Gefluorideerde chinolonverbinding. Fluorchinolonen hebben een bactericide werking en beïnvloeden de DNA-synthese door remming van het bacteriële DNA-gyrase.
Doorgaans gevoelig zijn: Corynebacterium species waaronder C. diphtheriae, Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelig), Streptococcus pneumoniae, Streptococcus pyogenes, Streptococcus viridans-groep, Enterobacter cloacae, Haemophilus influenzae, Klebsiella oxytoca, Moraxella catarrhalis, Serratia marcescens, Proprionibacterium acnes en Chlamydia trachomatis.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Staphylococcus aureus (meticilline-resistent (MRSA)), Staphylococcus coagulase–negatieve species (meticilline resistent) en Neisseria gonorrhoeae.
Ongevoelig is: Pseudomonas aeruginosa.
Geen informatie
Oogdruppel 5 mg/ml
Bacteriele conjunctivitis |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Lokaal: Vaak (1-10%): oogirritatie, oogpijn.
Soms (0,1–1%): keratitis punctata, droog oog, oculaire hyperemie, bloeding van de conjunctiva, ooglidoedeem, jeuk en ongemak in het oog.
Zelden (0,01–0,1%): cornea–epitheel defect, conjunctivitis, conjunctivaal oedeem, erytheem van het ooglid, blefaritis, wazig zien, zwelling van het oog, asthenopie.
Verder zijn gemeld: ulceratieve keratitis, cornea–erosie, corneale opaciteit, afzettingen op de cornea, cornea–infiltraten, cornea–oedeem, ooglidoedeem, tranend oog, oogafscheiding, gevoel van vreemd lichaam in het oog, verhoogde intra–oculaire druk, endoftalmitis, fotofobie.
Systemisch: Soms (0,1–1%): hoofdpijn. Smaakstoornis. Verhoogd ALAT en/of γGT.
Zelden (0,01–0,1%): paresthesie. Verlaagde hemoglobinespiegels. Braken. Nasaal ongemak, faryngolaryngeale pijn, gevoel van vreemd lichaam in de keel.
Verder zijn gemeld: hartkloppingen. Duizeligheid. Dyspneu. Misselijkheid. Overgevoeligheid, erytheem, huiduitslag, jeuk, urticaria.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Overgevoeligheid voor chinolonen.
Er zijn zeer weinig gegevens beschikbaar over de effectiviteit en veiligheid van het gebruik bij pasgeborenen. Vanwege onvoldoende gegevens wordt het gebruik voor een ooginfectie met Chlamydia trachomatis bij kinderen < 2 jaar niet aanbevolen.
Bij het gebruik van fluorochinolonen (via de mond, longen (inhalatie) en injecties) bestaat een verhoogd risico op langdurige en mogelijk blijvende schade aan spieren en zenuwstelsel. Wees extra voorzichtig met voorschrijven van fluorochinolonen bij patiënten met een nierfunctiestoornis, patiënten met solide orgaantransplantaties en patiënten die gelijktijdig worden behandeld met corticosteroïden. Het risico op door fluorochinolonen geïnduceerde tendinitis en peesruptuur is mogelijk verhoogd bij deze patiënten.
Wees voorzichtig bij overgevoeligheid van chinolonen in de voorgeschiedenis. Bij optreden van een allergische reactie de behandeling staken.
Bij orale toediening van fluorchinolonen zijn peesontstekingen en peesrupturen gemeld, vooral bij ouderen en patiënten die corticosteroïden gebruiken. Ondanks de veel lagere plasmaspiegels bij oculair gebruik, bij de eerste tekenen van een peesontsteking de behandeling staken.
Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, incl. schimmels, is mogelijk; in dat geval de toediening staken.
Tijdens behandeling van een ooginfectie geen contactlenzen dragen.
Relevant: moxifloxacine kan het QTc-interval verlengen, het risico op ernstige hartritmestoornissen is verhoogd bij combinatie met andere middelen waarbij ernstige hartritmestoornissen zoals torsade de pointes zijn gemeld. Zie verder inleidende tekst Interactielijsten, QTc-verlengers.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met calciumzouten.
Niet beoordeeld: geactiveerde kool vermindert de biologische beschikbaarheid bij orale toediening met meer dan 80% en bij intraveneuze toediening met meer dan 20%.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Azyter
|
S01AA26 | |
S01AA01 | ||
Fucithalmic
|
S01AA13 | |
S01AA11 | ||
S01AA12 |
ANTIVIRALE MIDDELEN | ||
---|---|---|
Zovirax
|
S01AD03 |
FLUOROCHINOLONEN | ||
---|---|---|
Trafloxal, Otiflox
|
S01AE01 |