is toegevoegd op basis van de SmPC Flixotide Nebules.
  • 22 april 2016 12:56: registratiedosering aangepast obv SmPC
  • 12 maart 2015 10:57: Op basis van herziening van de SmPC is een waarschuwing toegevoegd tav de systemische effecten van fluticason.

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering