Parasympathicolyticum, dat bij inhalatie bronchospasmolytisch werkt. De werking na inhalatie van de aerosol of het inhalatiepoeder treedt binnen 15 min in, is maximaal na 1–2 uur en houdt 3–6 uur aan; bij de vernevelvloeistof treedt de werking in na 15–30 min, is maximaal na 1–2 uur en houdt 4–8 uur aan.
Geen informatie
Ipratropium is geschikt voor langdurig gebruik. Anticholinergica en kortwerkende beta-2 sympathicomimetica werken synergetisch bij acute bronchospasmen.
De inhalatievloeistof in unit-dose is vrij van conservans.
Bronchusverwijding:
Aerosol:
< 6 jr: Off-label
> 6 jr: On-label
Inhalatiepoeder: On-label
Acute astma aanval:
Vernevelvloeistof:
< 12 jaar: Off-label
> 12 jaar: On-label
Aerosol: Off-label
Aerosol (bromide als 1-water) 20 microg/do
Inhalatiepoeder (bromide als 1-water) 40 microg
Vernevelvlst. "unit dose" (bromide als 1-water) 125 microg/ml; 250 microg/ml
Bronchusverwijding (kortwerkend) |
---|
Acute astma aanval |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Toediening per inhalatie geeft geen systemische bijwerkingen.
Vaak (1-10%): hoofdpijn, duizeligheid. Droge mond, hoest, keelirritatie. Misselijkheid, gastro-intestinale motiliteitsstoornis.
Soms (0,1-1%):(supraventriculaire) tachycardie, hartkloppingen. Laryngospasmen, paradoxale bronchoconstrictie, faryngeaal oedeem, droge keel. Acute overgevoeligheidsreacties zoals jeuk, huiduitslag, angio-oedeem van tong, lippen en gezicht en anafylaxie. Mondoedeem, stomatitis, smaakveranderingen, braken, obstipatie, diarree. Urineretentie. Mydriasis, accommodatiestoornis, wazig zien, verhoogde oogdruk, nauwe-kamerhoekglaucoom, oogpijn, visuele halo's, conjunctivale hyperemie, cornea-oedeem.
Zelden (0,01-0,1%): atriumfibrilleren (m.n. bij hiervoor gevoelige patiënten). Darmafsluiting. Urticaria.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Toediening: de inhalatievloeistof toedienen dmv van een jetverstuiver of een ultrasone verstuiver, optimale flowrate 6-8 l/min. De dosisaerosol kan gebruik worden in combinatie met de Aerochamber voorzetkamer.
Staak de behandeling direct bij het optreden van paradoxale bronchospasmen en ga over op een andere behandeling.
Comorbiditeit: Wees voorzichtig bij hartaandoeningen en bij een predispositie voor prostaathypertrofie, urineretentie en darmafsluiting.
Oculaire effecten: Parasympathicolytica kunnen door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken. Wees voorzichtig bij patiënten met nauwe-kamerhoekglaucoom. Contact met de ogen vermijden; bij voorkeur vernevelvloeistof via een mondstuk toedienen. Pijn of onaangenaam gevoel in de ogen, wazig zien, visuele halo's gecombineerd met rode ogen en cornea-oedeem kunnen tekenen zijn van een acute nauwe-kamerhoekglaucoom, dat acuut medische interventie behoeft.
Mogelijk zijn patiënten met cystische fibrose gevoeliger voor het effect van ipratropium op de gastro-intestinale motiliteit.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
GLUCOCORTICOIDEN | ||
---|---|---|
Qvar aerosol autohaler; Qvar aerosol inhalator.
|
R03BA01 | |
Pulmicort, Novolizer, Easyhaler, Cyclocaps
|
R03BA02 | |
Alvesco
|
R03BA08 | |
Flixotide
|
R03BA05 |
PARASYMPATHICOLYTICA | ||
---|---|---|
Spiriva Respimat
|
R03BB04 |